1853 Dienst van Openbare Werken van de gemeente Utrecht 1965-1977 ( Het Utrechts Archief )
1853
Dienst van Openbare Werken van de gemeente Utrecht 1965-1977
Inleiding
Dienst van Openbare Werken (DOW) 1965-1977
1853 Dienst van Openbare Werken van de gemeente Utrecht 1965-1977
Inleiding
Dienst van Openbare Werken (DOW) 1965-1977
Na de Tweede Wereldoorlog beleefde de Dienst Gemeentewerken een aanzienlijke groei. De grenswijziging van de gemeente Utrecht in 1954 (door annexatie van Oudenrijn, Zuilen en delen van Jutphaas, Maartensdijk, De Bilt en Houten) zorgde voor een verdubbeling van het werkgebied.
De naam van de dienst werd per 1 januari 1956 gewijzigd in Dienst van Openbare Werken (DOW). De organisatie wijzigde omdat de in 1950 opgerichte Dienst Stadsontwikkeling deel ging uitmaken van de dienst. De centrale leiding van de DOW kwam in handen van een hoofddirecteur. De DOW was een conglomeraat van zelfstandige gespecialiseerde organisatieonderdelen met aan het hoofd een eigen dienstdirecteur:
- Technische Dienst
- Grondbedrijf
- Dienst Stadsontwikkeling
- Verkeersdienst (vanaf 1966)
- Technische Dienst
- Grondbedrijf
- Dienst Stadsontwikkeling
- Verkeersdienst (vanaf 1966)
De Technische Dienst vormde de klassieke harde kern van de DOW, als uitvoerder van aanleg, beheer en onderhoud van gemeentewege. De dienst zorgde voor allerlei grote en kleine werken in de openbare ruimte. Hij bestond uit de afdelingen wegen en bestratingen, waterbouwkundige en aanverwante werken, rioleringen en afwateringszaken, bouwkundige werken, onderhoudsdienst en monumentenzorg, de plantsoendienst en de magazijnen en opslagplaatsen.
Het Grondbedrijf opereerde als afzonderlijke organisatorische eenheid binnen de DOW. Het bedrijf was verantwoordelijk voor verwerving van grond en panden en het beheer van zakelijke rechten. In de jaren zestig kreeg het Grondbedrijf het druk met de aankoop van te slopen panden en het saneren van bedrijfsopstallen in Stationsgebied en binnenstad, bestemd voor bouw- en wegwerken rond het centrum.
De Dienst Stadsontwikkeling stond met zijn structuurplan uit 1954 aan de basis van ruimtelijke plannen voor grootschalige stadsuitbreidingen als Kanaleneiland en Overvecht. De Dienst Stadsontwikkeling bestond uit de afdelingen stedenbouwkundige plannen, sociaaleconomisch en sociografisch onderzoek en landmeten en karteren. Vanaf begin jaren zestig had de Dienst Stadsontwikkeling een rol in het publiek-private centrumplan Hoog Catharijne. Het initiatief voorzag in de omvorming van de oude Stationswijk tot een modern winkelhart. Het voortouw voor het winkelgebied werd genomen door het bedrijfsleven, bij het Utrechtse bouwconcern Verenigde Bedrijven Bredero (VBB) en zijn dochterondernemingen Empeo en Breevast.
In 1966 werd de Verkeersdienst afgesplitst van de Dienst Stadsontwikkeling. De gegroeide gemeentelijke bemoeienis met (auto)verkeerszaken, naar voren komend in gemeentelijke verkeersplannen als het Plan Feuchtinger (1958) en het rapport Kuiper (1961), was daar debet aan. Intensieve gemeentelijke verkeersactiviteiten leidden tot singeldemping, aanleg van stadsringwegen en verkeersdoorbraken in en om de binnenstad. Rond 1970 werden er nabij het winkelgebied Hoog Catharijne en de binnenstad enkele parkeergarages en voetgangersgebieden gerealiseerd.
In 1970 verliet de DOW zijn aloude onderkomen aan Achter Clarenburg 12-14, dat plaatsmaakte voor winkelgebied Hoog Catharijne, warenhuis Vroom & Dreesmann en parkeergarage Rijnkade. De dienst betrok een eigentijdse kantoortoren aan de Ravellaan 96, aanvankelijk Nieuw Clarenburg gedoopt, later Gebouw 1 genoemd. Het gebouw voorzag in moderne kantoortuinen, kantine en laboratorium.
De secretarie (gevestigd in stadhuis en Neudeflat) vervulde naast de gemeentelijke diensten een belangrijke beleidsvoorbereidende én uitvoerende rol. Ze had omvangrijke afdelingen, onder andere op het gebied van openbare werken, stadsontwikkeling en volkshuisvesting.
Naast de DOW opereerde de Bouw- en Woningdienst (BWD) op het werkgebied van volkshuisvesting, woningbeheer en bouwtoezicht. In de loop van de jaren zeventig werd het naast elkaar opereren van afzonderlijke dienstorganisaties op het werkterrein van volkshuisvesting door het gemeentebestuur als niet meer doelmatig ervaren. De problematiek van de stadsvernieuwing (de aanpassing van de binnenstad en de oudere woonwijken binnen Utrecht) werd steeds urgenter en leidde vanaf 1975 tot voorstellen voor integratie van DOW en BWD. In 1978 gingen de Dienst van Openbare Werken en de Bouw- en Woningdienst samen in de dienstenstructuur Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Volkshuisvesting Utrecht (ROVU).
laatste wijziging 23-04-2024
516 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
Inventaris
laatste wijziging 23-04-2024
516 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
Bijlage
laatste wijziging 23-04-2024
516 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
Kenmerken
Datering:
1965-1977
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de Dienst van Openbare Werken van de gemeente Utrecht (1928) 1965-1977 (1981)
Auteur:
J. Brugman
Datering toegang:
2018
Openbaarheid:
Op inv.nr. 34 is met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer een openbaarheidsbeperking van 75 jaar van toepassing. Eerdere inzage is slecht mogelijk na schriftelijke toestemming van de Gemeentearchivaris van Utrecht
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
12,5 m
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Dienst van Openbare Werken van de gemeente Utrecht (1928) 1965-1977 (1981)
Rubrieken:
Categorie:
laatste wijziging 23-04-2024
516 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand