In 1992 werd het grootste deel van de 'collectie Booth' - met name middeleeuwse charters - opgenomen in de verzameling losse aanwinsten. Hiertoe behoorden ook de charters waarvan met zekerheid kon worden vastgesteld dat ze in bezit waren geweest van Booth. In vele andere gevallen was dit twijfelachtig. Uiteraard is de herkomst van deze stukken in de inventaris vermeld. De overgebleven stukken, die in deze inventaris zijn beschreven, worden hier gepresenteerd als 'stukken van leden van de familie Booth'. Een groot deel van het materiaal betreft historische aantekeningen, afschriften en uittreksels, verzameld of opgemaakt door of in opdracht van Cornelis Booth. De in de bibliotheek van de G.A.U. aanwezige andere handschriften van hem en andere leden van de familie Booth zijn hieraan toegevoegd. De in de inventaris van het Stadsarchief 1577-1795 beschreven Boothsiana zijn met rust gelaten. De onderzoeker zij er op gewezen dat tal van aantekeningen die in deze inventaris zijn beschreven aansluiten op inventarisnummers in bovengenoemd archief.

Uiteraard heeft deze inventaris evenmin betrekking op de archivalia en handschriften van Cornelis Booth en andere leden van de familie die zich elders bevinden. Belangrijke persoonlijke papieren en aantekeningen van Cornelis Booth en andere leden van de familie berusten in de Universiteitsbibliotheek Utrecht. Het gaat onder meer om brieven, stukken van zakelijke aard, collegedictaten, het verslag van een reis naar Engeland in 1635, receptenboeken en medische aantekeningen en genealogica. In het Rijksarchief in de provincie Utrecht berust de verzameling Van Buchell/Booth. Hierin zijn vele aantekeningen van met name Cornelis Booth opgenomen betreffende de geschiedenis van stad en provincie Utrecht, alsmede enkele familiepapieren.

Deze inventaris bestaat uit drie onderdelen: 1) stukken van leden van de familie Booth 2) stukken van aanverwante families en 3) historische aantekeningen e.d. van Cornelis Booth. Om mogelijke verbanden niet te verbreken en nuances niet te laten verdwijnen, is de oude orde van de 'losse' historische aantekeningen zoveel mogelijk gerespecteerd. Dat betekent dat in enkele gevallen meerdere inv.nrs. betrekking hebben op hetzelfde onderwerp. De index brengt hier uitkomst.

Parallel aan de inventarisatie zijn en worden de zich in het archief bevindende brieven getranscribeerd door de paleografische werkgroepen. Tevoren zijn vele van deze brieven en nog enkele andere stukken door het restauratieatelier behandeld.
De huidige omvang van het archief is 2,35 m.

Moge de zinspreuk van Cornelis Booth: 'comis omnibus, comes bonis' (voor allen vriendelijk, voor de goeden een metgezel) ook op deze inventaris van toepassing zijn.

april 1994, A. Pietersma