1007-2 Gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969, deel 2: stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers ( Het Utrechts Archief )
1007-2
Gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969, deel 2: stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers
Inleiding
laatste wijziging 09-04-2024
13.703 beschreven archiefstukken
3.728 gedigitaliseerd
totaal 493.981 bestanden
Inventaris
1. Stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers, (1500) 1813-1910 (1971)
1.5. Openbare Werken, gemeentelijke eigendommen en (woning)bouw
1.5.7. Toezicht op het bouwen en slopen
1007-2 Gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969, deel 2: stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers
Inventaris
1. Stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers, (1500) 1813-1910 (1971)
1.5. Openbare Werken, gemeentelijke eigendommen en (woning)bouw
1.5.7.
Toezicht op het bouwen en slopen
NB:
In de loop van de negentiende eeuw ging het toezicht op het bouwen een steeds grotere rol spe-len. Volgens de Gemeentewet van 1851 hadden de gemeenten de bevoegdheid om verordeningen op dit terrein op te stellen. Dit resulteerde in 1859 voor Utrecht in de Verordening op het bouwen en slopen. In deze verordening waren bepalingen opgenomen over onder andere het slopen, bouwen en verbouwen van panden, het plaatsen van hekken, het aanbrengen van veranderingen aan deuren of vensters en het aanvragen van vergunningen hiervoor bij B & W. De verordening werd vrijwel elk jaar herzien.
Tot 1867 adviseerde de kameraar B & W over de aanvragen voor vergunningen. Voor de technische as-pecten liet hij zich bijstaan door de stedelijke architect. In 1867 werd de functie van kameraar opgeheven en werd de stedelijk architect de directeur van de een jaar later opgerichte Dienst Openbare Werken.
Het dagelijks toezicht was de taak van de inspecteur van de bouwpolitie, vanaf 1874 inspecteur over het bouwen. Deze functionaris hield zich ook bezig met de uitvoering van verordeningen op de straatpolitie, waarvan de eerste in 1856 werd vastgesteld. Het ging hierbij om zaken als de plaatsing van zonne-schermen en uithangborden, het opbreken van de openbare weg e.d. Bij onderzoek naar de vraag of een gebouw wel voldeed aan de eisen van de openbare gezondheid werd nauw samengewerkt met de Ge-zondheidscommissie.
In 1901 kwam de Woningwet tot stand. Hierin werden de gemeentelijke bevoegdheden ten behoeve van de verbetering van de volkshuisvesting aanzienlijk uitgebreid. Zo konden woningen onbewoonbaar wor-den verklaard. Tegelijk werd een nieuwe Gezondheidswet van kracht. In beide wetten werd aan de be-staande Gezondheidscommissies een grotere rol toebedeeld.
Als gevolg van de invoering van de Woningwet werd het bouwtoezicht aanzienlijk uitgebreid. In 1905 kreeg de inspecteur voor het bouwen de nieuwe naam hoofdinspecteur van het bouw- en woningtoezicht.
Tot 1867 adviseerde de kameraar B & W over de aanvragen voor vergunningen. Voor de technische as-pecten liet hij zich bijstaan door de stedelijke architect. In 1867 werd de functie van kameraar opgeheven en werd de stedelijk architect de directeur van de een jaar later opgerichte Dienst Openbare Werken.
Het dagelijks toezicht was de taak van de inspecteur van de bouwpolitie, vanaf 1874 inspecteur over het bouwen. Deze functionaris hield zich ook bezig met de uitvoering van verordeningen op de straatpolitie, waarvan de eerste in 1856 werd vastgesteld. Het ging hierbij om zaken als de plaatsing van zonne-schermen en uithangborden, het opbreken van de openbare weg e.d. Bij onderzoek naar de vraag of een gebouw wel voldeed aan de eisen van de openbare gezondheid werd nauw samengewerkt met de Ge-zondheidscommissie.
In 1901 kwam de Woningwet tot stand. Hierin werden de gemeentelijke bevoegdheden ten behoeve van de verbetering van de volkshuisvesting aanzienlijk uitgebreid. Zo konden woningen onbewoonbaar wor-den verklaard. Tegelijk werd een nieuwe Gezondheidswet van kracht. In beide wetten werd aan de be-staande Gezondheidscommissies een grotere rol toebedeeld.
Als gevolg van de invoering van de Woningwet werd het bouwtoezicht aanzienlijk uitgebreid. In 1905 kreeg de inspecteur voor het bouwen de nieuwe naam hoofdinspecteur van het bouw- en woningtoezicht.
Organisatie: Het Utrechts Archief
laatste wijziging 25-08-2023
3 gedigitaliseerd
totaal 551 bestanden
laatste wijziging 09-04-2024
13.703 beschreven archiefstukken
3.728 gedigitaliseerd
totaal 493.981 bestanden
Kenmerken
Datering:
1813-1910
Toegangstitel:
Inventaris van de archieven van het gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969. Deel 2: stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers (1500) 1813-1910 (1971)
Auteur:
A. Pietersma
Datering toegang:
2005
Openbaarheid:
Bepaalde inv. nrs. - onder meer over de zuivering van ambtenaren na de Tweede Wereldoorlog - zijn alleen raadpleegbaar met toestemming van de gemeentearchivaris
Rechtstitel:
Overbrenging van een overheidsarchief
Omvang:
1264,59 m
Rubrieken:
Thema trefwoorden:
Categorie:
laatste wijziging 09-04-2024
13.703 beschreven archiefstukken
3.728 gedigitaliseerd
totaal 493.981 bestanden