In 1641 werd door het stadsbestuur besloten om ten behoeve van de studenten aan de Utrechtse universiteit, juist 5 jaar daarvoor gesticht, een rijschool op te richten. De eerste huisvesting van de school, waaraan als instructeur een rijmeester verbonden werd, was het voormalige klooster van Maria Magdalena nabij de Nieuwegracht. De inrichting omvatte een buitenmanege, maar bleek al snel niet te voldoen, zodat op zoek gegaan werd naar een nieuwe locatie. Tot een definitieve nieuwe vestiging kwam het niet eerder dan in 1704, toen in samenwerking met de Staten van Utrecht besloten werd om een overdekte rijschool op te richten. Daarvoor werd vervolgens het huis Schaffenburg aan het Achter Clarenburg aangekocht. Aan de nieuw opgerichtte Academie- of Ridderschool werd naast het verzorgen van rijlessen, onderwijs verzorgd in onder meer wiskunde, de scherm- en de danskunst. De school werd meermalen met opheffing bedreigd, met name onder invloed van enkele kwalitatief mindere rijmeesters en hoge onderhoudskosten van de gebouwen, maar bleef toch gehandhaafd.

Na het einde van de Franse bezetting in 1813 schonk de stad Utrecht de school aan de Universiteit, maar eerstgenoemde nam haar in de jaren zeventig van de negentiende eeuw weer in eigendom over. Dit gebeurde met name omdat men zich realiseerde dat de gebouwen van de rijschool in een deplorabele toestand verkeerden en grondig onderhoud vereist was. De onzekere toestand omtrent het voortbestaan hield echter aan, totdat de gemeenteraad in 1953 definitief tot opheffing van de rijschool besloot. Om in de gebleven behoefte aan een rijaccomodatie te voorzien, richtte een groep actieve ruiters de N.V. De Utrechtse Manege op. Deze N.V. had als belangrijkste doelstelling het exploiteren en beheren van een rijaccomodatie. De locatie hiervoor werd in eerste instantie gevonden bij de Champignonhoeve te Bilthoven; op 12 mei 1956 werd in Utrecht een nieuwe manege geopend op een terrein in de Johannapolder. Nadat enkele jaren later bekend werd dat dat gebied betrokken zou worden in de gemeentelijke uitbreidingsplannen, werd de manege in 1971 verplaatst naar een nieuw gebouwde accomodatie in het recreatiegebied De Voorveldse Polder in de gemeente Utrecht. Ten tijde van de samenstelling van onderhavige inventaris is de manege nog steeds gesitueerd in voornoemd gebied (adres Ariënslaan) en wordt ze geëxploiteerd door De Utrechtse Manege B.V.