De Commissie van Georganiseerd Overleg (GO), zoals die bij raadsbesluit d.d. 26 mei 1921 werd ingesteld, was bedoeld als overleg tussen de overheid en haar ambtenaren. Het was een adviescommissie dus was er van echte medezeggenschap nog geen sprake. Tijdens de eerste bijeenkomst van het GO zei burgemeester Kempers dan ook: 'Op den boom van gezag kan men geen tak van medezeggenschap enten'. Toen werd er al wel over 'eigen tijd' ofwel 'vrije tijd' gesproken zij het met de grootste moeite. De burgemeester zei dan ook: 'dat de heerlijkste eigen tijd die is, welken men geeft om zijn werk te dienen' en dat het ons opgelegde werk er is om: 'te dienen, God te dienen. God die zelf werkt tot nu toe, en zolang het licht is het werken ons aanprijst, en die ons het werk geeft, en ons met en in ons werk zegent'. Aan de andere kant moet men de arbeid wel goed geregeld en goed belonen. Want: 'de overheid is ook hierin Gods dienaresse'.

Vanuit die overtuiging was in het GO dan ook geen delegatie van het gemeentelijk personeel vertegenwoordigd. Het college van burgemeester en wethouders koos uit haar midden een lid die als voorzitter van het GO optrad. Het voorstel was dat de overige leden van het GO zouden zijn: twee vertegenwoordigers van de vakbonden, twee door het college aan te wijzen diensthoofden en tenslotte drie door de gemeenteraad aan te wijzen raadsleden. In de gemeenteraadsvergadering was een aantal raadsleden dat inzag dat de werknemers zo geen stem in de samenstelling van het GO hadden en dat ieder voorstel door het bestuur kon worden weggestemd. Daarom werd er een wijziging voorgesteld, zodat iedere vakbond met voldoende leden onder het personeel, twee vertegenwoordigers in het GO zou krijgen.

De Commissie gaf gevraagd en ongevraagd advies aan het college van burgemeester en wethouders betreffende de besluiten over arbeids- dienstvoorschriften zoals het ambtenarenreglement, het wachtgeld, de pensioenen en natuurlijk de salarisverhogingen.

De omvang van dit archiefblok is slechts 0,05 m1.