Uw zoekacties: Gerecht Maarssen, 1614-1813 (1818)

1028 Gerecht Maarssen, 1614-1813 (1818) ( Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
De geschiedenis van Maarssen
Taken en samenstelling van het gerecht
De gemeenteraad van 1801
1028 Gerecht Maarssen, 1614-1813 (1818)
Inleiding
De gemeenteraad van 1801
Elke gemeente had een bestuur aangeduid als de Raad der Gemeente. Indien een gemeente één grondvergadering telde, bestond het bestuur uit 3 leden, bij twee grondvergaderingen uit 5 leden etc.
De leden van het gemeentebestuur werden verkozen door de grondvergaderingen conform het reglement Litt. A. op de tweede dinsdag van de maand oktober.
Elk jaar op de laatste dinsdag van de maand oktober trad een derde gedeelte van het gemeentebestuur af, de eerste keer bij loting, vervolgens op grond van het aantal "dienstjaren". Een lid dat afgetreden was, was direct weer verkiesbaar, maar indien het de derde keer betrof pas na een periode van drie jaar.
Naast het stemgerechtigd zijn moesten de leden minimaal 25 jaar oud zijn en gedurende de laatste vijf jaar in de gemeente hebben gewoond.
De leden werden geïnstalleerd - na het afleggen van een eed - de eerste maal door de bestaande municipaliteit van de hoofdplaats van het gemeentebestuur, vervolgens jaarlijks door de tijdelijke president.
De verkiezing vond op dezelfde wijze plaats als de verkiezingen voor de leden van het Vertegenwoordigend Lichaam en de Departementale Besturen.
De grondvergaderingen werden op de tweede dinsdag in de maand oktober bijeengeroepen om de nieuwe leden te kiezen. Er waren vijf stemopnemers, de twee oudste en de drie jongste van de stembevoegde burgers. Voorwaarde hierbij was dat deze wel konden lezen en schrijven!
De voorzitter en de secretaris werden onderling door de stemopnemers gekozen. Er werden vervolgens drie (resp. 5) kiezers en 3 (resp. 5) plaatsvervangers gekozen. De kiezer(s), plaatsvervanger(s) en stemopnemer(s) benoemden uit hun midden een voorzitter en een secretaris. De gekozen kiezer(s) en plaatsvervanger(s) mochten niet afzien van hun benoeming, tenzij de grondvergadering de aangevoerde reden(en) accepteerde.
Vervolgens werd de bus geopend waarin de stembriefjes zaten; een lijst werd opgesteld met de namen van de personen waarop een stem was uitgebracht en het aantal stemmen. Bij het behalen van de volstrekte meerderheid qua aantal stemmen volgde de benoeming. Indien er geen volstrekte meerderheid voor één van de te benoemen leden of voor alle leden dan volgde een tweede stemming. Indien dit ook niet het gewenste resultaat had, werden voor de ontbrekende leden dubbeltallen geformeerd uit degenen met de meeste stemmen en daar vervolgens uit gekozen. Als laatste redmiddel besliste het lot bij het staken van de stemmen.
De gemeentebesturen waren verantwoording verschuldigd aan het Uitvoerend Bewind en het Departementaal Bestuur. Bij het niet goed functioneren van leden was het Uitvoerend Bewind bevoegd tot het ontzetten van leden uit hun post, het Departementaal Bestuur tot schorsing.
Zoals ook nu waren zaken van algemeen landsbelang geen taak van de gemeentebesturen, wel waren ze ondermeer belast met het toezicht over de plaatselijke gebouwen, wegen etc. en de openbare orde.
Ook konden zoals heden ten dage commissies worden geïnstalleerd belast met een speciaal onderwerp, bijvoorbeeld financiën.
Na inlijving van het Koninkrijk Holland bij het Frans Keizerrijk (1810) werd met ingang van 1 maart 1811 de Franse wetgeving van kracht, gepaard gaande met een nieuwe rechterlijke organisatie.
De gerechten werden hierdoor van hun functie als rechtscollege, in de vorm van een schepenbank, ontheven.
Geschiedenis van het archief
Verantwoording van de inventarisatie
Bronnen
Bijlagen
Bijlage I: Samenstelling van het gerecht over de periode (1744) 1766 - 1795
Bijlage II: Eed als schepen etc. daterende uit het midden van de 18de eeuw
Bijlage III: Eed voor de secretaris d.d. 20-10-1784
Bijlage IV: Eed voor de schout en schepenen d.d. 17-2-1795
Bijlage V: Eed voor de secretaris d.d. 17-2-1795
Bijlage VI: Eed voor de bode d.d. 17-2-1795

Kenmerken

Datering:
1614-1813 (1818)
Auteur:
R.H.C. van Maanen
Datering toegang:
1993
Omvang in meters:
5,6
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Soort toegang:
Inventaris
Hoofdrubriek:
02. Gerechts- en gemeente-archieven
Subrubriek:
07.02 Politiek, bestuur en administratie
Gemeente:
Stichtse Vecht
Plaatsnaam:
Maarssen
Archiefbewaarplaats:
Breukelen
Herkomst:
Wet
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen. Toegang 1028: Gerecht Maarssen, 1614-1813 (1818)
VERKORT:
NL-BklVV 1028