Op 11 december 1945 benoemde de Generale Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk de Commissie voor de Kerkorde. Deze commissie had tot taak een concept voor een nieuwe kerkorde voor de Nederlandse Hervormde Kerk op te stellen. De commissie kon aan haar taak beginnen dankzij het voorbereidende werk van de Commissie voor beginselen van Kerkorde. In februari 1942 werd deze commissie door de synodale werkgroep Kerk en Gemeenteopbouw in het leven geroepen om de beginselen van een nieuwe kerkelijke rechtsorde in de Nederlandse Hervormde Kerk te bestuderen. Dit was nodig omdat de Kerk door en onder het Algemeen Reglement voor het bestuur der Hervormde Kerk van het Koninkrijk der Nederlanden uit 1816 vele problemen kende.
Op 24 maart 1944 stelde de Commissie voor beginselen van Kerkorde de eindtekst van de zo genaamde Werkorde vast. Na het doorlopen van de noodzakelijke procedures die wegens de oorlogsomstandigheden vertraging opliepen, nam de Generale Synode op 25 juli 1945 de werkorde aan.
Als één van haar belangrijkste taken in die tijd had de Generale Synode zich de totstandkoming van een nieuwe Kerkorde gesteld. Op 11 december 1945 benoemde zij hiertoe de Commissie voor de Kerkorde. Deze nieuwe commissie werd samengesteld uit leden van de Commissie voor beginselen van Kerkorde, aangevuld met leden van het moderamen van de Generale Synode en enkele externe deskundigen *  .

Reeds op 20 december 1945 vond de eerste vergadering van de commissie plaats. Als uitgangspunt werd het "Bouwplan" van dr. Wagenaar als uitgangspunt genomen (zie inv.nrs. 35 en 36).
Na 23 vergaderingen die als regel meerdere dagen in beslag namen, had de commissie op 24 oktober 1947 als resultaat het Ontwerp voor een Kerkorde gereed.
Dit werd op 24 november 1947 aan de Generale Synode aangeboden. Nadien kwam de commissie nog acht maal bijeen. Zij voerde onder andere besprekingen met gedelegeerden van andere kerkgenootschappen. Na uitvoerige besprekingen en amenderingen aanvaardde de Generale Synode op 14 oktober 1949 het Ontwerp in eerste lezing. Daarna kom het ter consideratie aan de provinciale kerkbesturen en classicale vergaderingen gestuurd worden. Dit leverde 6000 amendementen op. Het ontwerp werd bovendien in talrijke publicaties besproken. De laatste artikel gewijze bespreking van de nieuwe kerkorde vond plaats van 20 november tot 7 december 1950. Vervolgens is de kerkorde op 1 mei 1951 in werking getreden.
De kerkorde van 1951 bestond uit 29 artikelen, gevolgd door 20 ordinanties en 368 overgangsbepalingen *  . De werkzaamheden van beide genoemde commissies zijn uitvoerig beschreven in de bij de literatuur genoemde publicaties.