Uw zoekacties: Deputaatschap geestelijke verzorging zee-, land- en luchtmacht

65-1 Deputaatschap geestelijke verzorging zee-, land- en luchtmacht ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis en organisatie
65-1 Deputaatschap geestelijke verzorging zee-, land- en luchtmacht
Inleiding
Geschiedenis en organisatie
Organisatie: Het Utrechts Archief
Tijdens de synode van 's-Gravenhage 1912/14, namelijk op donderdag 5 november 1914, werd besloten drie deputaten te benoemen "voor de behartiging der geestelijke belangen onzer militairen". *  Het verzoek hiertoe werd gedaan door de classes 's-Hertogenbosch en Leeuwarden. Deze deputaten kregen als taak mee:
a. het richten van een schrijven aan militaire plaatsen inzake de geestelijke belangen van militairen;
b. het adviseren van plaatselijke kerken;
c. het houden van een collecte, met name voor Noord-Brabant en Limburg.
De reden voor de aanvraag van zo'n deputaatschap was gelegen in de mobilisatie-periode van dit jaar. Een deputaatschap dat bemoeienis zou hebben met de geestelijke verzorging van militairen, ontbrak. Op 6 november 1914 werden als eerste leden van dit deputaatschap benoemd: ds. T. Gerber te 's-Hertogenbosch, ds. A.H. van Minnen te 's-Gravenzande en ds. J.E. Vonkenberg te Zwijndrecht als samenroeper. In de loop van de komende jaren wordt geprobeerd geld bijeen te zamelen voor zo mogelijk twaalf predikanten. Tijdens de synode van Rotterdam 1917 berichten deputaten dat ze circa 60 maal hebben vergaderd.
Ze hebben dan fl. 6.377,90 ontvangen van plaatselijke kerken en particulieren en fl. 4.510,98 van de regering. *  In deze periode worden door kerken predikanten afgestaan voor dit werk. Het probleem was dat de kerken zelf zo'n predikant moesten bekostigen. Deputaten vinden dat hun taak na de oorlog afgelopen is, hoewel toch het nut wordt ingezien om ook in vredestijd iets voort te zetten. Voorlopig is de belangrijkste taak: het vertegenwoordigen van de kerken bij de Hoge Overheid en de legerautoriteiten inzake de geestelijke belangen van de militairen.
In de jaren tot 1930 wordt het werk langzamerhand opgezet. Er wordt getracht contacten te leggen met de betreffende predikanten en kerken, maar ook met allerlei instanties. In 1930 ontstaat er een samenwerking met deputaten voor het Caraïbisch gebied inzake de verzorging van de militairen op Curaçao. Tijdens de synode van Middelburg 1933 wordt het Concept-reglement voor de kerkelijke positie, tevens instructie voor de legerpredikant uit de gereformeerde kerken goedgekeurd. *  Hier wordt ook gerapporteerd dat de kerken hun bijdragen niet altijd betalen.
In 1934 wordt ds. B. Ramaker benoemd tot legerpredikant en te Curaçao wordt benoemd kandidaat H.W. Kroeze. In 1939 besluit de synode dat er een brief moet worden gezonden aan alle gemobiliseerden, waarin opgewekt wordt tot trouw aan het vaderland. Tijdens de synode van Sneek 1940/43 wordt het deputaatschap opgeheven. De gelden en bescheiden van dit opgeheven deputaatschap worden overgedragen aan een nieuw deputaatschap ad. art. 24 K.O. Dit gebeurde in september 1942. De opdracht van deze nieuwe deputaten bestond uit het afwikkelen en zonodig voortzetten van de arbeid van de "oude deputaten". Dit deputaatschap werd dus gehandhaafd onder een schuilnaam. Na de bevrijding wordt de naam: "Deputaatschap voor de geestelijke verzorging van land- en zeemacht". Gedurende de oorlogsperiode werd er niet veel gedaan. Na de oorlog dreigde er een lichtelijk chaotische toestand, maar na samenspreking van deputaat dr. W.G. Harrenstein met de minister kwam er meer orde. Dit was zeker het geval door de benoeming van ds. V. de Kluis tot veldprediker in algemene dienst en de benoeming van ds. J.H. Sillevis Smitt tot vlootpredikant in algemene dienst. Tijdens de synode van Zwolle 1946 wordt gerapporteerd dat er 28 gereformeerde legerpredikanten en 4 gereformeerde vlootpredikanten zijn. Bij deputaat ds. J. Wristers is een bureau voor de geestelijke verzorging ingericht, waar een vaste kracht werkzaam is in samenwerking met deputaten Koopvaardij. In de Interkerkelijke Contact-Commissie zijn deputaten vertegenwoordigd door twee personen. * 
Per 31 december 1947 worden deputaten ontheven van hun taak ten opzichte van Curaçao. Vanaf 30 september 1949 wordt de naam: "Deputaten voor de geestelijke verzorging van Zee-, Land- en Luchtmacht". Tijdens de synode van 's-Gravenhage 1949 wordt dan ook een instructie vastgesteld voor de predikant in algemene dienst van de Gereformeerde Kerken voor de geestelijke verzorging van Zee-, Land- en Luchtmacht. In deze tijd wordt het Protestants Interkerkelijk Thuisfront opgericht. Deputaten zijn voorts verantwoordelijk voor de jaarlijkse uitgave van het Handboekje voor de Gereformeerde Militair. In deze periode speelt ds. W.M. Le Cointre (predikant in algemene dienst) een zeer prominente rol. Tegen het einde van de jaren vijftig gaat men meer aandacht besteden aan zeevarenden. Tevens wordt er aandacht besteed aan de woningnood van officieren en onderofficieren. Dit alles geeft aan dat de taken van deputaten zich steeds meer uitbreiden. Het bureau van deputaten is inmiddels ook verhuisd naar de Churchilllaan in Amsterdam-Zuid. De administrateur is nu de heer J.W. Bakker.
