Al spoedig na het binnenkomen van de Belgische militairen in oktober 1914, werd met goedkeuring van de minister van Oorlog een algemeen comité gevormd, de zogenaamde "Zwolsche commissie", hiervan werd ook burgemeester Kempers van Harderwijk lid.

Besloten werd dat er in de plaatsen, waar zich geïnterneerden bevonden, een afdeling werd opgericht. 24 oktober 1914 werd er op het initiatief van de burgemeester, het bestuur van de afdeling en de subcommissies gevormd. Direct begonnen zij met de uitvoering van hun werkzaamheden op tal van terreinen op het gebied van ontwikkeling en ontspanning.

Toch bleek er wrijving te ontstaan tussen militairen en het burgercomité. Een grief was dat zaken werden georganiseerd en uitgevoerd. Waarna het militair gezag de taken van de commissie over nam. Bij het aantreden van de nieuwe commandant in 1915 kwam dit tot een zodanig conflict, dat burgemeester Kempers zijn ontslag nam als lid van de commissie. Uit de korte geschiedenis geschreven door de secretaris bleek dit ook wel zo'n beetje het einde van de commissie.