Uw zoekacties: Nederlandse zondagsschool vereniging

605 Nederlandse zondagsschool vereniging ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
Inleiding
Leergang op Zondag
De sneeuwbal ging rollen
605 Nederlandse zondagsschool vereniging
Inleiding
De sneeuwbal ging rollen
Organisatie: Het Utrechts Archief
Genoemde werkgroep in Amsterdam was zeer aktief. In het verslag van haar bijeenkomst op 18 april 1865 staat ondermeer: "Besloten, dat wij ons in navolging van andere landen Z.S. (zondagschool) vereeniging blijven noemen". In onderling overleg werden de taken verdeeld. In de publiciteit van het zondagsschoolnieuws hadden de vier initiatiefnemers een grote voorsprong. Zij stelden hun uitgave "De Christelijke familiekring" beschikbaar voor mededelingen, betreffende het zondagsschoolwerk.
Op pagina twee van jaargang 1866 van "De Christelijke Familiekring" staat de novolgende mededeling:
Wij verhalen U dan eerst hoe zij ontstaan is. Veilig kunnen wij zeggen dat zij niet kunstmatig gemaakt, maar onder de leiding der goddelijke voorzienigheid geboren is. Hoort slechts. De vier vrienden, die als redakteurs van dit weekblad optreden, zijn door goddelijk bestier bij elkander gebragt. Allen staan zij in dadelijke betrekking tot zondagscholen, en gevoelden dat in haar belang, en dat door haar voor de gemeente iets anders, en meer dan tot heden verrigt werd, moest gedaan worden. Zonder van elkander te weten, hadden zij reeds lang en nagenoeg gelijken wensch gekoesterd. Twee hunner hadden in het jaar 1864, op verschillenden tijd en naar verschillende aanleiding, het voorregt in Parijs den heer A. Woodruff van New-York te ontmoeten. Deze edele man, in zijn vaderland immer boven velen een vriend en steun handelszaken aan een zijner zonen had kunnen betrouwen, door de liefde van Christus gedrongen, om ook buiten Amerika als apostel der Zondagscholen, in den besten vorm dien dit gemeentewerk bereikt heeft, werkzaam te zijn. Door een zoo geestdriftvol hervormer met een deel van zijnen ijver bezield en door hem voorgelicht, trachtte een van hen, in Amsterdam teruggekeerd, in zijne jeugdige wijkinrigting het door Woodruff voorgestane stelsel in beoefening te brengen, en was even als zijn reisgenoot vol van het denkbeeld om voor ons vaderland opden voet als in Amerika en elders, eene Zondagschool-vereeniging tot stand te brengen, waartoe hun door eene en andere buitenlandsche vereeniging gereedelijk voorlichting en medewerking werd toegezegd.
Eerstgenoemde over dit plan sprekende met den uitgever van dit blad, werd door dezen gewezen op een broeder, die reeds sedert vele jaren het onderwijs leidt op eene der oudste Zondagscholen in de hoofdstad, en bovendien in betrekking staat tot eeen vereeniging, die in haren boezem meer Zondagscholen telt dan eenige andere in ons land. Tevens werd hij door hem in aanraking gebragt met een anderen broeder, die getuige is geweest van den zegen der Zondagsscholen in Amerika. Deze had reeds van zijne komst hier te lande af, in de stad zijner woning en met anderen het stelsel van Woodruff met vrucht in toepassing gebragt, en wenschte niets vuriger dan dit meer begrepen en gevolgd te zien. Zelf hoopte hij eerlang door de uitgave van een blad tot verwezenlijking van dien wensch handen aan het werk te kunnen slaan. En mede aan dezen was het bekend geworden, dat een zijner stadgenooten, ook arbeider aan de Zondagscholen, en daardoor, zoo als boven vermeld werd, te Parijs met Woodruff in kennis geraakt, reeds werkzaam was tot bereiking van hetzelfde doel.
Eene ontmoeting van deze vier broeders werd wenschelijk geacht, en zoo kwamen zij op zekeren dag bij den uitgever bijeen . Onder biddend opzien tot God raadplegende, kwam in hen de overtuiging tot rijpheid, dat zij handen inéén moesten slaan. Menige samenkomst volgde opdeze eerste. Alras bleek het hun dat hun een eigen tijdschrift, als orgaan voor hunne zienswijze en werkzaamheid, onontbeerlijk was, maar in zoo breede lijst, dat het tevens als zondagslektuur ook in wijderen kring aantrekkelijkheid bezitten mogt. In onze prospectus hebben wij, als redaktie, gezegd wat wij met dit blad bedoelen. Maar niet minder scheen het hun noodig, om op het voetspoor der zondagschool-uniën in Amerika, Engeland, Frankrijk en Duitschland, waarmede zij zich terstond in betrekking hebben gesteld, de grondslagen te leggen van eene Nederlandsche Zondagschool-Vereeniging.
Vertrouwende op den Heer der Gemeente, wien zij in dezen wenschen te dienen, hebben zij met het oog op vaderlandsche toestellen. En zoo kunnen wij nu in een opzettelijk stuk mededeelen wat deze vereeniging is en wat zij wil.
C.S. Adama van Scheltema, voorzitter.
Ph.J. Hoedemaker, secretaris.
E. van Weede van Dijkveld, penningmeester.
T.M. Looman.
Deze historische, door vier mensen ondertekende verklaring, is niet met eigen woorden weer te geven. Deze verklaring geeft een beeld van vastberadenheid bij de start van het zondagsschoolwerk in ons land in de jaren 1864-1866.
Een stem uit een ander land. In het Zwitserse kanton Vaud werd in juni 1866 een rondschrijven verzonden aan alle kerken met de oproep de zondagsschool bij te staan. Ook hier bemerken we de behoefte de zondagsscholen te erkennen.
Het is een grote vreugde te bemerken in welk tempo de ontwikkeling van de zondagsschoolarbeid in ons land en daar buiten voortgang vond.
In 1880 werd ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de "Engelsche Zondagschool-Vereeniging" te Londen de grote "Internationale Conventie van Zondagschoolarbeiders en Vrienden" gehouden. Uit alle delen van de wereld waren op deze conferentie zondagsschoolvertegenwoordigers aanwezig. naam van de oprichter van de "Engelsche Zondagsscholen in Nederland dit Eeuwfeest in hun gemeente medegevierd.
Het was een goede gedachte van de bestuurders in Londen in het feestprogramma één dag te besteden aan het zondagsschoolwerk op het vaste land.
Het kon niet anders dan dat meerdere herdenkingsfeesten van zondagsscholen moesten volgen. Het internationale contact was gelegd in 1880.
De "Nederlandsche Zondagsschool Vereeniging" heeft een belangrijke plaats ingenomen in de opbouw van het werk in Nederland, waarbij gebruik werd gemaakt van de steun uit andere landen. Een goed begrip voor de taak tot deze arbeid, een verantwoord overleg met derden en een inspelen op de tijd, waarin geleefd werd en wordt, hebben de weg tot voortgang open gehouden. De doelstelling van de zondagsschool bleef voorop staan, dat was en is het geheim van kunnen en mogen doorgaan.
In de Zondagsschoolalmanak van 1867 wordt melding gemaakt van 24.378 zondagsschoolleerlingen in Nederland. In het jaar 1916 waren er 178.636 leerlingen. De N.Z.V. bestond in dat jaar 50 jaar.
Uit het archief van de N.Z.V. blijkt, dat tot voor enkele jaren het Jaarcongres, vroeger genoemd Jaarvergadering, twe dagen van grote vreugde betekende voor zondagsschool-Nederland. Kon. de N.Z.V. zich in die jaren presenteren op één centraal punt, thans blijkt, dat de N.Z.V. naar buiten moet treden om haar medewerkers te ontmoeten. Naast de jaarcongressen wordt eveneens bijzondere aandacht besteed aan de conferenties, die op meerdere plaatsen in het land worden gehouden. Verder zijn er studiedagen, cursussen voor zondagsschoolmedewerkers, etc.
Ds. J. ter Schegget voorzitter van de N.Z.V., hield in de Hoogdienst ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de N.Z.V. in de Westerkerk te Amsterdam op 5 juni 1966 de prediking, welke eindigde als volgt:
Weest blij: U dient een zaak, die overwinnen zal.
Weest blij: de toekomst is voor ons zeker. De Here is nabij.
Weest nu al blij: eens zal Hij door ons en onze kinderen geloofd en geprezen worden, omdat de Here door Zijn nabijheid de gehele wereld heeft losgemaakt van alle afgoden. Toch overwint eens de genade.
Deze proclamatie klinkt steeds door in het zondagsschoolwerk en zal blijven klinken.
Het eerder genoemde blad "De Christelijke Familiekring" groeide mee met de tijdsveranderingen en de daarmede gepaard gaande ontwikkeling van het zondagsschoolwerk.
Als uitvloeisel hiervan werd met ingang van 1 januari 1906 een bijblad van "De Christelijke Familiekring" groeide mee met de tijdsveranderingen en de daarmede gepaard gande ontwikkeling van het zondagsschoolwerk. Als uitvloeisel hiervan werd met ingang van 1 januari 1906 een bijblad van "De Christelijke Familiekring" uitgegeven ter meerder informatie aan de zondagsschoolwerkers.
In 1920 moest dit blad met bijblad plaats maken voor een vernieuwd maandblad, getiteld "N.Z.V.-Blad", welk blad in 1932 een andere vorm en indeling kreeg en genoemd werd "Kind en Zondag".
En zo zijn de woorden van de vier initiatiefnemers in 1866, waarmee zij hun beginselverklaring eindigden:
".... en zoo kunnen wij nu in een opzettelijk stuk mededeelen wat deze Vereeniging is en wat zij wil", onveranderd gehandhaafd.
Voortkomend uit het karakter van het werk is het begrijpelijk dat het belang van het vormen van een archief aan de aandacht is ontsnapt. Dit komt ook door de soms snelle wisseling van medewerkers en bestuurders. Veel werk werd immers mede gedaan door vrijwilligers en dan kwam men niet tot archiefvorming. Het is daarom te prijzen dat, vooral uit recenter tijd, nog zo veel is bewaard gebleven.
Bijzonder verheugend is dat de maandbladen veel informatie geven over het werk waarover het archief niet spreekt. Dit is ook de reden waarom de periodieken van 1866-1932 in de inventaris zijn opgenomen.
Het nieuwe maandblad "Kind en Zondag" krijgt een langer leven toegemeten. Het start in 1933 en heeft zich tot heden weten te handhaven.
Bij de beschrijving van dit archief was het niet mogelijk een bepaalde structuur van bewaren of systeem van opbergen te ontdekken, reden waarom is uitgegaan van het karakter van het werk.
De aangegeven rubrieken zullen geen problemen opleveren. Een enkele toelichting vraagt rubriek "H": "Een woord en een wederwoord". Deze archiefbescheiden geven opening van zaken ten aanzien van "pro" en "contra" in het N.Z.V. werk.
Het jaar 1980 werd in overleg met de directie als jaar van afsluiting van dit archiefgedeelte aangehouden. In dat jaar en ook momenteel heeft de N.Z.V. twee directeuren en een toegewijde groep van medewerkers. De administratie is gevestigd in het N.Z.V. gebouw, Bloemgracht 65 te Amsterdam.
De toestand van het archief is bij het gereedkomen van de inventaris goed te noemen. Diverse banden en losse stukken moesten worden gerestaureerd. Het ligt in het voornemen van het bestuur een afsluitbare stalen kast aan te kopen voor het opbergen van het archief.
Verder zijn in het pand van de administratie aanwezig een handbibliotheek en een foto-archief, betrekking hebbende op het zondagsschoolwerk.
De "dubbelen" van de maandbladen worden ondergebracht bij de bilbiotheek.
N. Veldhuis, 1983

Kenmerken

Datering:
1865-1995
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de Nederlandsche zondagsschool vereniging 1865-1995
Auteur:
N. Veldhuis
Datering toegang:
1983
Openbaarheid:
Er zijn enkele niet-openbare bestanddelen
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
25,13 m zuurvrije dozen
Rubrieken: