De archieven van de broeder- en zusterkoren en van het weduwenkoor maken deel uit van het grote fonds van kerkelijke archieven afkomstig van de Evangelische Broedergemeente. Zij zijn na de brand van 1967 door de oudstenraad bij het Rijksarchief in Utrecht in bewaring gegeven. In het begin van deze eeuw zijn de verschillende onderdelen van dit fonds genventariseerd. Per onderdeel was een inventaris in handschrift beschikbaar. Het Broederkoorarchief was oorspronkelijk beschreven onder de signatuur BA, die van de koren van de weduwen en de zusters onder de signaturen WA en SA, gevolgd door een ingewikkelde onderverdeling in rubrieken en subnummeringen. Hoewel de toegankelijkheid hierdoor in principe was verzekerd, was het ook duidelijk, dat de inventarisator nog niet vertrouwd was met de beginselen van de moderne archivistiek. Bovendien werden met de overbrenging in 1968 de archivalia uit de 20e eeuw die nog niet waren geïnventariseerd, mee overgedragen. Dit alles was voldoende aanleiding om tot een (her)inventarisatie over te gaan. Daarbij konden de bestaande series merendeels worden gehandhaafd. De beschrijvingen dienden evenwel te worden aangepast of uitgebreid.

Aan het broederkoorarchief zijn ongeïnventariseerde archivalia uit de 20e eeuw toegevoegd, alsmede de stukken die ten onrechte in andere EBG-archieven waren ondergebracht. Aan de andere kant moesten stukken worden verwijderd die bij nader inzien elders bleken te horen. Zo zijn er stukken afkomstig van sommige bedrijven, die niet in het broederhuis waren gevestigd, maar voor rekening van de gemeente werden gevoerd, daar naar overgebracht.

De diaria zijn onder de stukken van algemene aard geplaatst, omdat de diaria binnen de broedergemeente als een bijzondere vorm van verslaggeving zijn te beschouwen. Het gaat hierbij niet alleen om een vorm van documentatie, de diaria werden met name ook gebruikt bij liturgische diensten en andere bijeenkomsten.

Het oudste stuk van het archief van het zusterkoor is een Chorkatalog uit 1750, het jongste een Diarium dat loopt tot 1969. Bij het weduwenkoor is de situatie juist omgekeerd: een Diarium vanaf 1752 is het oudste, een Chorkatalog uit 1933 is het jongste stuk. Vanaf dat jaar zijn de weinige administratieve handelingen met betrekking tot het weduwenkoor in het archief van de predikant, voor de zakelijke aspecten in dat van de voorstander terug te vinden. De koorarchieven schijnen redelijk goed bewaard. Men zou weliswaar in het zuster- en weduwenkoor meer correspondentie hebben verwacht, maar het is goed denkbaar dat in de kleine gemeenschap van de Zeister Broedergemeente veel mondeling werd afgedaan. Wel ontbreken in het archief van het zusterkoor de Diaria van vóór 1787 en van de periode 1936- 1963; bij het weduwenkoor missen we de Diaria uit de periode 1800-1850, 1906-1923 en na 1931, en een aantal kasboeken uit de 19e eeuw. De gebruiker zij er overigens op bedacht dat praktisch alle stukken zijn gesteld in de Duitse taal en geschreven in gotisch schrift.

De stukken jonger dan 50 jaar zijn slechts raadpleegbaar met schriftelijke toestemming van de oudstenraad van de Zeister gemeente.