Uw zoekacties: Utrechts Stedelijk Gymnasium: school 1631-1968

1355-1 Utrechts Stedelijk Gymnasium: school 1631-1968 ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Hieronymusschool of Latijnse school 1474-1863
Utrechts Stedelijk gymnasium 1864-1969
1355-1 Utrechts Stedelijk Gymnasium: school 1631-1968
Inleiding
Utrechts Stedelijk gymnasium 1864-1969
Organisatie: Het Utrechts Archief
In 1876 kwam door de nieuwe wet op het Hoger Onderwijs een einde aan de Latijnse scholen. De stedelijke gymnasia traden daarvoor in de plaats. Met de reorganisatie kon men pas beginnen, toen bij het Koninklijk Besluit van 27 april 1877 het leerplan voor de gymnasia werd vastgesteld. Hierbij werd bepaald, dat de school voortaan zes klassen zou hebben in plaats van de gebruikelijke vijf klassen en dat de beide hoogste klassen in een alfa- en een bèta-afdeling gesplitst zouden worden. Het tijdperk van reorganisatie duurde tot 1882. Toen werd voor het eerst het eindexamen volgens de nieuwe regels afgenomen. In 1879 stelde de gemeenteraad de vereiste verordeningen vast. Dat de gemeenteraad hiervoor zoveel tijd nodig had, was te wijten aan het Koninklijk Besluit van 29 juni 1878, dat wederom enige wijzigingen in het leerplan bracht.
De reorganisatie en het grote aantal leerlingen maakten het noodzakelijk naar een ander gebouw uit te zien. In 1880 verhuisde men voor de derde maal binnen vijftig jaar. Ditmaal naar het Janskerkhof. Hier zouden de eerste meisjes hun gymnasiale opleiding krijgen. Op 30 juni 1887 nam de gemeenteraad het besluit, dat voortaan ook meisjes tot de school toegelaten mochten worden. Ruimtegebrek was en bleef een probleem. Al in 1883 werd het huis van mr. J. Cock Blomhoff, lid van de Gedeputeerde Staten van Utrecht, ook aan het Janskerkhof gelegen, aangekocht. Na een kleine verbouwing kon het in 1884 in gebruik genomen worden.
Het hoogtepunt uit deze periode was wel de viering van het 450-jarig bestaan van de school in 1924 onder het rectoraat van dr. A.H. Kan. Het schoolgebouw aan het Janskerkhof bleek niet geschikt voor het toenemend aantal leerlingen. In 1932 kwam aan de Homeruslaan en het Minervaplein een nieuw gebouw gereed, waar de gymnasiasten nog heden ten dage hun opleiding ontvangen. De opening ging gepaard met een uitbundig feest, dat drie dagen duurde. Het hoogtepunt was de opvoering van Sophocles' Aiasdoor de leerlingen.
Op 11 februari 1944 moesten de gymnasiasten het veld ruimen voor de bezetters. Binnen drie weken diende het schoolgebouw tot hun beschikking te staan. Achtereenvolgens werden de lessen gegeven: tot januari 1945 in het schoolgebouw aan de Minkade, tot april 1945 in de meisjes-H.B.S. aan de Wittevrouwenkade en tot mei 1945 in het Universiteitsgebouw aan het Domplein. Tenslotte bood het Christelijk Gymnasium hun een gastvrij onderdak. Toen de bezetters en daarna de bevrijders in september 1945 het gebouw verlaten hadden, bleek het zodanig beschadigd te zijn, dat een grondige restauratie nodig bleek. Pas in 1947 kon men de school weer betrekken. Deze feestelijke dag werd besloten met de opvoering van de Hecastusvan Georgius Macropedius, eens rector van de Hieronymusschool.
Het college van curatoren heeft het toezicht op het beheer van de school en het geven van gymnasiaal onderwijs. Het bestaat uit tenminste vijf leden, die door de gemeenteraad benoemd worden op voordracht van het college van curatoren. Uit hun midden wordt een voorzitter gekozen. Traditiegetrouw treedt de burgemeester van de stad Utrecht op als president-curator. Het college krijgt een van de ambtenaren van de secretarie als secretaris toegevoegd, benoemd door het College van Burgemeester en Wethouders.
De taak van het college van curatoren is in de eerste plaats toe te zien op het naleven van de wetten, verordeningen, etc. betreffende het gymnasium. Het stelt een huishoudelijk reglement vast, biedt aan het College van Burgemeester en Wethouders de begroting voor het komende jaar aan en zendt aan de gemeenteraad een jaarverslag over de toestand van het gymnasium, dat onder de bijlagen wordt opgenomen in het verslag van de toestand van de gemeente Utrecht.
Het onderwijs wordt gegeven door rectoren en leraren. Een van de leraren is conrector, die de rector vervangt en terzijde staat. De rector is voorzitter van de lerarenvergadering. Bij geschillen tussen rector en leraren beslissen de curatoren. Aan het einde van de cursus biedt de rector de curatoren de schriftelijke besluiten aan over de toelating en bevorderingen van de leerlingen. Curatoren beslissen op voordracht van rector en leraren, wie er in aanmerking komen om met een prijs bevorderd te worden en wie van de geslaagde eindexamenkandidaten bij de prijsuitreiking de traditionele oratie moet houden.
De prijsuitreiking is sinds eeuwen het hoogtepunt van het schooljaar. In de eerste eeuwen van het bestaan van de Hieronymusschool vond de prijsuitreiking plaats in het huis van de rector. In 1732 echter besloot de vroedschap dat de prijsuitreiking voortaan plaats zou vinden in de Pieterskerk. Bij het uitdelen van de prijzen hield de rector een redevoering in het Latijn. De leerlingen, die met een prijs tot de universiteit toegelaten waren, moesten met een oratio, eveneens in het Latijn, bedanken. De leerlingen die met een eervolle vermelding of met een prijs bevorderd waren, brachten hun dankwoord uit in de vorm van een actio gratiarum. De leraren maakten deze dankbetuigingen in het Latijn gewoonlijk tegen een vergoeding.
De nieuwe Hoger Onderwijs wet van 28 april 1877 bracht veranderingen. De prijsuitreiking werd niet meer beschouwd als een werkelijke promotie tot de universiteit maar als een plechtige afsluiting van het schooljaar. De uitreiking vond niet meer in september maar in juli plaats. De rectorale rede werd sinds 1879 in het Nederlands gehouden. Al in 1873 waren de actiones gratiarumafgeschaft. In plaats daarvan droegen de leerlingen gedichten van de klassieke schrijvers voor. De leerlingen mochten nu Franse, Engelse of Duitse verzen zeggen.
In 1881 werd de prijsuitreiking op school gehouden, daarna tot 1887 wederom in de Pieterskerk. Vanaf 1888-1892 vierde men de plechtigheid in de remonstrantse kerk, waarna men opnieuw de voorkeur gaf aan de Pieterskerk. De restauratie van deze kerk noopte het gymnasium nog eens een ander onderkomen te zoeken. De Geertekerk doet nu al weer enige jaren als zodanig dienst. Wanneer de restauratie ten einde is, hoopt men weer zo spoedig mogelijk naar de Pieterskerk terug te keren.
Het college van curatoren kwam voor het laatst bijeen op 23 juni 1969 ter gelegenheid van de laatste officiële prijsuitreiking in de Geertekerk. De president-curator, jhr.mr. C.J.A. de Ranitz, droeg tijdens deze bijeenkomst het bestuur van de school over aan het gemeentebestuur.
Fondsen en verenigingen
Archief en inventarisatie
Literatuur
Bijlagen
Lijst van rectoren van de Hieronymusschool, vanaf 1864 stedelijk gymnasium
N.B. Voor de periode tot 1877 is de lijst gebaseerd op Archief voor kerkelijke en wereldlijke geschiedenis inzonderheid van Utrecht, uitgegeven door J.J. Dodt van Flensburg dl. 5 (Utrecht 1846) en op de aanvullingen en aanpassingen daarop in 'Theodorus Cornelius Berg, rector der Hieronymus-school te Utrecht van 1573-1575' door A. Ekker in Stedelijk Gymnasium te Utrecht(1877) (zie inv.nr. 400).
Lijst van aanwezige school-, klasse- en leerlingenkranten
Concordantie op Inventaris van de Hieronymusschool, thans Stedelijk Gymnasium te Utrecht door A.A.S. van Haersma Buma (1969), aangevuld in 1976 en bewerkt in 2002
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1631-1968
Toegangstitel:
Inventaris van de archieven van de Hieronymusschool of Latijnse School, vanaf 1864 het Utrechts Stedelijk Gymnasium te Utrecht 1631-1968 (2010)
Auteur:
J.A. Visser en T.L.H. van de Sande, met een institutionele inleiding door A.A.S. van Haersma Buma
Datering toegang:
2011
Openbaarheid:
Op inv.nrs. 229-230 is een openbaarheidsbeperking van 75 jaar van toepassing
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
16,72 m