Uw zoekacties: Fundatie 'Kamer van het voormalig gerecht van Hogelanden' te Utrecht

766 Fundatie 'Kamer van het voormalig gerecht van Hogelanden' te Utrecht ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Naast het gebied binnen de stadsbuitengrachten bestond Utrecht uit een aantal bui-tengerechten als Abstede, Catharijne en Hogelanden. Blijkens een afschrift van een akte van 25 juni 1715, aangetroffen bij de minuten van transporten en plechten van het gerecht Hogelanden, heeft Abel de Coole, gemachtigd door het gerecht van de stad Utrecht, overgedragen aan Jacobus van der Eem, in diens kwaliteit van schout van het gerecht van Hogelanden, “twee naast elkander staande kameren met een daarachter liggend erf in het gerecht van Hogelanden aan de oostsyde van de Vecht streckende voor uit de Vegt oostwaerts tot op agter den St. Antonygasthuysdijk toe voordien behoord hebbende aande kinderen van Jan Jacobss van der Horst”. De wo-ningen kregen later de adressen Vinkenkade 6, 7 en 8. Het gerecht van Hogelanden kocht deze huisjes ten behoeve van aldaar wonende armen en behoeftigen. Aanvankelijk werd de administratie gevoerd door de schout van het gerecht. Dat het gerecht bijzondere voorzorgen voor de armen nam, blijkt onder andere uit een plecht van 26 mei 1718 groot fl. 500,- door J.J. van Engelen-bergh gevestigd op een huis en hof op de hoek van de Anthoniedijk en Vinkenkade, dienende onder andere ter aflossing van een plecht van fl. 100,- “competerende de armen van onsen geregte”, waarvan de datum niet genoemd wordt. Ook blijkt het uit een hypotheek van fl. 200,-, op 20 maart 1726 afgesloten door J. Vermeulen op een deel van een boomgaard en warmoesiershof onder het eerdergenoemde ge-recht, welk bedrag hij verklaarde “schuldig te wesen aen ende ten behoeve van de armen van desen geregte”.
Met ingang van 1 augustus 1823 werden de buitengemeenten opgeheven, zodat het bestuur van de genoemde huizen overging naar de gemeente Utrecht. In 1842, bij besluit van 3 januari, bevestigden B & W Cornelis van der Schroeff, pannenbak-ker bij de Roodebrug, in zijn functie als administrateur van de woningen. Hij werd zo min of meer opvolger van zijn vader, die tot 1823 schepen was geweest van het gerecht van Hogelanden. Bij diezelfde resolutie werd voorts bepaald: - dat de woningen of kameren steeds zoveel mogelijk ter bewoning gegeven zouden worden; - dat de uitdelingen zouden worden verstrekt aan onder het genoemde gerecht domiciliërende en in hulpbehoevende toestand verkerende personen, een en ander in overleg met de Raadscommissaris van de Wijk M; - dat door de administrateur jaarlijks rekening zou worden gedaan aan de bur-gemeester. Bij resolutie van 15 januari 1852 werden door B. & W. aan de drie woningen toege-voegd de administratie van een kapitaal van fl. 4.000,-, ingeschreven in het Grootboek 2½ pct. Nationale Werkelijke Schuld ten name van schout en gerecht van Roodebrug. Van aanvang af is het de bedoeling geweest de woningen aan de Vinkenkade te verhuren en uit de opbrengst van die huur en van het in bezit zijnde kapitaal, na af-trek van de eventuele herstellingskosten, gedurende de winter uitdelingen van brandstoffen te doen aan 40 behoeftigen van alle gezindten uit het gerecht van Ho-gelanden (elk 240 turven). Bij gebrek aan 40 gezinnen werden de armen van de ge-rechten Roodebrug en Lauwerecht erbij betrokken. Uit de rekeningen tot 1875 blijkt niet, dat uitdelingen hebben plaats gehad. Tussen 1876 en 1896 vinden we echter regelmatig “uitdelingsposten” in de rekeningen terug.
Op 17 februari 1942 wordt de fundatie opgeheven op last van de Commissaris voor niet commercieele Vereenigingen en Stichtingen te ‘s-Gravenhage. Tot 30 de-cember 1945 worden de gelden en woningen dan beheerd door de Stichting voor het Beheer van Volkswoningen, waarna de fundatie weer in ere hersteld wordt. In april 1968 besluit men de huizen aan de Vinkenkade af te stoten en aan de gemeente Utrecht te verkopen. Een jaar later, op 22 oktober 1969, worden de pan-den Pallaesstraat 2-8 eigendom van de nog steeds bloeiende “Kamer van Hogelan-den”. Het archief, dat erg incompleet is, is vermoedelijk samen met enige andere fun-datie-archiefjes door zijn rentmeester, een ambtenaar van de gemeente Utrecht, op een niet meer te achterhalen moment overgebracht naar de Gemeentelijke Archief-dienst. De ordening der aanwezige archiefbescheiden spreekt, dunkt me, voor zich-zelf. Het archief meet 0.25 m.
J.A.C. Mathijssen: Utrecht, 17 februari 1982
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1842-1960
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de fundatie 'Kamer van het voormalig gerecht van Hogelanden' 1842-1960
Auteur:
J.A.C. Mathijssen
Datering toegang:
1982 / 2006
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Schenking (van een niet overheidsarchief)
Omvang:
0,12 m zuurvrije dozen
Thema trefwoorden: