Uw zoekacties: Familie De Beaufort

53 Familie De Beaufort ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
De familie
53 Familie De Beaufort
Inleiding
De familie
Organisatie: Het Utrechts Archief
De eerste De Beaufort die zich in de Nederlanden vestigde was Pierre, geboren in 1595 als zoon van Paul de Beaufort, kleermaker en koopman in Sedan. Vermoedelijk gebeurde dat op aanraden van zijn oom - of oudoom - Etienne de Franchimont, die al eerder hier was gekomen, in het gevolg van de franse gezant De Buzanval. Nadat Pierre in 1613 Frankrijk had verlaten volgde hij enige jaren later zijn oom op als commissaris van de monstering. Hij vestigde zich in Hulst, waar hij in de magistraat kwam. Eind 1645 werd hij bovendien commissaris van bevoorrading en uitrusting van het leger te Hulst. Hij en zijn nakomelingen trouwden met vrouwen uit aanzienlijke zeeuwse geslachten - Colve, Mogge, Van Serooskerke, Stavenisse, Van Gelre en andere - en bleven de eerste honderdvijftig jaar vast in Zeeland verankerd. Pas in de loop van de 18e eeuw leidde de carrière van Pieter Benjamin de Beaufort (1688-1777) ertoe dat zijn nakomelingen zich in de provincie Utrecht vestigden.
Hij bekleedde aanvankelijk nog wel dezelfde ambten als zijn voorouders steeds gedaan hadden en was bovendien in 1720 aangesteld tot rentmeester over de nassause domeinen te Hulst en Hulsterambacht. Daar kwam een eind aan toen hij in 1739 lid werd van de nassause domeinraad. Hij verhuisde naar Den Haag en gaf zijn zeeuwse functies op, waarin zijn zoon Joachim Ferdinand hem opvolgde. De in Den Haag gelegde contacten leidden in 1754 tot zijn aanstelling als drost van stad en baronie van IJsselstein. Joachim Ferdinand volgde hem daar in 1762 op en trad vier jaar later af als rentmeester van Hulsterambacht, nadat men hem onder het oog had gebracht dat de twee ambten niet goed te verenigen waren. Toen hij als gevolg van de bataafse omwenteling in 1795 werd afgezet als drost keerde hij niet terug naar Zeeland maar vestigde zich te Zeist waar hij in 1808 overleed.
Uit het huwelijk van Joachim Ferdinand de Beaufort en Anna Digna van Gelre hebben slechts twee kinderen de volwassen leeftijd bereikt, een zoon en een dochter. Die zoon, Willem Hendrik de Beaufort (1775-1829), was gehuwd met Cornelia Anna van Westrenen, uit een familie die gegoed was in het Krommerijngebied. Zij zijn de stamhouders geworden van de Utrechtse familie De Beaufort van wie de familiepapieren in deze inventaris beschreven zijn, Willem Hendrik, die in Utrecht rechten had gestudeerd en sinds 1814 deel uitmaakte van de provinciale staten van Utrecht, is vooral bekend door de aankoop in 1807 van de buitenplaats Den Treek te Leusden, welk bezit hij in de daaropvolgende jaren uitbreidde en door ontginninig en beplanting verbeterde. Zijn belangstelling voor de landbouw bleek al in 1805, toen hij secretaris werd van de pas opgerichte commissie van landbouw te Utrecht. Een geestverwant vond hij in Jan Bernard Stoop die tussen 1826 en 1846 honderden bunders hei en bos kocht in Zeist en Woudenberg en die productief ging maken. Met Hubert M.A.J. van Asch van Wijck, sinds 1816 eigenaar van Henschoten en andere onroerende goederen in Woudenberg had Willem Hendrik de Beaufort soortgelijke contacten. Geheel toevallig was het niet dat zowel Henschoten als het bezit van Stoop in de loop van de 19e eeuw door huwelijk over gingen in handen van zijn nazaten.
Twee van Willem Hendriks zonen hadden nageslacht. Een van hen, Arnoud Jan, (1799-1866), gehuwd met Stoops enig kind Anna Aleida, erfde van zijn ouders een deel van Den Treek en werd na het overlijden van zijn ongehuwd gebleven oudere broer Jooachim Ferdinand volledig eigenaar van dit landgoed. De jongste, Pieter (1807-1876), verkreeg uit de nalatenschap van zijn in 1853 overleden oom Jan Antonie Godin van Westrenen het huis Leeuwenburg te Driebergen met onroerende goederen in het Krommerijngebied. Andere bezittingen in dit gebied waren al in 1818 door Cornelia Anna van Westrenen van haar ouders geërfd en later onder haar kinderen verdeeld.
Arnoud Jan de Beaufort (1799-1866) had vier zonen, die in de tweede helft van de 19e eeuw allen dicht bijelkaar gelegen landgoederen beheerden, waarvan de namen vaak gebruikt werden om gelijknamige neven of nichten van elkaar te onderscheiden. De oudste, Willem Frederik (1845-1918), erfde Den Treek. De tweede zoon, Johannes Bernardus (1847-1924) was door zijn huwelijk met Cornelia Maria van Asch van Wijck in het bezit gekomen van Henschoten en had zelf door vererving en aankoop ook onroerende goederen te Woudenberg, die hij alle vanuit zijn landhuis Laanzicht beheerde. Een derde zoon, Joachim Ferdinand (1850-1929), verkreeg na overlijden van zijn moeder het huis Molenbosch en bijbehorende goederen in Zeist en Austerlitz. De jongste, Arnoud Jan (1855-1929), verwierf door aankoop en vererving het landgoed Den Boom te Leusden. Bij de verdeling van nalatenschappen trachtte men steeds ervoor te zorgen dat iedere belanghebbende een aaneengesloten geheel verwierf, maar dat was niet altijd mogelijk. Zo had de eigenaar van Den Treek bijvoorbeeld ook bezittingen in het Krommerijngebied en bij Eemnes.
Waarschijnlijk was het beduchtheid voor verdere versnippering die Johannes Bernardus de Beaufort (1847-1924), vader van elf kinderen, ertoe bracht het grootste deel van zijn onroerend goed reeds in 1908 onder te brengen in een naamloze vennootschap, de N.V. Woudenbergsche Bosch en Land Exploitatiemaatschappij, welke naam in 1925 de toevoeging "Landgoed Henschoten" kreeg. Als directeur stelde hij zijn zoon Willem Hendrik (1881-1976) aan - "Willem Stort", zo genoemd naar het huis 't Stort te Maarn dat hij bewoonde. Deze werd in dezelfde tijd door zijn gelijknamige oom, de gewezen minister van buitenlandse zaken, aangetrokken als directeur van het landgoed Den Treek. Na het overlijden van de minister in 1918 werd ook dit landgoed ondergebracht in een naamloze vennootschap. Door aankoop van tussen de beide landgoederen gelegen bezittingen vormden zij sinds 1935 een aaneengesloten gebied, zodat een fusie overwogen werd die in de jaren 1935 tot 1941 tot stand kwam. In 1935 werd de N.V. Den Treek holding company voor de N.V. landgoed Henschoten, die in 1941 werd geliquideerd. In 1961 werd de naam N.V. landgoed Den Treek gewijzigd in N.V. landgoed Den Treek-Henschoten.
Het landgoed De Boom werd door Anna Aleida de Beaufort (Annie Boom), de enige dochter van Arnoud Jan (1855-1929), ondergebracht in een stichting tot bevordering van de geestelijke en stoffelijke belangen van personen die woonden in de gemeenten waar haar bezittingen lagen. De overige landgoederen, Molenbosch en Leeuwenberg, bleven in handen van nakomelingen van respectievelijk Joachim Ferdinand (1850-1929) en Pieter (1807-1876) de Beaufort.
Behalve dat zij aktief waren op het gebied van land- en bosbouw hebben ook veel leden van de familie openbare functies bekleed. Zij namen zitting in de staten van Utrecht, in het bestuur van waterschappen, in gemeenteraden of zij werden benoemd als burgemeester, zoals van Vleuten, Soest, Woudenberg en Leusden. Ook zijn sommigen betrokken geweest bij het onderwijs, hetzij als schoolopziener, hetzij als lid van de provinciale commissie van onderwijs. In de landspolitiek heeft Willem Hendrik de Beaufort (1845-1918) carrière gemaakt, eerst als kamerlid later als minister van buitenlandse zaken, welk ambt hij van 1897 tot 1901 heeft bekleed. Zijn zoon Jan Aernout Anne Hendrik was referendaris op hetzelfde ministerie. Om deze reden zijn de op Den Treek aangetroffen persoonlijke archieven van deze twee leden van de familie op het Algemeen Rijksarchief in bewaring gegeven.
Het archief
Bewerkingsgeschiedenis
Addendum
Bijlagen
1. Overzicht van de inhoud van het archief van Willem Hendrik de Beaufort (1845-1918), ondergebracht op het Nationaal Archief te Den Haag
N.B. Er is een uitgebreide documentatie van pamfletten, kranteknipsels, brochures en tijdschriften over vredesvraagstukken, buitenlandse politieke kwesties, Zuid-Afrika, de Eerste Wereldoorlog, Volkenrecht, onderwijs, tariefwetgeving en andere politieke vraagstukken, zoals ook de drooglegging van de Zuiderzee.
2. Overzicht van de inhoud van het archief van Jan Aernout Anne Hendrik de Beaufort (1876-1957), ondergebracht op het Nationaal Archief te Den Haag
N.B. Een deel van de persoonlijke stukken van Jan Aernout, voornamelijk als corpslid in Utrecht, berusten op het rijksarchief in Utrecht en zijn in deze inventaris beschreven. Er is een uitgebreide documentatie van pamfletten, kranteknipsels, brochures en tijdschriften over vredesvraagstukken, buitenlandse politieke kwesties, Zuid-Afrika, de Eerste Wereldoorlog, Volkenrecht, onderwijs, tariefwetgeving en andere politieke vraagstukken, zoals ook de drooglegging van de Zuiderzee.
3. Verantwoording van de herkomst van de archiefstukken
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1556-2014
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de familie De Beaufort 1556-2014
Auteur:
E.P. de Booy
Datering toegang:
1985
Datering bewerking:
2011, 2015
Openbaarheid:
Stukken jonger dan 50 jaar slechts ter inzage na toestemming inbewaargever
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
42,46 m
Rubrieken:
Thema trefwoorden: