Uw zoekacties: Dienst van het kadaster en de openbare registers in de provi...

1294 Dienst van het kadaster en de openbare registers in de provincie Utrecht ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Dienst van het kadaster en de openbare registers in de provincie Utrecht
Algemeen
Grondlegging van het kadaster (1812-1832)
1294 Dienst van het kadaster en de openbare registers in de provincie Utrecht
Inleiding
Dienst van het kadaster en de openbare registers in de provincie Utrecht
Grondlegging van het kadaster (1812-1832)
Organisatie: Het Utrechts Archief
Het kadaster werd oorspronkelijk ingesteld om tot een meer evenredige verdeling van de belastingheffing te komen. In Nederland werd de basis daartoe gelegd door de invoering van de Franse kadasterwetgeving in 1812, twee jaar na de inlijving bij het Franse keizerrijk. Al ten tijde van het Koninkrijk Holland (1806-1810) waren er pogingen gedaan om iets soortgelijks tot stand te brengen. De werkzaamheden aan dit zogenoemde Hollandse Kadaster werden echter gestaakt bij de inlijving.
Om tot een rechtvaardige heffing van de grondbelasting te komen moest eerst worden vastgesteld welke eigendommen aan wie toe behoorde. Daartoe werd in de periode 1812-1830 heel Nederland (met uitzondering van Limburg) opgemeten en in kaart gebracht. Vervolgens werd van alle percelen geschat wat de belastbare opbrengst was en werd de grond in klassen verdeeld. In 1832 waren alle voorbereidende werkzaamheden afgerond en kon het kadaster officieel in werking treden. Openbare ambtenaren werden bij wet verplicht om voortaan bij registratie van onroerend goed de kadastrale aanduidingen te gebruiken. Vervolgens moest bij wet worden vastgelegd hoe het systeem in de toekomst moest worden bijgehouden. Eigendomsrechten kunnen immers weer op een ander overgaan via verkoop, schenking of erfopvolging, en stukjes grond kunnen worden gesplitst of samengevoegd.
Omdat het kadaster een middel was ten behoeve van de belastingheffing, viel het gedurende de voorbereidende werkzaamheden onder het Ministerie van Financiën, onder de directie die zich met belastingheffing bezighield. Het beheer en het toezicht per provincie was aan de directeur der directe belastingen opgedragen. Aan hem waren een inspecteur en een ingenieur-verificateur toegevoegd, welke laatste verantwoordelijk was voor de metingswerkzaamheden door de landmeters. Dat werk verliep vrij traag. Per 1 januari 1826 werd er meer vaart achter gezet omdat men het systeem van het kadaster wilde gaan koppelen aan een nieuw in te voeren hypothecair stelsel dat het kadastrale perceel tot grondslag had. Het kadaster werd ondergebracht bij het hoofdbestuur van de Registratie en Loterijen, onder leiding van een speciale Staatsraad, Administrateur van de Registratie, het Kadaster, en de Loterijen, J.E.P.E Gericke. Per provincie verschoof de verantwoordelijkheid van de directeur der directe belastingen naar de inspecteurs van het kadaster, die rechtstreeks onder de gouverneur kwamen. * 
Provinciale en bijzondere bewaringen van het kadaster (1832-1838)
Hypotheekbewaarders (1811-1838)
Bewaarders van de hypotheken en het kadaster (1839-1994)
Vorming van de archieven
Lotgevallen van de archieven
Verantwoording van de inventarisatie
Aanwijzingen voor het gebruik
Literatuurlijst
Bijlagen
1. Overzicht van de voornaamste wet- en regelgeving
2. Kadastrale gemeenten per arrondissement
3. Kadastrale gemeenten die van provincie zijn veranderd
4. Overzicht van gescande registers en kaarten
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1812-1987
Toegangstitel:
Inventaris van de archieven van de dienst van het kadaster en de openbare registers in de provincie Utrecht 1812-1987 (1997)
Auteur:
M.J.G.A. Barthels en F. Tuinstra
Datering toegang:
2002
Datering bewerking:
2007, 2021
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
1.089 m