Uw zoekacties: Heerlijkheden Heeswijk en Achthoven

207 Heerlijkheden Heeswijk en Achthoven ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
De heerlijkheden Heeswijk en Achthoven waren ten Oosten van Montfoort ter weerszijden van de Hollandse IJsel gelegen (Heeswijk ten Zuiden, Achthoven ten Noorden van de IJsel) en werden door de burggraven van Montfoort in leen gehouden van het Sticht.
In 1648 werd Achthoven door de laatste burggraaf van Montfoort: Ferdinand Philips de Merode verkocht aan Anthonis Charles Parmentier, deken van het kapittel van Oudmunster en geëligeerde in de Staten van Utrecht. Een jaar later werd deze koop geannuleerd (invent. no. 19: dorsale notitie op het koopcontract), maar terstond daarna werd de heerlijkheid weer aan Parmentier verkocht, nu echter tezamen met de heerlijkheid Heeswijk, de visserij in de beide Wiericken en nog 44 morgen land onder Achthoven. Sedert dit jaar (1649) worden de beide heerlijkheden steeds in één leenbrief verenigd.
De burggraaf heeft mogelijk deze twee heerlijkheden aan Parmentier verkocht om de grote lasten waarmee zij bezwaard waren (zie het koopcontract d.d. 12 Juni 1649, invent. no.3; en de invent. no. 21 t7m 27), hoewel dit belast zijn alleen van de 44 morgen land onder Achthoven en het visrecht in de beide Wiericken uitdrukkelijk wordt gezegd, terwijl er verder slechts gesproken wordt over (de rente uit; de heerlijkheid en "goederen" van Montfoort. Het feit echter, dat Heeswijk al eens wegens schulden verkocht is geweest (invent. no. 9) doet vermoeden, dat bij deze "goederen" van Montfoort ook Heeswijk in het geding is.
Overigens past deze verkoop ook geheel in het streven van de familie de Merode om haar Noord-Nederlandse bezittingen van de hand te doen en zich geheel te concentreren op haar goederen in de Zuidelijke Nederlanden (zie de inleiding op de inventaris van het archief van de heren van Montfoort, bladzijde 3)" De verkoop van Heeswijk en Achthoven heeft namelijk plaats. gehad in dezelfde tijd waarin de Staten van Utrecht het burggraafschap van Montfoort kochten (contract van de burggraaf met de Staten d.d. 4 juli 1648, contract van de burggraaf met Parmentier d.d. 12 Juni 1649).
De heerlijkheden blijven slechts gedurende twee generaties in het geslacht Parmentier. Anthonis Charles Parmentier wordt na zijn overlijden in 1666 gevolgd door zijn zoon Carel. Deze vermaakt beide heerlijkheden in 1728 aan zijn achterkleinzoon Hendrik van Utenhove, heer van Amelisweerd, die na zijn kinderlood overlijden in 1767 krachtens testament opgevolgd wordt door zijn achterneef Maurits Carel van Utenhove, heer van Bottestein, wiens zoon Maximiliaan Louis van Utenhove (beleend in1781 de beide heerlijkheden tussen 1799 en 1810 verkoopt aan zijn oom: mr. Johan Balthazar Strick van Linschoten (+ 1820). De goederen blijven dan in het geslacht Strick van Linschoten: Jan Carel Wendel (+ 1850) en diens zoon: mr. Johan Balthazar (+ 1889), door wiens erfgenamen de goederen met het daaraan verbonden recht van tiendheffing in 1905 ten overstaan van notaris G.A. de Gelder te Montfoort werden verkocht aan H.J.F. Muller te Gorinchem. In 1951 werd het archief door een kleinzoon van jhr. mr. J.B. Strick van Linschoten: mr. E. van Beusekom aan het Rijksarchief in de provincie Utrecht geschonken.
Het archief dateert grotendeels uit de 17-de en 18-de eeuw. De diverse eigendomsbewijzen en de overige stukken, die op de heerlijkheden in het algemeen betrekking hebben, vormen met de stukken betreffende de aan de heerlijkheden verbonden rechten, welke vermeld staan in het koopcontract van 1649 (invent. no. 3), in het archief de afdeling A I en II.
In de loop der tijden hebben de heren van Heeswijk en Achthoven zich echter enige rechten erbij verworven, namelijk het visrecht in de IJsel en in de stadsgrachten van Montfoort en verschillende tienden, te vinden in afdeling B. Verder hadden de heren van Heeswijk en Achthoven door de ligging hunner heerlijkheden bemoeiïngen met meerdere heemraadschappen. Als heer van Heeswijk, gelegen in de Lopikerwaard, hadden zij te maken met het hoogheemraadschap van de Lekdijk Benedendams. Als heer van Achthoven hadden zij het recht om voor het waterschap Bijleveld en de Meerndijk. waaronder Achthoven ressorteerde, een der heemraden aan te stellen (zie het koopcontract, invent. no. 3), terwijl zij voor elk van hun beide heerlijkheden ook een heemraad benoemden voor het heemraadschap van de IJsel (schouwbrief van 1652, invent. no. 93). Tenslotte benoemden zij, weer als heer van Heeswijk, twee van de zes heemraden voor het heemraadschap van de Z.-IJseldijk (schouwbrief van 1676, invent. no. 95). Van deze en andere bemoeiingen der heren met al deze heemraadschappen wordt in het archief de neerslag gevormd door afdeling C.
In de afdeling D is ondergebracht een aantal stukken, waarvan het verband met Heeswijk en Achthoven niet gebleken is.
Voorts werden twee charters aangetroffen, die bij het archief van de heren van Montfoort bleken te behoren. Waarschijnlijk zijn zij in het archief van Heeswijk en Achthoven terechtgekomen door toedoen van A.C. Parmentier, die in 1650 als sterfman van de Staten van Utrecht met het burggraafschap van Montfoort werd beleend (archief der Staten van Utrecht, invent. no. 448), hetzij dat ze hem bij de verkoop van Heeswijk en Achthoven in 1649 zijn overgedragen, hetzij dat hij ze zich tijdens de waarneming van het burggraafschap heeft toegeëigend. Aangezien in het archief van de heren van Montfoort meer stukken van deze aard berusten, zijn zij daar weer teruggebracht.
Tenslotte werd een omslag betreffende de aanstelling van nieuwe schutmeesters voor de schutterij van Montfoort in 1651, welke evenzo in het archief van Heeswijk en Achthoven werd aangetroffen, naar het Montfoortse stadsarchief teruggebracht.
Inventaris
2. Stukken betreffende de overige rechten van de heren van Heeswijk en Achthoven
2.2. Tienden
2.2.3. Achthoven
71-71 Acte van belening van Charles Parmentier door de Staten van Utrecht met de aan het burggraafschap van Montfoort leenroerige tiend onder Achthoven aan de Meerndijk, na opdracht door Pieter Leechburch, 1688. Met oudere acten van belening 1658-1680, en jongere acten 1728-1781, en een optekening betreffende de beleningen tot 1688
71-3 1680 juni 2
207 Heerlijkheden Heeswijk en Achthoven
Inventaris
2. Stukken betreffende de overige rechten van de heren van Heeswijk en Achthoven
2.2. Tienden
2.2.3. Achthoven

71-71 Acte van belening van Charles Parmentier door de Staten van Utrecht met de aan het burggraafschap van Montfoort leenroerige tiend onder Achthoven aan de Meerndijk, na opdracht door Pieter Leechburch, 1688. Met oudere acten van belening 1658-1680, en jongere acten 1728-1781, en een optekening betreffende de beleningen tot 1688
71-3
1680 juni 2
Omvang:
1 charter
Organisatie: Het Utrechts Archief

Kenmerken

Datering:
1561-1844
Toegangstitel:
Inventaris van de archieven van heerlijkheden Heeswijk en Achthoven
Auteur:
Onbekend
Datering toegang:
z.j.
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Schenking (van een niet overheidsarchief)
Omvang:
0,52 m zuurvrije dozen
Thema trefwoorden:
Categorie: