Uw zoekacties: De Korenschoof te Utrecht

715-3 De Korenschoof te Utrecht ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Voorwoord
Inventarisatie
Voorafgegane firma's
"De Korenschoof" N.V
715-3 De Korenschoof te Utrecht
Inleiding
"De Korenschoof" N.V
Organisatie: Het Utrechts Archief
Voor de bestuursorganen der N.V. en hun bevoegdheden bevatten de statuten uit 1857 onder meer de volgende regelingen: * 
Het beheer der Maatschappij is opgedragen aan één Directeur, die onder toezicht staat van ten minste vier en ten hoogste zes Commissarissen. Commissarissen worden door de jaarlijkse Algemene Vergadering benoemd uit de aandeelhouders. Elk aandeel, groot fl. 1.000,- geeft recht op één stem; niemand mag meer dan zes stemmen uitbrengen. Elk jaar treedt volgens rooster één Commissaris af, die terstond herkiesbaar is. De Raad van Commissarissen vergadert eenmaal in de maand, in tegenwoordigheid van de Directeur die een adviserende stem heeft.
De Directeur vertegenwoordigt de Maatschappij in en buiten rechten. Volgens een door Commissarissen vast te stellen organisatieplan benoemt en ontslaat de Directeur het personeel. Commissarissen benoemen een kassier; de Directeur is voor het doen en laten van de kassier der N.V. niet aansprakelijk. Wij zagen al dat de eerste Directeur statutair werd benoemd; over de wijze van zijn opvolging zwijgen de eerste statuten echter.
Aan het eind van ieder boekjaar - dat tot 1882 gelijk loopt met het kalenderjaar - maakt de Directeur de balans op; deze wordt met een memorie van toelichting Commissarissen ter hand gesteld. Na hun goedkeuring wordt de balans - in de praktijk ook een exploitatie-rekening *  - aan de Algemene Vergadering ter goedkeuring voorgelegd. De winst wordt, volgens percentages die in de statuten staan aangegeven, verdeeld over de drie bestuursorganen. Daarnaast wordt uit de winst een reservefonds gevormd voor jaren waarin de N.V. verlies lijdt (buiten de jaren 1941-1945 is dit nooit het geval geweest) *  , terwijl ook de afschrijving op kapitaalgoederen van de winst werd afgeboekt.
"Bij de keuze van Commissarissen zal men zoo veel mogelijk zorgen dat ten minste een van hen met den graanhandel bekend zij." *  Reeds in 1869 wordt statutair de mogelijkheid geopend dat de N.V. zich met het bakken van brood bezighoudt; in 1884 wordt besloten tot de bouw van een broodfabriek aan de Kaatstraat. Het pellen van rijst en spinnen van wol wordt sinds 1860 niet meer bedreven. * 
Doordat omstreeks 1875 de molenstenen worden vervangen door porseleinen walsen kan de vergrote maalcapaciteit ook tot het vervaardigen van gries (statuten 1881) worden aangewend *  . In 1906 worden de statuten zodanig gewijzigd dat de Algemene Vergadering van Aandeelhouders de Directeur kan benoemen en te allen tijde ontslaan. Zij kan in overleg met de Directeur thans ook onderdirecteuren en procuratiehouders benoemen en ontslaan. Het instellen van deze functionarissen had ten doel, de directeurstaak te verlichten. Zo was in 1894 een broodfabriek te Rotterdam gekocht *  ; van Utrecht uit viel de directe leiding over die fabriek niet uit te oefenen.
In voortzetting hierop wordt in 1922 statutair vastgelegd dat de Algemene Vergadering kan besluiten tot het oprichten van zelfstandige onderafdelingen. Het betrof hier een aantal administratieve afsplitsingen van de afdeling Centrale Boekhouding die in de praktijk reeds waren gerealiseerd: de meelfabriek, de brood- en banketfabrieken en hun hulpafdelingen Grossierderij en Werkplaatsen werden zelfstandig geadministreerd en hun jaarlijkse exploitatie-rekeningen werden door de Centrale Boekhouding als bijlagen bij de door deze afdeling opgemaakte jaarstukken der N.V. gevoegd. In 1906 was het oude waterrad afgebroken en tien jaar later al was de gehele meelfabriek geëlectrificeerd, waardoor ook de stoommachines hun langste tijd hadden gediend *  ; mede hierdoor had de N.V. een grote productie-differentiatie kunnen bereiken.
Het doel van de N.V. werd in 1922 verruimd; naast de exploitatie van meel- en broodfabrieken nu ook de exploitatie van winkels ingericht tot de verkoop van brood en banket te Utrecht en Rotterdam. Bovendien werd nu als doel genoemd het oprichten van, het deelnemen in en het ter leen verstrekken van gelden aan vennootschappen met gelijk of aanverwant doel en het beheren van deze vennootschappen. Ook hier werd statutaire sanctie aan reeds lang verrichte bedrijfshandelingen verleend, want in 1914 was begonnen met het bedienen der broodklanten in eigen beheer (niet meer uitsluitend door depot-houders) *  , waartoe winkelpanden in Utrecht en Rotterdam werden aangekocht die aan de in 1920 opgerichte dochtervennootschap N.V. Maatschappij "De Vecht" werden overgedragen. Een andere dochter-N.V., de in 1916 opgerichte N.V. Motorboot "l'Espérance", stelde de Maatschappij in staat het graan- en meeltransport tussen Rotterdam en Utrecht in eigen beheer uit te voeren; deze onderneming werd als zijnde een traditionele verliespost in 1927 opgeheven *  .
