Uw zoekacties: Utrechtse Stichting voor Lichamelijke Oefening (USLO)

1314 Utrechtse Stichting voor Lichamelijke Oefening (USLO) ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Utrechtse Stichting voor Lichamelijke Oefening
1314 Utrechtse Stichting voor Lichamelijke Oefening (USLO)
Inleiding
Utrechtse Stichting voor Lichamelijke Oefening
Organisatie: Het Utrechts Archief
De sportbeoefening stond in de jaren '20 van de vorige eeuw op een laag pitje. Sport was een randverschijnsel zowel in Utrecht als in de rest van het land. Van overheidswege werd de sport gedoogd, maar nauwelijks bevorderd. Er werd in verenigingsverband wat gedaan aan voetbal, soms in combinatie met atletiek en cricket en er waren zwem- en turnverenigingen actief. Geleidelijk groeide de opvatting bij het toenmalige gemeentebestuur dat de sport, zeker wat de accommodaties betrof, een zaak was voor zowel de overheid als het particulier initiatief. Overheid en particulier initiatief zouden zich voortaan samen moeten gaan inspannen om het beheer van de sportaccommodaties en het voorzieningenpakket te verzorgen, niet alleen ten behoeve van de mensen die al aan sport deden, maar voor iedereen.
De beleidszaken op het gebied van sport en openluchtrecreatie werden in die tijd behandeld door ambtenaren ter gemeentesecretarie. Deze werden bijgestaan door de Commissie van Toezicht op de gemeentelijke sportterreinen. Deze commissie had alleen een adviserende taak en werd in 1924 ontbonden. De gemeente wenste al langer een orgaan dat adviserende taken had, maar dat ook de exploitatie en het beheer van de gemeentelijke sportvoorzieningen op zich zou nemen. In hetzelfde jaar werd daarom de Commissie voor Lichamelijke Oefening opgericht. Toen echter bleek dat een commissie niet de geschikte rechtsfiguur was om de exploitatietaak te kunnen uitoefenen werd besloten de commissie om te vormen tot een stichting. Zo werd op 1 september 1927 de Utrechtse Stichting voor Lichamelijke Oefening (USLO) opgericht. * 
De taken van de USLO lagen van meet af aan met name in de sfeer van het beheer en de exploitatie van de sportvoorzieningen. Overeenkomstig de stichtingsbrief (statuten) was de taak van de stichting "het beheren en exploiteren van door de gemeenteraad aangewezen speel- en oefengelegenheden." Daarnaast had de USLO een controlerende taak. Zo diende de stichting na te gaan "of door de gemeente en de sportverenigingen de lichamelijke oefening voldoende werd bevorderd" en diende zij ook "toezicht te houden op de naleving van wat door de Gemeenteraad of door Burgemeester en Wethouders bepaald was ten opzichte van de lichamelijke oefening, voor zover dit niet van gemeentewege gebeurde." *  In 1957 werd aan de USLO ook een taak op het gebied van de subsidieverlening toegekend. De USLO bemiddelde tussen aanvragers van subsidie en gemeente. Aanvragen diende men in bij de USLO en die zond de aanvragen met advies door aan Burgemeester en Wethouders. * 
Halverwege de jaren '60 van de vorige eeuw kwam een discussie op gang over de toekomst van de USLO. In de oorspronkelijke stichtingsbrief van de USLO was gesteld dat de stichting zou worden opgericht "voor een tijdvak van 40 jaar, aanvang 1 september 1927 en eindigende 1 september 1967" en dat moment kwam steeds naderbij. Inmiddels was wel het één en ander veranderd op sportgebied. Zo was in 1964, overigens op initiatief van de USLO zelf, de Utrechtse Sportraad opgericht. De raad was samengesteld uit vertegenwoordigers van de Utrechtse sportwereld en diende de USLO en de gemeente van advies en zorgde ook concreet voor het organiseren van collectieve sportactiviteiten. Tegelijkertijd was ter beheersing van het toenemende aantal activiteiten op sportgebied in 1966 op de secretarie een apart bureau gevormd, het bureau voor Sport en Openluchtrecreatie (SOR). Wat zou na 1967 de plaats van de USLO zijn binnen deze nieuwe constellatie?
Men kwam al gauw tot de conclusie dat er niet veel hoefde te veranderen. Het beheer en de exploitatie van de sportaccommodaties speelde zich af in de privaatrechtelijke sfeer en het was het beste, zo redeneerde men, dit opnieuw uit te besteden aan een stichting. Ook aan de andere taken (adviesverlening en bemiddelden bij subsidieaanvragen) zou weinig behoeven te worden gesleuteld. Twee maanden voor het verlopen van de bestaanstermijn van de USLO werd besloten die termijn nog met twee jaar te verlengen. Men wenste nog wat meer tijd om een en ander te overdenken. Maar op 1 januari 1969 was het zover. Per die datum werd een nieuwe stichtingsbrief voor de USLO van kracht. Daarin stond o.m. dat de "doelstelling van de stichting is het bevorderen van de lichamelijke oefening in de gemeente Utrecht. De stichting probeert deze doelstelling te bereiken door
1. Het beheren van de gemeentelijke sportaccommodaties,
2. Het uitbrengen van adviezen omtrent aangelegenheden op het terrein van de lichamelijke oefening,
3. Het tot stand brengen van werken van geringe omvang,
4. Het regelen van het gebruik dat men van de sportaccommodaties maakt,
5. Het subsidiëren van sportverenigingen."
Die taken zou de USLO in het vervolg uitoefenen. * 
De USLO had een algemeen en een dagelijks bestuur. Aanvankelijk bestond het bestuur uit acht leden, waarvan er telkens drie uit en door de gemeenteraad werden gekozen en één uit en door de Gemeenschapsraad voor Zuilen; de overige leden werden door Burgemeester en Wethouders (B&W) benoemd. In 1969 werd de samenstelling van het bestuur gewijzigd. Op basis van de gewijzigde stichtingsbrief bestond het bestuur sindsdien uit tenminste negen leden, waarvan een derde werd aangewezen door de gemeenteraad en het overige deel op voordracht door de Utrechtse Sportraad door B&W.
Het dagelijks bestuur werd belast met de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van het algemeen bestuur en met het dagelijkse beheer van de sportaccommodaties.
Het algemeen bestuur nam kennis van de exploitatie-uitkomsten van de onder het beheer van de USLO gestelde sportinrichtingen en zag toe op een goed en doelmatig beheer van de objecten en beoordeelde de plannen tot aanleg of bouw van nieuwe sportinrichtingen en bracht advies uit aan B&W.
Op 31 december 1987 kwam een eind aan 60 jaar functioneren van de USLO Op 15 juni 1987 was een nieuwe gemeentelijke dienst voor de sport opgericht, de Dienst voor Sport en Recreatie (DSR) en die zou de taken van de USLO per 1 januari 1988 overnemen. Eén taak zou de USLO blijven uitoefenen: het beheer en de exploitatie van het stadion Galgenwaard.
Archief en inventarisatie
Literatuur
Addendum

Kenmerken

Datering:
1927-1988
Toegangstitel:
Inventaris van het archief van de Utrechtse Stichting voor Lichamelijke Oefening (1919) 1927-1988
Auteur:
M.J.E. van den Kerkhoff en Aat in 't Hout
Datering toegang:
2005
Datering bewerking:
2009
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
2,23 m zuurvrije dozen