Het instituut notaris is hier te land ingevoerd bij keizerlijk decreet van 8 november 1810. De notarissen werden hierbij gedefinieerd als openbaar ambtenaar. Voor deze datum functioneerden er nauwelijks notarissen in Gelderland, maar werd de functie uitgevoerd door de plaatselijke besturen. De schriftelijke neerslag hiervan is terug te vinden in de oud-rechterlijke archieven. De schout passeerde ook diverse acten, die aldaar te vinden zijn. Elburg was een vaste standplaats voor een notaris.

Handleiding voor de gebruiker

Enige jaren geleden werd door de rijksarchivaris in Gelderland de notariële archieven van de standplaats Elburg in bewaring gegeven aan de gemeente Elburg. Voorwaarde hierbij was wel dat de archivalia raadpleegbaar zouden zijn. Dit is middels een geregelde openstelling van het streekarchivariaat voor bezoekers gerealiseerd.
De archivalia van de notarissen D. Hoefhamer (1813-1832), G.A. Hoefhamer (1832-1874) en H.A. Hoefhamer (1874-1915) worden hierna beschreven. De archivalia van notarissen in de standplaats Doornspijk (tegenwoordig behorende tot de gemeente Elburg) bevinden zich in de openbare archiefbewaarplaats van de gemeente Oldebroek onder het beheer van de streekarchivaris.
De totale verzameling bestaat voor het grootste deel uit minuten van acten. In één geval komen registers van wisselprotesten voor. Het betreft hier een afzonderlijke registratie van van akten waarbij een wissel als betaalmiddel werd geweigerd. Een notaris maakte hiervan protokol op. Een toegang op de chronologische serie minuten van acten is het zogenaamde repertoire. Hierin schreef de notaris alle voor hem verleden acten chronologisch in met behulp van een volgnummer. Met behulp van dit nummer is de acte eenvoudig en snel terug te vinden in de serie minuten.
Indien in het repertoire de opmerking "in brevet" staat betekent dit dat de acte ondershands is opgemaakt en niet in afschrift in de serie minuten is opgenomen. Hierdoor is het verklaarbaar dat in deze serie nummers ontbreken; dit wordt in de inventaris niet afzonderlijk vermeld.
Notariële archieven zijn openbaar na 75 jaar.
Overigens is het zo dat iedereen vrij was om een eigen notaris te kiezen, zodat niet ieder in de huidige woonplaats naar de notaris ging maar dit ook wel eens elders deed.

Aan het einde van de inventaris is een concordans opgenomen. De hierin aangegeven oude nummering is die welke in gebruik was bij het rijksarchief in Gelderland en waar in sommige publikaties naar is verwezen. Met behulp van de concordans is het mogelijk de vertaalslag te maken naar de nummering die in deze inventaris wordt gehanteerd.
De totale omvang van het archief bedraagt na inventarisatie 12 meter.