727 Commissie tot verstrekking hoofdzakelijk van kleeding en dekking aan minvermogenden gedurende het winterseizoen te Utrecht ( Het Utrechts Archief )
727
Commissie tot verstrekking hoofdzakelijk van kleeding en dekking aan minvermogenden gedurende het winterseizoen te Utrecht
Inleiding
Naar aanleiding van een preek van Ds. J.C. Verhoeff in de Janskerk, getiteld "Ik was naakt en gij hebt mij gekleed", op 7 december 1879, werd op 11 december 1879 door een twintigtal heren de vereniging de "Commissie tot verstrekking hoofdzakelijk van kleeding en dekking aan minvermogenden gedurende het winterseizoen" (hierna te noemen: de Commissie) opgericht. Per 1 juni 1976 werd de Commissie geliquideerd.
Lid van de Commissie kon men worden op voordracht van drie leden. De voordracht werd tijdens een vergadering in stemming gebracht. Bij meerderheid van stemmen van de aanwezige leden werd men als nieuw lid aangenomen. Als entreegeld betaalde het nieuwe lid twee gulden en vijftig cent.
De taak van de Commissie ligt al in de lange titel besloten: de Commissie verstrekte kleren en dekens aan niet-bedeelden en weduwen gedurende de wintertijd. Personen die een slechte reputatie genoten en/of jonger waren dan vijfentwintig jaar, waren van deze vorm van bedeling uitgesloten.
In de begintijd kwamen veel gebruikte goederen binnen. Zoveel, dat er gezocht moest worden naar een behuizing. In 1880 werd het pand Loeff Berchmakerstraat 40-40bis, bestaande uit een stal en een koetshuis, tijdens een openbare veiling voor ? 3400,- gekocht. Dit adres diende tot 1976 als opslagruimte en vergaderruimte. Een conciërge, die behalve recht op vrije inwoning een kleine toelage kreeg, hield toezicht op het pand. Op zijn beurt werd de conciërge weer gecontroleerd door een commissie van de Commissie.
Alle leden van de Commissie hadden een taak; òf men zat in het bestuur òf men zat in de commissie van beheer over de opslagruimte òf men was wijkcommissaris. De wijkcommissarissen-de gemeente Utrecht was voor dit doel in 24 wijken verdeeld-gingen op huisbezoek bij de bedeelden en maakten uit wat hun gegeven zou worden.
Dacht men voor ondersteuning in aanmerking te komen, dan diende men een schriftelijk verzoek aan de Commissie te doen. Door twee wijkcommissarissen werd het verzoek gehonoreerd of afgewezen.
Na een paar jaar nam de stroom van gebruikte goederen af. Van dat moment af werden nieuwe goederen uitgereikt, die gekocht werden van de giften en de jaarlijkse collecte.
Bij jubilea van de Commissie werden recepties gehouden en feestavonden georganiseerd door en voor de leden van de Commissie. Aan de recepties hechtte men grote waarde, omdat de Commissie dan voor het goede werk werd geprezen door o.a. de burgemeester. De Commissie moet ongetwijfeld in een grote leemte hebben voorzien. Na de tweede wereldoorlog werd zij echter overbodig, omdat de overheid haar taak overnam. Wat eerst een gunst was, werd een recht.
Het archief van de Commissie is op 14 september 1976 aan de Gemeentelijke Archiefdienst in eigendom overgedragen. Nadat het archief eind 1979 was geïnventariseerd, volgde er een aanvulling. In deze nieuwe inventaris is ook de aanvulling opgenomen. De totale omvang van het archief bedraagt nu 0,60 m1.
augustus 1992 A.B.R. du Croo de Vries
laatste wijziging 05-01-2013
42 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 82 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 05-01-2013
42 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 82 bestanden
Kenmerken
Datering:
1879-1976
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de commissie tot verstrekking hoofdzakelijk van kleeding en dekking aan minvermogenden gedurende het winterseizoen 1879-1976
Auteur:
A.B.R. du Croo de Vries
Datering toegang:
1992
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Schenking (van een niet overheidsarchief)
Omvang:
0,75 m zuurvrije dozen
Categorie:
- Zonder categorie
laatste wijziging 05-01-2013
42 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 82 bestanden