Van 1928 af werd een percentage van de winst gereserveerd voor de in 1930 opgerichte Stichting "Pensioenfonds van het personeel van de N.V. Maatschappij De Korenschoof". Deze corporatie betrok haar inkomsten voorts uit premies van de leden-begunstigers en rente van effectenbezit. Door het tot stand komen van de bijstandswetten, in het bijzonder de A.O.W., werden in latere jaren uitkeringen van Stichtingswege aan gepensioneerde werknemers der N.V. minder urgent geacht. In 1965 is de Stichting ontbonden *  . Na 1937 gaat de N.V. zich uitsluitend op meel- en bloemfabricage toeleggen; alle andere productie-afdelingen van het bedrijf worden opgeheven en de gelden die door de verkoop van de broodbakkerijen vrijkomen, worden besteed aan de bouw van een imposante nieuwe meelfabriek aan de Kaatstraat. Tot haar einde toe, 1970, blijft de N.V. het aldus geïntegreerde bedrijf van meelvervaardiging en meelhandel uitoefenen *  .
Sinds 1924 zien wij de tendens zich inzetten dat belangrijke bevoegdheden aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders worden onttrokken ten gunste van de Raad van Commissarissen. In dat jaar: het benoemen en ontslaan van onderdirecteuren en procuratiehouders, het oprichten van zelfstandige onderafdelingen der N.V. en het oprichten van dochterondernemingen. Weliswaar blijft de benoeming van Directeur en Commissarissen aan de Algemene Vergadering voorbehouden, maar dit kan zij na 1934 slechts doen op bindende voordracht, opgemaakt door Commissarissen.
In 1951 was een ondernemersovereenkomst tussen de grootste meelbedrijven in Nederland tot stand gekomen die de mogelijkheid tot deelname in en overname van andere bedrijven aan partijen open liet. "De Korenschoof" N.V., een van de twee "open" N.V.'s bij deze overeenkomst, wenste zich tegen een take-over te wapenen. Daartoe besloot de Raad van Commissarissen om naast de 1500 vrij verhandelbare aandelen tien prioriteits-aandelen uit te geven die zonder toestemming van de gezamenlijke houders onvervreemdbaar waren. Deze houders verkregen het recht bindende voordrachten tot de benoeming van Directeur en Commissarissen op te maken; zij kregen ook een zware stem bij ieder voorstel tot wijziging der statuten. De tien prioriteits-aandelen werden in eigendom genomen door de vijf Commissarissen *  .
Dit was blijkbaar nog niet afdoende. De vrees voor onverhoedse overname van het merendeel der aandelen door een combinatie van buitenstaanders inspireerde de oprichting in 1960 van de Stichting "De Korenschoof". Alle onroerende goederen en machines van de N.V. werden aan deze Stichting in bruikleen gegeven; dit bruikleen was door de N.V. onopzegbaar. Het bestuur der Stichting werd statutair gevormd door Directeur en Commissarissen van de N.V. die zoals eerder vermeld niet buiten de bindende voordracht van de Raad van Commissarissen om benoemd konden worden *  . Hiermee werd bereikt, wat ook beoogd werd, dat de aandeelhouders in de N.V. geen zeggenschap konden uitoefenen in de Stichting *  . Deze juridische constructie heeft de Vereeniging voor den Effectenhandel en drie hoogleraren in het vennootschapsrecht aanleiding tot kritische aantekeningen gegeven *  .
Ten gevolge van demping van de Catharijne- en Weerdsingel en de aanleg van vaste bruggen over de Vecht, omstreeks 1968 gerealiseerd, werden de fabrieken en silo's van de N.V. praktisch onbereikbaar voor de graanaanvoer per schip. Hiervoor gaf de gemeente Utrecht een schadevergoeding van bijna fl. 1,8 miljoen; deze stelde de Stichting in staat om in 1969 een nieuwe silo op het industrie-terrein Lageweide te bouwen *  . De afstand tussen fabriek en tarwe-opslag, enkele kilometers per wegvervoer, en de ontwikkeling van de tarwebloem-markt deden het bestuur van de Stichting van mening zijn dat het bedrijf op den duur onrendabel zou worden. Daarom adviseerden Directeur en Commissarissen der N.V. de aandeelhouders in te gaan op een bod op alle aandelen, uitgebracht door Wessanen's Koninklijke Fabrieken N.V. te Wormerveer, van 356% van de nominale waarde. De beursnotering Korenschoof was toen circa 230%. * 
Op 16 oktober 1970 verscheen in de pers het bericht over de voorgenomen sluiting van het bedrijf en een afvloeiingsregeling voor de werknemers. Einde 1970 werd de meelfabriek definitief gesloten *  . Utrecht, juli 1973
A.N. Beets
(herzien december 1974)
Addendum
Literatuurlijst
Bijlagen
Directie van "De Korenschoof" N.V
N.B. d. = directeur, o. = onderdirecteur, p. = procuratiehouder
Commissarissen van "De Korenschoof" N.V
Bestuursleden van de Stichting "De Korenschoof"
N.B. Het Bestuur van de Stichting "De Korenschoof" werd gevormd door de Directeur en de Raad van Commissarissen van "De Korenschoof" N.V. (Art. 3 der Statuten van de Stichting)

Kenmerken

Datering:
1779-1970
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van De Korenschoof N.V. (1738) 1779-1970
Auteur:
A.N. Beets
Datering toegang:
1973-1974
Datering bewerking:
2004
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
6,3 m zuurvrije dozen
Thema trefwoorden: