98-2 Zusterkoor te Zeist ( Het Utrechts Archief )
98-2
Zusterkoor te Zeist
Inleiding
Het koor van de ongehuwde zusters
98-2 Zusterkoor te Zeist
Inleiding
Het koor van de ongehuwde zusters
In Amsterdam was al in het jaar 1741 een koorhuis voor de ongehuwde zusters ingericht. Als Pflegerin trad op Doortje Crellius, dochter van de in Amsterdam wonende unitarische predikant Samuel Crell. Met nog vijf andere zusters verhuisde zij in 1748 naar Zeist, waar zij haar intrek nam in het slot. Op 8 october van dat jaar werd door Anna Piesch de eerste steen gelegd voor het zusterhuis. Drie jaar later, 1 november 1751, namen 44 zusters hun intrek in het nieuwe zusterhuis. Voor het merendeel waren zij overgekomen uit Herrnhaag in de Wetterau, welke gemeente als gevolg van een conflict met de overheid juist in deze periode werd verlaten. In de loop van een jaar voegden zich nog eens 49 zusters uit Herrnhaag bij hen, terwijl uit IJsselstein ('s Heerendijk), een andere met opheffing bedreigde gemeente, 19 zusters overkwamen. De feestelijke inwijding van het koorhuis vond echter pas plaats in 1755 in aanwezigheid van Anna Nitschman, General-Aeltestin van alle ongehuwde zusters.
In 1767 werd het koorhuis, tot dan toe gehuurd van het Gemein-Credit, van dit bouwfonds ten dienste van de gemeente overgenomen voor de nominale waarde van ? 20.000,-. Hiermee nam het zusterkoor de schuld van de Broedergemeente tot de hoogte van dit bedrag over. In 1788 werd de in het zusterhuis ondergebrachte Kinderanstalt eveneens van het Gemein- Credit aangekocht. Hierin werd de Betsaal (koorzaal) ondergebracht. De oude Betsaal werd ingericht als ziekenzaal.
De in 1817 als predikant benoemde Friedrich Renatus Früauf, een bekend pedagoog uit de Broedergemeente, stichtte in 1818 een meisjeskostschool, die heeft bestaan tot 1973. Daartoe werd de koorzaal in 1819 ingericht als slaapzaal voor de internaatsmeisjes. De kostschool, die grote bekendheid genoot in Nederland, is voor de koordiakonie een bron van inkomsten geweest en heeft een aantal zusters als leerkrachten werk verschaft. Een andere bedrijvigheid die in het zusterhuis plaatsvond, was de weverij, die in 1765 van start ging. Zij heeft waarschijnlijk gewerkt voor de zijde- of floretbandfabriek in 1763 door Gerrit van Wees opgericht. Hoe lang zij heeft gefunktioneerd is niet bekend.
In 1951 werd een zusterraad ingesteld. Deze diende als adviserend college voor de oudstenraad in aangelegenheden de zusters betreffende. De raad bestond uit vijf zusters en vergaderde maandelijks. De leden werden voor zes jaar gekozen. Aangezien de werkwijze evenwel geen voldoening schonk en de raad door de gemeente niet werd erkend als een tot het bestuur van de gemeente behorend lichaam, werd zij in 1953 weer opgeheven. Daar de zusters echter de meerderheid in de gemeente vormden, werd besloten voortaan minstens twee zusters in de oudstenraad op te nemen.
laatste wijziging 06-01-2013
192 beschreven archiefstukken
7 gedigitaliseerd
totaal 996 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 06-01-2013
192 beschreven archiefstukken
7 gedigitaliseerd
totaal 996 bestanden
Kenmerken
Datering:
1750-1969
Toegangstitel:
Inventarissen van de archieven van de koren van de ongehuwde broeders, de ongehuwde zusters en de weduwen van de Evangelische Broedergemeente te Zeist 1747-1969
Auteur:
Y.E. Coleridge, H.R. Doelwijt en H.L.Ph. Leeuwenberg
Datering toegang:
1997
Openbaarheid:
Stukken jonger dan 50 jaar slechts ter inzage na toestemming van de oudstenraad van de Zeister gemeente
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
4,74 m zuurvrije dozen
Rubrieken:
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 06-01-2013
192 beschreven archiefstukken
7 gedigitaliseerd
totaal 996 bestanden