In 1961 wordt gerapporteerd dat er vijf predikanten in vaste dienst zijn, zes langverbanders, 19 reserve-legerpredikanten voor een jaar en zes weken en 17 vlootpredikanten. Het blijkt steeds moeilijk te zijn om voldoende predikanten te krijgen. Op 1 september 1963 gaat ds. W.M. Le Cointre met emeritaat; zijn opvolger wordt ds. G.F. Hajer te Beilen. Tijdens de synode van Middelburg 1965/66 spelen er een aantal belangrijke zaken. Een ervan is de opvolging van de hoofdlegerpredikant ds. B.A. Bos, die in 1966 met emeritaat gaat. Het tweede belangrijke punt van bespreking is de structuur van de protestants geestelijke verzorging. Wat betreft de interkerkelijke contacten delen deputaten mee dat er de laatste jaren een goed contact wordt onderhouden met de Christelijke Gereformeerde Kerken, met name in het organiseren van recrutendagen. Er zijn inmiddels zo'n 70 garnizoenskerken en wat uit hun berichten opvalt is dat men als grootste probleem ervaart het geven van catechisaties aan dienstplichtige militairen. Met de bureau's van resp. de hoofdlegerpredikant, hoofdvlootpredikant en hoofdluchtmachtpredikant onderhouden deputaten een geregeld contact. Per 1 januari 1966 wordt tot hoofdlegerpredikant benoemd ds. J. Drost (geref.). De hoofdvlootpredikant is in deze tijd ds. J.W. Sepmeyer (herv.) en de hoofdluchtmachtpredikant is ds. A.C.J. van der Poel (herv.).
In de rapportage aan de synode van Amsterdam 1967/68 wordt meegedeeld dat de Contactraad Protestants Interkerkelijk Thuisfront is opgeheven. Een van de problemen die deze periode ruimschoots de aandacht krijgt is het feit dat het opgeven van namen en adressen van militairen door de thuiskerken slecht functioneert. Tegen 1970 blijkt dat het Handboekje niet meer functioneert. Daarvoor in de plaats komt de voorlichtingsbrochure Tot je dienst. Dit met name door een betere voorlichting vanuit de garnizoenskerken. Toch nemen de werkzaamheden van de garnizoenskerken juist nu sterk af. Een van de redenen hiervoor is, dat door betere verlofregelingen het contact met de thuiskerken beter gehandhaafd blijft. Uit de rapportage in de jaren zeventig vallen weinig bijzonderheden te vertellen. De bezorgdheid wordt regelmatig uitgesproken dat de zorg voor militairen en a.s. militairen steeds geringer dreigt te worden. Er zijn maar weinig recrutendagen meer. Er is minder contact met de garnizoenskerken en de thuiskerken zijn er nog niet genoeg van doordrongen dat bij hen een pastorale taak ligt. Ook in deze jaren komt de discussie over het vraagstuk van oorlog en vrede op gang in de kerken, mede door de contacten met het Interkerkelijk Vredes Beraad. De problemen van de garnizoenskerken rond 1980 spelen zich vooral af bij de beroepsmilitairen binnen de gemeente.
In de rapportage aan de synode van Bentheim 1981 krijgen de vragen over de verhouding tussen het persoonlijk pastoraat en de bemoeienis met structuren waarin militairen leven en werken grote aandacht. Verder is er ook de klacht van de geestelijke verzorgers, dat zij door de discussie over het oorlogsvraagstuk in een isolement gedrongen worden. Ze voelen zich te vaak in de steek gelaten door de kerken. De recrutendagen worden in deze tijd opgeheven. Ook wordt gepleit voor een versterking van het deputaatschap en daarbij te letten op de verhouding militairen-burgers en voorts op spreiding over de rangen binnen het krijgsmachtonderdeel. Typerend voor deze jaren is dat er opgemerkt wordt dat er voor geestelijke verzorgers ook wel eens vrouwen gezocht mogen worden. Gezien bovenbedoelde rapportage blijkt dat het deputaatschap vanaf circa 1980 min of meer een nieuwe fase ingaat en dit is dan ook het eindpunt voor deze inventaris.
Archief en inventaris
Bewerkingsgeschiedenis
Bijlage
Lijst van leden van het deputaatschap over 1915-1986
N.B. Afkomstig uit Jaarboeken ten dienste van de Gereformeerde Kerken in Nederland
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1925-1981
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van het deputaatschap voor de geestelijke verzorging van zee-, land- en luchtmacht van de gereformeerde kerken in Nederland 1925-1981
Auteur:
P. van Beek
Datering toegang:
1987
Datering bewerking:
2012
Openbaarheid:
Stukken jonger dan 50 jaar slechts ter inzage na toestemming inbewaargever
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
6,48 m oude verpakking