Uw zoekacties: Franciscanen Nederland, missie, collectie China

1224 Franciscanen Nederland, missie, collectie China ( Het Utrechts Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
De inventaris
De Orde van de Franciscanen
Geschiedenis van de Nederlandse missie in China
1224 Franciscanen Nederland, missie, collectie China
Inleiding
Geschiedenis van de Nederlandse missie in China
Organisatie: Het Utrechts Archief
De geschiedenis van de Nederlandse Missie in China begon in 1870, toen de gehele Orde van de Franciscanen opgeroepen werd tot missionaire activiteiten in China. Aanvankelijk was er slechts één Franciscaan, pater Johannes Hofman, die aan deze oproep gehoor gaf. Later werd hij gevolgd door pater Martinus Poell en anderen. Op dat moment hadden de Nederlandse Franciscanen nog geen eigen missiegebied. Zij konden terecht in de Italiaanse missie in Oost-Hupeh. De samenwerking met de Italiaanse broeders verliep niet altijd even soepel en men verlangde dan ook erg naar een eigen missiegebied. Deze wens werd pas 20 jaar later gerealiseerd, toen op 27 juni 1890 het Apostolisch Vicariaat Zuid-Shansi werd opgericht, met als centrale plaats de latere Bisschopsstad Luanfu.
Na een aantal voorspoedige jaren werd in 1900 door de Boxeropstand het tot dan toe bereikte bijna vernietigd. Hoewel er van de Nederlandse missionarissen niemand als direct gevolg van de opstand omkwam, was de geleden schade, zowel materieel als immaterieel, enorm. Ook de later volgende periode van extreme droogte en de hongersnood die hier het gevolg van was maakt het werk zwaar.
Onder Mgr. Odoricus Timmer werd het missionaire werk ondanks alle problemen verder uitgebouwd. Er werden scholen opgericht en in de twintiger jaren kwamen, onder leiding van Moeder Bertilla, enkele zusters van de Congregatie der Kleine Zusters van de H. Joseph naar Zuid-Shansi, voor opvoeding en ziekenzorg. Ook de opleiding van Chinezen tot priester ging door en op een gegeven moment was het mogelijk om één dekenaat door Chinezen te laten verzorgen. Dit was de op 17 juni 1932 opgerichte Apostolische Prefectuur van Hongtong.
Op 25 mei 1936 werd de Apostolische Prefectuur Kiangchow opgericht. Mgr. Pessers was de bestuurder van dit van Luanfu afgescheiden gebied. Deze afscheiding was noodzakelijk omdat het gebied ver verwijderd lag van Luanfu en er bovendien door een hoge bergrug van gescheiden was. Onderling verkeer was daardoor tijdrovend en moeilijk. Op grond van deze argumenten werd besloten, dit gebied een eigen organisatie te geven.
Kiangchow was de oude naam van een plaats die al drie eeuwen bekend was in China. Na de val van het keizerrijk werd de naam Kiangchow veranderd in Sin-Kiang. Omdat er in China al een missiegebied bestond met een gelijkluidende naam heeft Rome voor de nieuwe Prefectuur de oude naam Kiangchow gehandhaafd
Ondertussen was het in China nog steeds onrustig. Voortdurend was er de dreiging om verstrikt te raken in de problemen tussen de nationalisten en de communisten. Vanaf 1938 woedde de oorlog tussen China en Japan. De Japanse bezetting bleek, tot aan de tijd dat Amerika met Japan in oorlog kwam, niet zo slecht als gevreesd. Vanaf dat moment echter (december 1941) werd de situatie voor buitenlanders steeds nijpender en uiteindelijk worden de missionarissen geïnterneerd, aanvankelijk in Wei-shien, later in Peking.
In augustus 1945 gaven de Japanners zich over, maar feitelijk was er in de binnenlanden niemand om de macht aan over te dragen. De communisten hebben direct het gebied van Luanfu kunnen overnemen en de missionarissen hebben daar dan ook nooit meer in functie kunnen terugkeren.
