Stichting Het Utrechts Landschap verwerft in 1927 het Lokhorsterbos bij Leusden als eerste bezitting. Een deel van de Eyckensteinse Bossen - waar het in het begin allemaal om draaide - krijgt de Stichting na onteigening in 1933 in handen. Vlak na de Tweede Wereldoorlog bezit Stichting Het Utrechts Landschap ongeveer 400 ha; in januari 1997 is dit opgelopen tot 3675 ha. Ze bezit niet alleen terrein, maar beheert ook gronden voor derden. In totaal beheert de stichting in 1938 ongeveer 2020 ha. Het aantal donateurs groeit aanvankelijk langzaam. In 1947 zijn er circa 350 begunstigers; in 1997 is dit aantal opgelopen tot 22646. Na het natuurbeschermingsjaar 1970 krijgen natuur en milieu steeds meer publieke en politieke aandacht. Bij Stichting Het Utrechts Landschap groeien de activiteiten op het gebied van public relations en voorlichting mee met de groene hausse in de jaren zeventig en daarna.

De Stichting Het Utrechts Landschap heeft, aldus de statuten uit 1927, tot doel: het bevorderen van het behoud van het natuur- en landschapsschoon in de provincie Utrecht. Hoe wil de stichting haar doel bereiken?
1. Het maken en bijhouden van een inventaris van in de provincie Utrecht aanwezige en voor het doel geschikte onroerende goederen.
2. Het in bezit verwerven, beheren en exploiteren van dergelijke goederen.
3. Het bijeenbrengen van gelden nodig om het doel te bereiken.
4. Bemoeienissen met de overheid, organisaties en personen om steun te krijgen voor het doel.
5. Alle andere wettelijke middelen die voor het doel bevorderlijk kunnen zijn.
Het maken en bijhouden van de inventaris van in de provincie Utrecht aanwezige natuurterreinen verdwijnt in rond 1980 uit de statuten. Het verstrekken van voorlichting over natuur- en landschapsschoon, onder meer door het organiseren van excursies, rondleidingen en tentoonstellingen, komt in dezelfde periode als nieuwe taak in de statuten terecht.

De Stichting heeft aanvankelijk een eenvoudige organisatiestructuur: een algemeen en een dagelijks bestuur, aangevuld met een beheerder-rentmeester en enkele medewerkers. In 1943 ontslaat de commissaris voor niet-commerciële verenigingen en stichtingen het zittend bestuur en vervangt het door een nationaal-socialistisch gezind bestuur. De rentmeester blijft gedurende de gehele bezettingsperiode op zijn post. Direct na de bevrijding wordt het ‘oude’ bestuur weer hersteld.
In 1980 wijzigt de bestuursstructuur. Het Dagelijks en Algemeen Bestuur worden vervangen door een Bestuur en een Raad van Toezicht. De Raad houdt toezicht op het beleid van het Bestuur, onder meer door goedkeuring van de financiële jaarstukken. Het apparaat - aanvankelijk bestaand uit een rentmeester, secretariele ondersteuning, een administrateur en enige boswachters - breidt in de jaren dat de natuurbescherming de wind in de zeilen krijgt, gestaag uit. In januari 1997 werken er, naast vrijwilligers, arbeidscontractanten, freelancers en soortgelijken, ongeveer 35 mensen in vaste loondienst. Het Bestuur en het apparaat krijgen ondersteuning van vrijwilligers en commissies.