De nationalisten hebben het gebied van Kiangchow bezet en het bestuur daar aan de provinciale ambtenaren overgedragen. Aan de oostgrens en in het noordwesten van Kiangchow lagen echter sterke communistische concentraties. Toch is het Mgr. Pessers en een aantal paters gelukt om ondanks de slechte transportmogelijkheden terug te keren naar Kiangchow, waar ze feestelijk werden ontvangen. In de loop der daarop volgende maanden is het gelukt, om het personeel weer compleet te krijgen en het werk weer op te nemen. Aanvankelijk leek dit tamelijk voorspoedig te gaan. Totdat begin april 1947 het communistische leger vanuit het noorden van Kiangchow optrok naar het zuiden en zo, zonder slag of stoot, in tien dagen het hele missiegebied in beslag nam.
In eerste instantie leken de communistische legers zeer vriendelijk en vredelievend tegenover de kerk en de missionarissen, maar gaandeweg werd de situatie onveiliger. Verscheidene missionarissen raakten in gevangenschap en in Hongshin, een plaats ongeveer 50 kilometer ten zuidoosten van Kiangchow werd pater Leonides Bruns door de communisten terechtgesteld.
Er was veel onduidelijkheid over het lot van de gevangenen. Als gevolg van de slechte communicatie en de geruchtenverspreiding die daar het gevolg van was, deed het gerucht de ronde, dat ook Mgr. Pessers vermoord zou zijn. Dit gerucht werd zelfs door het Ministerie van Buitenlandse Zaken bevestigd, maar bleek achteraf vals te zijn.
Waarschijnlijk eind december 1947 zijn de nationalisten in het zuiden van Kiangchow de rivier overgestoken en er was dus een kans, dat zij naar het noorden zouden oprukken. De communisten waren bang, dat hun gevangenen in handen van de nationalisten zouden vallen en hebben hen in januari 1948 tijdens een verschrikkelijke tocht naar de bergen in het oosten weggevoerd. Toen de nationalisten zich weer terugtrokken naar de andere kant van de rivier werden de missionarissen op dezelfde manier weer teruggebracht naar de gevangenis van Kiangchow. Deze gevangenschap duurde tot maart 1948, toen zij, samen met een achttal Chinese gezinnen, een huis in de stad mochten betrekken.
In november 1949 mochten Mgr. Pessers en een aantal zusters weer terugkeren naar de verwoeste en leeggeplunderde residentie. Zij probeerden hun werk weer enigszins op te pakken, maar dat bleek eigenlijk niet te lukken. De voortdurend gevaarlijke situatie, in combinatie met het gebrek aan uitzicht in hun werkzaamheden, bracht de zusters er toe, eind 1951-begin 1952 terug te gaan naar Nederland. Mgr. Pessers bleef alleen achter. Dit duurde tot 28 februari 1954, toen Mgr. Pessers, na een groot volksgericht, China werd uitgezet.
In de collectie is verhoudingsgewijs weinig terug te vinden over de Chinese priesters die tot de Prefectuur behoorden. Dit heeft te maken met het feit, dat zij geen (zelfstandige) correspondentie voerden met het Provincialaat of met familie in Nederland.
Geschiedenis van het archief c.q. de collectie
Verantwoording van de inventarisatie
Overdracht en Openbaarheid

Kenmerken

Datering:
1870-1997
Toegangstitel:
Inventaris van de collectie Chinese missie, behorend tot de archieven van de Nederlandse Minderbroeders Provincie 1870-1997
Auteur:
C. Beck
Datering toegang:
2004 / 2005
Openbaarheid:
Stukken jonger dan 20 jaar slechts ter inzage na toestemming bruikleengever
Rechtstitel:
Opneming in beheer van een particulier, niet in eigendom verkregen
Omvang:
3,00 m foto's; 3,81 m oude verpakking
Rubrieken: