Uw zoekacties: Gemeente Noorbeek, (1933) 1941-1981 (1984), (1933) 1941-1981 (1984)

30.012 Gemeente Noorbeek, (1933) 1941-1981 (1984), (1933) 1941-1981 (1984) ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis van het bestuur en de gemeente
30.012 Gemeente Noorbeek, (1933) 1941-1981 (1984), (1933) 1941-1981 (1984)
Inleiding
Geschiedenis van het bestuur en de gemeente
De gemeente Noorbeek, gelegen aan de rijksgrens met België, is een van de Zuid-Limburgse gemeenten, die met een bijzonder rijk natuurschoon in een heuvelachtig landschap ligt. Het is al een oude plek. Uitgaande van de oude naam ''Nortbech" wordt deze voor het eerst genoemd in 1144 in de Annales Rodenses. (1) *  Vast staat ook, dat Noorbeek in de dertiende eeuw een geestelijk centrum was. Uit die tijd dateert ook de Romaanse St. Brigida-kerk, die in de 15 e en 16 e eeuw in gotische stijl werd vergroot. De pittoreske gemeente Noorbeek met de gehuchten Bergenhuizen, Hoogcruts, Schei, Schilberg, Terlinden, Ulvend, Vroelen en Wesch neemt in het Zuid-Limburgse ook een bijzondere plaats. Een van de kleine plattelandsgemeenten die zich net als grote steden inzet voor de ingezetenen. De voorliggende periode bestrijkt de tijd van 1940 tot 31 december 1981 toen in Zuid-Limburg de herindeling van gemeenten een feit werd. De raad van de gemeente Noorbeek bestaat op 17 januari 1940 uit burgemeester J. Nahon als voorzitter, de heren Chr. Hutzemakers. N. Gubbels als wethouder en als leden de heren P. Spee, J. Slenter en M. Gijsens. (2) *  Door de cumulatie van functies is de burgemeester sinds 1935 ook secretaris van de gemeente. De gemeente Noorbeek behoort namelijk tot de krachtens artikel 2 van de Gemeentewet aangewezen gemeenten waar de cumulatieve bediening van het ambt van burgemeester en secretaris is voorgeschreven. In 1935 kwam het voor Noorbeek zo uit, dat de toenmalige secretaris tot burgemeester werd benoemd. In 1940 is het provinciaal bestuur van Limburg ook al bezig met het vraagstuk van herziening van de gemeentelijke gebied's indeling. Zo krachtig mogelijke gemeenschappen zouden gevormd moeten worden
Samenvoeging van gemeenten leidt ertoe dat het gemeentebestuur meer doeltreffend en efficiënt gevoerd kan worden. In de ontwerp beschikking van de Secretaris-Generaal van het Departement van Binnenlandse Zaken van 1941 wordt voorgesteld om de gemeenten St. Geertruid en Noorbeek aan de gemeente Mheer toe te voegen. Het gemeentebestuur kan hierin adviseren. Dit gebeurt ook per brief van 8 januari 1941. Het advies luidt dat de raad heeft besloten te adviseren, onder geen omstandigheden te willen overgaan tot de voor deze gemeente voorgestelde samenvoeging. De motiveringen volgen in een viertal bladen. De gemeente Noorbeek, dat een levenskrachtige gemeente vormt, zal uit historische, heemkundige, financieel economische en niet het minst uit volkse en geografische overwegingen nooit vrijwillig zijn gemeentelijke zelfstandigheid prijs geven. Zelfs de gemeente waar Noorbeek samengevoegd zou moeten worden wordt in het verhaal betrokken. Zo wordt geschreven, dat in de gemeente Mheer zelf geen saamhorigheid heerst, die gemeente bestaat voornamelijk uit twee grote kernen n.l. Mheer en Banholt, die sedert mensenheugenis in twist en tweedracht leven. Zou Noorbeek wier bevolking een andere geaardheid bezit dan die van Mheer, hieraan toegevoegd worden, dan zou zeer zeker die onenigheid nog vergroot en verscherpt worden. Zo wordt ook een schrijven gericht aan Gedeputeerde Staten van Limburg door alle meerderjarige inwoners. Hierbij worden de argumenten nog eens benadrukt, dat Noorbeek sedert eeuwen een zelfstandige bestaande gemeente is. Met eigen gebruiken, dialect en geaardheid. De bergachtige terreingesteldheid is ook niet geëigend om bij een andere gemeente gevoegd te worden.Alle drie betrokken gemeenten Noorbeek, St. Geertruid en Mheer wijzen het voorstel dan ook af. (3) * 
In de vergadering van de raad van 8 januari 1941 onder voorzitterschap van burgemeester J. Nahon, Chr. Hutzemakers, N. Gubbels, J. Slenter, W, v.d. Hove, M. Gijzens, J. Vaesen en P. Spee wordt meegedeeld dat het hoofdpunt van de vergadering de samenvoeging van gemeenten is. (4) *  Unaniem spreken zij zich uit tegen de voorgestelde samenvoeging, die zeer onbillijk en onredelijk geacht wordt. Het college wordt opgedragen hiertegen ook in actie te komen en dit kenbaar te maken aan gedeputeerde Staten van Limburg onder aangedragen motieven. Uiteindelijk zijn de plannen niet doorgegaan en heeft men weer oog voor de alledaagse zorgen van de gemeente en die de Tweede Oorlog met zich meebrengen. In de tijd van de Tweede Wereldoorlog, is het voor burgers, gemeenten en organisaties niet altijd even makkelijk. In de neerslag van het handelen van de gemeente zijn niet alle zaken terug te vinden. Voor de gemeentelijke organisatie zijn toch een aantal zaken te vermelden. Op 10 mei 1940 om 9.00 uur kwamen de Duitse troepen in de gemeente. Vanaf dat ogenblik af begon de bezetting, met inkwartiering, vordering van auto's en rijwielen. Terwijl de Duitsers uit de winkels alles weg kochten wat ze krijgen konden. (5) *  Burgemeester van Noorbeek was de heer J.M.A. Nahon die op 15 februari 1941 weer herbenoemd werd. Het officiële Koninklijk Besluit van de benoeming per 15 februari 1941 van Koningin Wilhelmina is van 7 mei 1946. (6) *  Het is voor bestuurders in een bezet gebied niet altijd gemakkelijk. Veel vragen moeten beantwoordt worden, opdrachten van de bezetter moeten uitgevoerd worden. In 1940 wordt meegedeeld, dat er in Noorbeek geen graven van Nederlandse militairen zijn en evenmin gedenktekens geplaatst zijn (7) * 
De bevolking van de gemeente Noorbeek bestond op 1 januari 1941 uit 405 mannen en 423 vrouwen in totaal 828 inwoners. (8) *  Winterhulp Nederland was ook bekend in Noorbeek. Burgemeester Nahon, en de heren Chr. Hutzemakers en N. Gubbels met als penningmeester de heer A. Denis (tevens gemeenteontvanger), zorgden voor het plaatselijke bureau. De invloed van de bezettende macht moest op vele fronten aanwezig zijn. Zo werd ook geëist dat iemand van de NSB in de werkgemeenschap vertegenwoordigd moest zijn, hetgeen in april 1941 ook gebeurde. (9) *  In de zomer van 1941 werd op rijk's niveau besloten tot liquidatie van de Rooms-Katholieke Staatspartij. De burgemeester als hoofd van de politie kreeg de opdracht onverwijld de boeken, bescheiden en bezittingen, waaronder de kasmiddelen van de plaatselijke afdeling te Noorbeek van de R.K. Staatspartij in beslag te nemen en het bestuur ervan te horen. De veldwachter werd naar voorzitter de heer E. Wintjens in de Dorpstraat gestuurd. Deze verklaarde geen bescheiden nog een kas van de afdeling te bezitten. Hierop werden de overige bestuursleden de heer A. Denis te Terlinden als secretaris en de heer C. Warrimont bezocht. Helaas konden zij alleen vertellen dat er een ledenlijst is geweest die in bezit was bij de heer Warrimont maar bij zijn mobilisatie verloren was gegaan of opgeruimd. Geld was niet aanwezig want de geheven contributie werd direct overgemaakt aan het hoofdbestuur. Verder waren er geen politieke partijen in Noorbeek. Veel zaken werden door de bezetter aangescherpt. De burgemeester was steeds in de weer om voor Noorbeek weer alles in goede banen te leiden. Op 22 mei 1942 schrijft hij, dat de plaatselijke afdeling van de Jonge Wacht onder leiding van kapelaan Spauwen is opgeheven
Tevens maakt hij van de gelegenheid gebruik om te vertellen dat alle uniformen ontdaan waren van insignes e.d. Dat de groene hemden geschonken waren aan de kinderen in verband met de kleding schaarste. Dat het echter te ver ging, dat twee voormalige Jonge Wachters, toen zij in dat groene hemd naar school gingen, door het hoofd der school uit de school gejaagd werden. Dit alles naar aanleiding van een klacht over de Jonge Wacht. Het voormalige gebouw van de Jonge Wacht zou ook gesloten moeten worden. Het verweer van burgemeester Nahon, was, dat dit gebouw nu wordt gebruikt voor de wekelijkse zittingen van het voedsel bureau, consultatiebureau, vergaderingen van het Groene Kruis, Boerenleenbank en de Luchtbeschermingsdienst. Alle beschuldigingen wees hij dan van de hand en gaf aan dat dit geen enkel belang diende en het volk daardoor steeds verder van elkaar verwijderd wordt. (11) *  Uit een kort overzicht van wat in Noorbeek gebeurde gedurende de bezettingstijd valt te lezen, dat op 23 juli 1942 kapelaan V. Spauwen door de SD werd gearresteerd, omdat hij zich op de kansel herhaaldelijk zeer scherp uitliet over het Nationaal Socialisme en dit veroordeelde. Verder valt ook te lezen dat de gemeente Noorbeek niet aan oorlogsgeweld ontkomt. Op 1 augustus 1942 omstreeks 4 uur vielen ongeveer 120 brandbommen in en om het gehucht Terlinden. Ook aan de klokken roof ontkwam de parochie Noorbeek niet. Op 4 maart 1943 werd de oudste kerkklok van 1449 meegenomen. Men had echter de verkeerde meegenomen en na protest is deze bewaard gebleven en na de bevrijding is deze weer terug ontvangen. (12) *  Ook als kleine gemeente wil het gemeentebestuur ondanks de perikelen van herindeling een gemeentewapen gaan voeren. Uit de correspondentie blijkt, dat voorstellen gedaan worden. Pas op 23 juli 1941 besluit de raad een gemeentewapen voor de gemeente vast te stellen
Het gemeentewapen ziet er als volgt uit: ''Op een veld van keel, de H. Brigida patronesse van Noorbeek, in zilver, een mantel van sabel, in de rechterhand houdende een gouden staf, in de linker hand een gouden kaars". Helaas kan dit besluit geen genade vinden in de ogen van de Hoogen Raad van Adel. Op 14 oktober 1941 schrijft de secretaris, dat een gemeentewapen niet tot stand komt bij besluit van de gemeenteraad en bevestiging door de Hoogen Raad van Adel, maar bij besluit van de Secretaris Generaal van Algemene Zaken, op voordracht van laatstgenoemd college. Tevens uit hij ernstige bedenkingen tegen het voorgestelde wapen op heraldische gronden. Op 10 december 1941 wordt het besluit over het gemeentewapen genomen door de Waarnemend secretaris-generaal van het departement van Algemene Zaken te Den Haag. De beschrijving van het gemeentewapen luidt: Gedeeld: I. in keel een adelaar van zilver II. gedwarsbalkt van zilver en azuur van tien stukken en over alles heen een dubbel staartige leeuw van keel, gekroond, genageld en getongd van goud. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee paarlen. Pas in 1952 krijgt de gemeente van de Hoge Raad van Adel de toelichting en betekenis van het wapen. Vooral geschiedkundige redenen zijn aangevoerd zoals de tijd van het voormalige geslacht Hochstaden waaruit de graven van Daelhem afkomstig waren en waar het graafschap Noorbeek omstreeks 1076 was gelegen voor de rechterhelft. In de linker helft voorkomend wapen is van het grafelijk huis Luxemburg. Immers in 1083 was Noorbeek in handen van Conrad I Graaf van Luxemburg. (13) *  De laatste vastgelegde notulen van de raad zijn van 29 augustus 1941 en starten daarna weer 17 augustus 1945. (14) *  Op 1 januari 1943 bedroeg het aantal inwoners van de gemeente Noorbeek 827 personen. (15) * 
Waarnemend de taak van burgemeester en wethouders wordt door burgemeester Nahon en wethouder Chr. Hutzemakers door het besluit van 10 februari 1943 m.i.v. 1 januari 1943, Albert Zeguers geboren 2-10-1919 te Maastricht en wonende te Maastricht Brugstraat 19 benoemd tot ambtenaar der secretarie en tot plaatsvervangende gemeentesecretaris. (16) *  Omdat in het land persoonsregister van de bevolking bij gemeenten werden ontvreemd, werd de burgemeester in januari 1943 opgeroepen maatregelen te nemen om dit in Noorbeek te voorkomen. Aan de gewestelijk politie-president te Vught wordt gemeld dat deze in een grote solide brandkast zijn opgeborgen. Het jaarlijks terug komende alarmering's bericht betreffende de beveiliging van bevolkingsregisters levert in 1944 op, dat gemeld wordt, dat bij de gemeente nog 12 zegels van T.D. distributie kaarten aanwezig waren. Deze zijn naar Vaals overgebracht, zodat de permanente bewaking in Noorbeek werd opgeheven. (17) *  De Nationaal Socialistische Beweging vraagt op 26 januari 1943 aan burgemeester Nahon, of hij bereid is, gelet op de gewijzigde politieke constellatie en medezeggenschap van de N.S.B. in Nederland, bij de komende vacatures in gemeentedienst overleg te plegen. Het antwoord van de burgemeester is duidelijk: Ik deel u mede, dat in alle zaken waaromtrent ik de verantwoordelijkheid draag, uitsluitend door mij beslist worden, zonder overleg te plegen met wie of welke instantie dan ook. (18) *  Op 5 maart 1943 weigert burgemeester Nahon medewerking te verlenen om een opgave te doen van Belgische personen en staten lozen in de leeftijd van 18 tot 45 jaar aan het Arbeidsbureau te Maastricht. In zijn brief aan de Secretaris-Generaal van het departement van Binnenlandse zaken geeft hij te kennen dat hij steeds zijn plicht heeft gedaan en steeds de orde en kalmte in de gemeente heeft weten te bewaren
Ook steeds zo veel mogelijk loyaliteit ten opzichte van de bezette overheid betoont. Aan maatregelen die strijdig zijn met de voorschriften betreffende volkenrechtelijke beginselen en de ons voor de oorlog gegeven richtlijnen kan en mag ik niet medewerken. Zou zulks toch van mij gevergd worden, dan zal ik niet aarzelen U mijn ontslag als burgemeester en secretaris der gemeente Noorbeek aan te bieden. (19) *  Tijdens de oorlogstijd dienden burgemeesters een opgave van personen, die in aanmerking komen voor tewerkstelling in Duitsland aan de Directeur van het Gewestelijke Arbeidsbureau te zenden. Hiervoor kwamen alle personen in openbare dienst in aanmerking. Er konden wel vrijstelling's aanvragen gedaan worden. De burgemeester doet in juni 1943 een vrijstelling's aanvraag van de Arbeid's inzet voor de ambtenaar ter secretarie tevens plaatsvervangend gemeentesecretaris de heer Auguste Albert Amedée Zeguers. Enige correspondentie hierover volgt dan nog. Tevens wordt het argument aan gehaald, dat de heer Zeguers tevens de burgemeester die ook gemeentesecretaris van Noorbeek is, moet vervangen bij diens afwezigheid en hij de enige administratieve kracht is en ook de bevolkingsadministratie bijhoudt. (20) *  Normaliter komt de commissaris der Koningin in de provincie op werkbezoek. Echter omdat de tijdsomstandigheden het brengen van de voorheen gebruikelijke administratieve bezoeken aan de gemeenten zeer bezwaarlijk maken en deze bezoeken daardoor voorshands niet geregeld plaats hebben acht de commissaris het noodzakelijk op andere wijze op de hoogte te worden gehouden met betrekking tot de aangelegenheden van de gemeenten. In 1943 bericht de burgemeester ondermeer, dat het met het bestuur en de financiën goed gaat. De toestand op het gebied van openbare werken, volkshuisvesting en evacuatie kon beter, indien er materiaal en arbeidskrachten waren
-
Helaas krijgt de eigenaar deze niet terug, omdat deze krachtens overeenkomst met het Amerikaanse leger als oorlogsbuit wagen in eigendom overgaat aan de Nederlandse Staat. Het protest van het gemeentebestuur van Noorbeek tegen een onwettige en onrechtvaardige daad leid er niet toe, dat de wagen terugkomt. (24) *  De SS vertrok op 10 september 1944 om plaats te maken voor de Weermacht. Op 12 september 1944 om 17.30 uur was Noorbeek vrij plotseling en onverwacht door Amerikanen bezet en brak de bevrijding voor Noorbeek aan. Zo werd Noorbeek de eerst bevrijde gemeente in Nederland. (25) *  Op 21 september 1944 krijgt burgemeester J.M.A. Nahon bericht, dat bij Koninklijk Besluit inhoudende voorlopige voorziening in het bestuur van provinciën en de gemeenten, dat hij het ambt van burgemeester in de gemeente Noorbeek verder zal vervullen. (26) *  In dit kader van bestuurlijke voorziening wordt het college van burgemeester en wethouders gevormd door burgemeester Nahon, wethouder Chr. Hutzemakers, tevens plaatsvervangend burgemeester en J. Gubbels als wethouder. Allen hebben de gehele oorlog deze functies uitgeoefend. (27) *  Op 1 januari 1945 bedroeg het aantal inwoners 879. (28) Inv.nr.875 Na de oorlog in 1945 wordt bij Koninklijk Besluit van 12 april 1945 Staatsblad no. F.45, houdende vaststelling van het Besluit Tijdelijke Voorziening Gemeenteraden bepaald, dat de leden van de tijdelijke gemeenteraden worden gekozen door het Kiescollege en wel uit hen die geacht worden het vertrouwen van de inwoners van de gemeente tijdens de vijandelijke bezetting te hebben behouden of verkregen. Bij dit genoemde Besluit Tijdelijke Voorziening Gemeenteraden, werden aan zogenaamde tijdelijke gemeenteraden gedeeltelijk de bevoegdheden toegekend tot het tijdstip waarop de gemeenteraden weer op de bij de wet voorgeschreven wijze zouden worden samengesteld
De leden van het Kiescollege worden, na kennisneming van een door de burgemeester, met voorlichting door een commissie, opgemaakte aanbeveling benoemd door de Commissaris der Koningin uit hen die voldoen aan de vereisten voor lidmaatschap van de raad. Er wordt gestreefd om de voornaamste geestelijke en maatschappelijke stromingen in de gemeente in het Kiescollege naar evenredigheid vertegenwoordigd te hebben. Zo wordt een aanbeveling van 26 personen gedaan voor de benoeming tot lid van het kiescollege in de gemeente Noorbeek. Nadat de leden door de commissaris der Koningin in Limburg van Sonsbeek zijn benoemd, kan met werken worden gestart. Voor 12 juli 1945 moet een verkiezing van de gemeenteraad hebben plaats gevonden. Op 10 juli 1945 was de verkiezing van de 7 koppige raad van de gemeente Noorbeek. Benoemd werden: E.P.J.H. Slenter, Noorbeek 115; P.J.W. Kallen, Noorbeek 146; J.L.H. Teneij, Noorbeek 105; P.J.M. Hodiamont, Noorbeek 138; P.H. Klaassens, Noorbeek 133; W. Gerards, Noorbeek 77; M.J. Gubbels, Noorbeek 63. De beëdiging vond plaats op 17 augustus 1945. Het college van burgemeester en wethouders wordt in de raad van 17 augustus 1945 gekozen en wordt gevormd door burgemeester Nahon en als wethouders E. Slenter en M. Gubbels. In deze vergadering dankt de burgemeester het afgetreden college van raadsleden en wethouders, die zo ontijdig hun taak hebben moeten neerleggen tengevolge van de bezettingsmaatregelen. Verder brengt hij een speciale dank aan de wethouders die hem gedurende moeilijke oorlogsjaren steeds trouw terzijde gestaan hebben en die hij volkomen in vertrouwen kon nemen. Op 16 mei 1945 werd besloten dat men met ingang van 15 mei 1945 de heer J.H.B. Beusmans geb. 22-07-1902 te Noorbeek en wonende te Noorbeek 33, te benoemen tot ambtenaar der secretarie en tot plaatsvervangend gemeentesecretaris. (29) * 
In juli 1945 wordt de burgemeester ook opgedragen de oorlogsgraven van Duitse militairen te onderhouden net zoals die van Nederlandse en geallieerde militairen graven. Verder wordt door het Departement van Oorlog gevraagd een opgave te doen van gesneuvelde en begraven Duitse militairen. Er zijn op 12 september 1944, de dag van de bevrijding, 2 onbekende Duitse militairen begraven. De namen zijn onbekend bij de burgemeester, die wel weet te melden, dat de Amerikaanse Autoriteiten de naamplaatjes in bezit hadden genomen. Die dag is ook een Amerikaan gesneuveld, die door de Amerikanen naar een Amerikaans kerkhof zou zijn vervoerd. In 1947 wordt nog gemeld dat bij een graven controle in Noorbeek door de burgemeester gewezen wordt op het neerstorten van een Engels vliegtuig nabij het buurtschap Terlinden. Een deel van de stoffelijke overschotten van de bemanning is tezamen met de identificatie papieren door de Amerikaanse Troepen meegenomen. De achtergebleven resten zijn door de zorg van omwonende naderhand ter plaatse begraven en van een kruis voorzien. (30) *  Op vrijdag 26 juli 1946 zijn de eerste reguliere verkiezingen voor de leden van de gemeenteraad. Deze raad heeft zitting voor een periode van drie jaar. Tot toelating van de leden wordt besloten op 16 augustus 1946. In de vergadering van de nieuwe raad van 3 september 1946 worden de volgende leden beëdigd: Chr. Hutschemakers, L. Teneij, P. Kallen, F. Huntjens, C. Gubbels, H. Offermans en N. Gubbels. Hierop wordt overgegaan tot verkiezing en benoeming van de wethouders. Bij de eerste stemming kreeg Chr. Hutschemakers de stemmen van de 7 raadsleden. In de tweede stemming kreeg de heer L. Teneij 4 stemmen en de heer C. Gubbels 3 stemmen. Zodoende werden de heren Hutschemakers en Teneij benoemd als wethouder. (31) * 
Bij Koninklijk Besluit van 15 februari 1947 wordt burgemeester J.M.A. Nahon door Hare Majesteit Koningin Wilhelmina herbenoemd. (32) *  Huisvesting in kleine gemeenten is altijd wel problematisch. Gelet op de moeilijke woning positie in de gemeente doet dhr. C. Hutschemakers het voorstel om 6 woningen te bouwen. De heren Gubbels en Kallen steunen het voorstel. Als plaatsen stelt de heer Kallen voor 2 te Schiberg en de rest in de Wesch en alles op gemeente eigendom. De raad besluit dit in de vergadering van 31 december 1947. (34) *  In die zelfde vergadering van 31 december 1947 wordt ook besloten om de heer J.H.B. Beusmans met ingang van 14 september 1946 te benoemen tot bezoldigd ambtenaar van de Burgerlijke Stand. Deze functie heeft hij sinds het overlijden van zijn voorganger onafgebroken vervuld. Sinds 1 augustus 1945 was hij al plaatsvervangend ambtenaar van de Burgerlijke Stand. In de spoedeisende vergadering van 18 mei 1949 komen de leden van de raad, C. Hutschemakers, L. Teneij, P. Kallen, F. Huntjens, H. Offermans, C. Gubbels en M. Gubbels onder voorzitterschap van burgemeester J. Nahon bijeen. Alvorens tot de officiële agenda over te gaan wenst de voorzitter de raadsleden geluk met de wijze van kandidaatstelling. Deze getuigt niet alleen van eendrachtige samenwerking, maar toont tevens dat de bevolking tevreden is over het gevoerde beleid in de afgelopene zittingsperiode. Het toont ook, dat het tegenwoordige gemeentebestuur het vertrouwen van de bevolking heeft.(35) * 
Op 9 juni 1949 is er normaliter in het land weer een reguliere verkiezing van de leden van de raad. In Noorbeek blijft het bij een enkele kandidaatstelling. De toelating van de nieuwe leden is in raadsvergadering van 29 juli 1949. Het zijn de volgende raadsleden: J.W.C. Hutschemakers, J.L.H. Teneij, P.J.W. Kallen, J.E.F. Huntjens, J.C. Gubbels, J.H.N. Offermans, M. Gubbels. De beëdiging vindt plaats in de raadsvergadering van 6 september 1949. De heer Kallen legt pas op 23 december 1949 de eed af in verband met afwezigheid in die vergadering. Uit de gekozen raadsleden worden de volgende wethouders benoemd: J.W.Chr. Hutschemakers en J.L.H. Teneij.(36) *  In dezelfde vergadering van 6 september 1949 wordt de heer J.W.Chr. Hutschemakers geboren 16 april 1889 en landbouwer van beroep gekozen tot plaatsvervangend burgemeester.(37) *  De Commissaris der Koningin komt op 29 november 1949 op administratief bezoek naar de gemeente Noorbeek. Dit bezoek geeft aanleiding tot een aantal opmerkingen over het reilen en zeilen van bestuurlijk Noorbeek. In zijn brief van 12 augustus 1950 merkt hij op, dat niet de hand wordt gehouden aan de verplichting om jaarlijks ten minste zes maal te vergaderen. In 1945 en 1946 is door de raad slechts drie, respectievelijk vijf maal vergaderd, terwijl in 1949 op 29 november pas vier raadsvergaderingen hadden plaats gevonden. De vaststelling der kohieren van de straatbelasting en de hondenbelasting over het dienstjaar 1949 niet opgenomen waren in de notulen van de vergaderingen van het college van burgemeester en wethouders, waren ook kritische opmerkingen. Ook het kohier van het schoolgeld was niet op de secretarie aanwezig. (55) *  In 1950 bestaat de gemeente Noorbeek uit de volgende kernen en aantallen inwoners: -Terlinden (gedeeltelijk, een ander gedeelte hoort bij Gulpen) 115 inwoners;- Noorbeek (waaronder Wesch), 411 inwoners;
- Bergenhuizen, 89 inwoners; - Schei, 61 inwoners; Hoogcruts (gedeeltelijk, want 3 woningen behoren bij Slenaken) 90 inwoners; Schilberg (gedeeltelijk valt het kleinste gedeelte onder Slenaken), 24 inwoners;- Vroelen, 63 inwoners;- Voor het overige gedeelte bestaat de gemeente uit verspreide huizen (waaronder Ulvend). Inv.nr. 33. Op 1 mei 1952 overlijdt na ziekte, burgemeester J.M.A. Nahon. (39) *  De heer Hutschemakers neemt als plaatsvervangend burgemeester tot de benoeming van een nieuwe burgemeester de taken waar. De vergadering van de raad van 19 september 1951 was de laatste raadsvergadering die burgemeester Nahon voorzat. De raad van Noorbeek komt op 2 mei 1952 in een spoedeisende rouw vergadering bijeen. Met deze burgemeester is iemand van ons heengegaan, die altijd de belangen van de gemeente trouw heeft behartigd. Zijn prestaties gedurende zijn ruim zeventien jarige ambtsperiode als burgemeester zijn teveel om op te noemen. Hij was ook een burgervader in de ware zin des woord's. Altijd stond hij voor iedereen klaar en was bereid te helpen waar dit mogelijk was. Dit waren ondermeer woorden die door loco-burgemeester Hutschemakers naar voren werden gebracht. (40) *  Op voorstel van het college van burgemeester en wethouders besluit de raad op 13 mei 1952 de straat vanaf de Klompstraat naar de Kempestraat de naam: Burgemeester Nahonstraat te geven. Bij Koninklijk Besluit van 2 augustus 1952 wordt de heer J.L.A. Wolfs met ingang van 16 augustus 1952 als burgemeester benoemd. Inv.nr. 408. De heer Wolfs was voorheen gemeente-ontvanger te Eijsden. Op 6 september volgt de plechtige installatie van hem als burgemeester van Noorbeek. Met ingang van 1 november wordt de heer J.L.A. Wolfs door de raad ook benoemd tot ambtenaar van de Burgerlijke Stand. De verkiezing van nieuwe leden van de raad zal op 27 mei 1953 moeten zijn
De toelating van de nieuwe raad vindt plaats in de raadsvergadering van 23 juli 1953 in tegenwoordigheid van burgemeester J. Wolfs. Dit onder vermelding, dat allen reeds tot het tegenwoordige college behorende raadsleden betreft. Inventaris nummer 27 Archief gemeente Noorbeek 1800-1940. De beëdiging van de nieuwe raadsleden is in de raadsvergadering van 1 september 1953. De nieuwe leden zijn: J.W.C. Hutschemakers, J.L.H. Teneij, J.C. Gubbels, J.H.N. Offermans, M. Gubbels. Uit hun midden kiezen zij als wethouders: J.W.C. Hutschemakers en J.L.H. Teneij. De nieuwe leden P.J.W. Kallen, J.E.F. Huntjens, zijn met kennisgeving afwezig en worden in de vergadering van 14 oktober 1953 beëdigd. Tot plaatsvervangend burgemeester wordt wederom J.W.Ch. Hutschemakers, lid van de K.V.P. en maar ca. 500 meter wonend van het gemeentehuis aangewezen. (41) *  In 1956 is er een algemene woning telling. Er zijn 950 inwoners geteld, met een woningbestand van 198 woningen, waarvan er 190 bewoond zijn. Hiervan zijn er 88 boerderijen, 74 gewone woningen zonder bedrijf en 28 overige woningen zonder bedrijf en 28 overige woningen met bedrijf. (42) *  In de gemeenschappen zijn altijd mensen die zich inzetten op allerlei gebied. Het verenigingsleven is zeer belangrijk in een gemeente. De heer Petrus Jozef Hubertus Huijnen die vooral op zijn meer dan 50-jarige stimulerende activiteit voor het verenigingsleven op gebied van muziek, toneel en zang is door Hare Majesteit al enige tijd geleden geëerd met een Koninklijke onderscheiding. Op 27 januari 1958 bereikt de heer Huijnen de 80-jarige leeftijd. Met een ruim 30-jarige vervulling van de functie van secretaris-penningmeester van de harmonie Berggalm kan hij nog steeds als voorbeeld van een verenigings man gesteld worden. Het gemeentebestuur had behoefte om zijn erkentelijkheid te doen blijken en heeft deze dag benut om de heer P.J.H. Huijnen te benoemen tot Ereburger van Noorbeek
(43) *  De nieuwe verkiezing voor leden van de gemeenteraad zou plaatsvinden op 28 mei 1958. Wederom is er door een enkele kandidaatsstelling, de kandidaten direct gekozen. De raad bestaat dan uit de volgende leden: J.W.C. Hutschemakers, J.L.H. Teneij, P.J.W. Kallen, J.E.F. Huntjens, J.C. Gubbels, J.H.N. Offermans, M. Gubbelss. (N.B. Zie hiervoor de aantekeningen van 1 maart 1959). In de vergadering van de raad van 2 september 1958 vindt de beëdiging plaats en worden als wethouder gekozen: Josephus Wilhelmus Christiaan Hutschemakers geboren 16-4-1889, van beroep landbouwer en lid van de KVP en Joseph Ludovicus Hubertus Teneij geboren 13-10-1904 van beroep landbouwer en lid van de KVP. (44) *  Wederom wordt de heer J.W.Chr. Hutschemakers als plaatsvervangend burgemeester aangewezen. (45) *  De nieuwe school in Noorbeek zal op zaterdag 29 november 1958 worden geopend door de Gouverneur. Dit is ook aanleiding voor de Commissaris der Koningin de heer Houben dit feit te combineren met een administratief bezoek. Het zal een minder officieel karakter dragen en dus b.v. geen ambtelijke bezoeken aan scholen en ander instellingen van algemeen belang omvatten. Hij wil met het college en de raad een bespreking houden over alles wat het beheer en de belangen van de gemeente aangaat. Ter gemeente secretarie wenst hij inzage te kunnen nemen tot de gemeente-administratie behorende registers en stukken die hij op een lijst laat toekomen. Bijzondere interesse heeft het uitbreidingsplan, de woningbouw, bijzondere of nieuwe instellingen. Over diverse zaken wordt gesproken. Maar na een werkbezoek volgen ook de bevindingen ervan. In januari 1959 schrijft de gouverneur, dat de reglementen van orde voor de vergaderingen van het college van burgemeester en wethouders, daterend van 7 december 1926 en de instructie voor de gemeentesecretaris van 18 maart 1922 wel verouderd zijn
Verder waren niet aangetroffen een lijst van in de gemeente gevestigde instellingen van weldadigheid als bedoeld in de Armenwet en het huishoudelijk reglement voor de Commissie tot wering van schoolverzuim. (46) *  De datum 1 maart 1959 zal voor bestuurlijk Noorbeek een feestelijke zijn. De zitting hebbende wethouders en raadsleden zijn gekozen in 1946 en zijn daarna allen bij enkele kandidaatsstelling in de raad en het college gebleven. Het mag een uniek feit genoemd worden dat deze heren gezamenlijk en met slechts één verkiezing hun 12,5 jarig raadslidmaatschap zullen vieren en dat de beide wethouders de heer J.W.Chr. Hutschemakers en de heer J.L.H. Teneij ook gedurende deze periode wethouder zijn geweest. (47) *  De instructie voor de secretaris van de gemeente wordt op 18 maart 1959 vastgesteld. (48) *  De gemeente Noorbeek moet weer gaan voorzien in de vacature van burgemeester. De heer J.L.A. Wolfs wordt eervol ontslag verleend als burgemeester van Noorbeek per 1 januari 1960. Bij datzelfde Koninklijk Besluit van 16 december 1959 werd de heer Wolfs namelijk benoemd tot burgemeester van Klimmen. (49) *  Als nieuwe burgemeester van de gemeente Noorbeek wordt per 1 mei 1960 de heer F.J.A. van de Loo benoemd. (50) *  De uitkomsten van de 13e volkstelling van 31 mei 1960 laat in de gemeente Noorbeek zien, dat de bevolking bestaat uit 499 mannen en 457 vrouwen en dus op een totaal komt op dat moment van 956 inwoners. (51) *  Het college van burgemeester en wethouders besluiten op 12 juli 1961 de heer J.H.B. Beusmans, geboren 22-07-1902 te Noorbeek 1e ambtenaar der secretarie tot plaatsvervangend ontvanger der gemeente te benoemen. (52) *  De verkiezing van de leden van de gemeenteraad is op 30 mei 1962
N.B. Van deze verkiezingen zijn ook geen archief bescheiden (verkiezingsstukken, notulen raadsvergaderingen) aanwezig. In de vergadering van de raad op 4 september 1962 worden de nieuwe leden geïnstalleerd en beëdigd. De heren J.L.H. Teneij en M.F.M.H. Duijsens worden gekozen als wethouder. In het dan ontstane college bestaande uit burgemeester van de Loo en de beide wethouders Teneij en Duijsens, wordt Joseph Ludovicus Hubertus Teneij geboren op 13 oktober 1904 aangewezen als plaatsvervangend burgemeester. De heer Teneij, landbouwer van beroep, woont maar 800 meter van het gemeentehuis. (53) *  Op 25 juli 1962 besluit de raad de heer Josephus Wilhelmus Cristiaan Hutschemakers tot Ereburger van Noorbeek te benoemen. De heer Hutschemakers heeft op de aller eerste plaats in zijn hoedanigheid als toegewijd eerste wethouder, plaatsvervangend burgemeester gedurende 16 jaar zich ingezet voor het bestuur van de gemeente Noorbeek. Daarna was hij op vele gebieden actief voor verschillende plaatselijke verenigingen. Hij was een stuwende kracht bij en na de oprichting van de Jonge Boeren, als secretaris van de Boerenbond, als bestuurslid van Harmonie ''Berggalm'' en vooral ook als directeur van de Boerenleenbank gedurende vele jaren actief. (54) *  De Commissaris der Koningin zal wederom een administratief bezoek brengen aan Noorbeek. Het ligt in zijn bedoeling om op donderdag 17 januari 1963 met de voorzitter van de raad en de wethouders en, indien leden van de raad willen aanwezig zijn, een bespreking te houden. Het is een on officieel bezoek. Het college geeft nog aan dat bij het bezoek van de gouverneur, de heer dr. F. Houben zij nog wel objecten in de gemeente aanbevelen ter bezichtiging. Zoals gebruikelijk komen de woningnood en woningbouw, evenals verkeersverbindingen op de agenda voor. (55) * 
Het reglement van orde voor de vergadering van de raad wordt op 11 september 1964 conform het model vastgesteld. (56) *  Op 1 januari 1966 telde de gemeente Noorbeek 1015 inwoners. (57) *  De verkiezingen van de leden voor de raad van de gemeente Noorbeek zouden plaatsvinden op 1 juni 1966 in totaal werden 524 stemmen uitgebracht. Gekozen worden de heren: B.J. Beusmans, M.J. Gubbels, G.H.J. Kleijnen, M.J.N. Offermans, H.N. Schreurs, R.G. Simonis, J.L.H. Teneij. De raad kiest in de vergadering van september 1966 uit hun midden de heren: G.H.J. Kleijnen en J.L.H. Teneij, als wethouders. In de eerste vergadering van het college van burgemeester en wethouders wordt de heer Teneij weer aangewezen als plaatsvervangend burgemeester. (58) *  Op de agenda van 25 april 1968 staat ook de zienswijze van Gedeputeerde Staten van Limburg met betrekking tot de toekomstige gemeentelijke gebiedsindeling van Zuid-Limburg. In het voorstel van Gedeputeerde Staten wordt aangegeven, dat de gemeenten Eijsden (5.788 inwoners), St. Geertruid (1.214 inwoners), Gronsveld (3.167 inwoners), Mheer (1.289 inwoners) en Noorbeek (1.004) een nieuwe gemeente kunnen vormen. Wegens hun geringe inwoneraantal zijn zij te zwak om opgewassen te zijn tegen de taak, waarvoor zij zich als onderdeel van het probleemrijke gebiedsdeel zien gesteld. Verwondering is er over de gedachte van Gedeputeerde Staten voor samenvoeging van Noorbeek met Eijsden bij de gemeenteraad. Gedeputeerde Staten stellen ondermeer, dat bij de nieuwe structuur rekening gehouden dient te worden met de geografische situatie en de daarmede verband houdende factoren als terreingesteldheid, de bereikbaarheid en het georiënteerd zijn. Van woonkernen e.d. Noorbeek is echter van mening, dat al deze factoren duidelijk meer overeenkomsten vertoont met Gulpen dan met Eijsden
De burgemeester als voorzitter van de raad zegt het wenselijk te vinden aan dit zo belangrijke onderwerp een voorbespreking te wijden, weshalve deze vergadering dan ook werd belegd. Hij noemt de plannen ambitieus en houdt vervolgens een betoog hierover. Toegespitst op de Noorbeekse situatie geeft hij aan, dat hij de noodzaak van schaalvergroting in het algemeen wel niet bestrijd, maar persoonlijk ziet hij de noodzaak niet in van een toevoeging van Noorbeek aan een andere gemeente. De reactie van raadsleden wijzen ook in die richting. Besloten wordt om met Gedeputeerde Staten hierover van gedachten te gaan wisselen. Inv.nr. 2 en 20. Dit zal een voortdurend agendapunt zijn voor de komende raadsvergaderingen. Op 27 juni 1968 besluit de raad niet akkoord te gaan met de ontwerpplannen tot herindeling van de Zuid-Limburgse gemeenten en tekent hiertoe protest aan bij Gedeputeerde Staten. De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Noorbeek, Mheer en St. Geertruid komen op 4 oktober 1968 in Noorbeek bijeen. Na overleg zou het voorstel aan Gedeputeerde Staten moeten luiden, dat: 1. de gemeenten Noorbeek en St. Geertruid tot een landelijke gemeente samengevoegd kunnen worden; 2. aan de nieuwe gemeente toe te voegen de volledige kernen Eckelrade, Hoogcruts, Schilberg, Terlinden en Reijmerstock, zodat het inwoneraantal van de gemeente ruim de 4.000 zal overschrijden; 3. voor zover in de nieuwe gemeente nog bestuurskracht mocht ontbreken, zal deze het gevolg zijn van nodige financiële armslag, gezien het relatief kleine inwonertal en het uitgestrekte grondgebied. 4. mede in verband met de bestemming tot recreatiegebied voor een groot deel van Nederland, ware via extra financiële voorzieningen hierin verbetering te brengen. Dit voorstel met een uitgebreide toelichting wordt op 30 oktober 1968 aan het college van Gedeputeerde Staten van Limburg gezonden. (59) * 
Het ambtshalve bezoek van de Commissaris der Koningin staat voor 27 november 1968 op het programma. Er zal een bespreking met burgemeester en wethouders plaatsvinden. Hierbij wordt in het bijzonder aandacht geschonken aan het uitbreidingsplan van de gemeente. Dan zal een bezoek aan objecten in de gemeente plaatsvinden en tot slot een gesprek met de raad. Het voorstel van de burgemeester voor te bezoeken objecten in de gemeente bevat o.m. het toekomstige parkeerterrein, het voetbal terrein, bouwterrein voor bejaardenwoningen, de in aanbouw zijnde gymnastiek zaal c.a. en het beginpunt en eindpunt van een eventueel tracé van omlegging toeristen weg om de dorpskom. Deze objecten zijn ook onderwerp van gesprek met de raad, alsmede de herindeling van gemeenten in Zuid-Limburg. (60) *  Op 11 februari 1969 neemt de heer Kleijnen ontslag als wethouder. Na de schriftelijke stemming verklaart burgemeester F.J.A. van de Loo in de functie als voorzitter van de raad, dat in de openbare vergadering van de raad van 13 februari 1969 de heer H.J.N. Offermans als lid van de raad tot wethouder is benoemd. (61) Inv.nr. 402 In dezelfde vergadering komt het agendapunt van nieuwe huisnummering voor. De ingangsdatum van 1 augustus 1969 is al een probleem. Maar ook de nummering per straat of wijk zou zelfs voor verwarring zorgen in Noorbeek volgens de heer Offermans. Zijn collega raadslid Simonis is ook die mening toegedaan, maar zegt ook dat dit systeem wel iets is voor een grote stad. Voorzitter van de Loo zegt dat niet als reëel bezwaar te voelen. Doorlopende huisnummering is een verouderd systeem en komt nog slechts in enkele zeer kleine gemeenten voor. De leden van de raad worden opgeroepen om op 29 april 1969 om 11.00 uur voormiddag te gemeentehuizen te verschijnen. De raadsleden in zwarte jas met gestreepte pantalon en de wethouders in jacquet dit in verband met het karakter van de raadsvergadering
Na een inleiding van de raadsvoorzitter geeft hij aan, dat juist vandaag 29 april 1969, bestaat er, dacht ik, méér dan voldoende aanleiding om mijn rechter buurman de heer Joseph Ludovicus Hubertus Teneij, wethouder dezer gemeente, eens in het zonnetje te zetten. Sinds 1946 tot heden is hij al bijna een kwart eeuw onafgebroken een toegewijd wethouder geweest, waarvan bijna 7 jaren in voorkomende gevallen tevens loco-burgemeester. In deze laudatio besluit de burgemeester met de uitreiking van de Eremedaille verbonden aan de Orde van Oranje Nassau in goud aan de heer Teneij. (62) *  In de vergadering van 12 augustus 1969 verlaat raadslid M. Gubbels, na kennisgeving aan de voorzitter de vergadering. Overeenkomstig het voorstel van B&W besluit de raad zonder hoofdelijke stemming aan de heer F.J.H. van de Loo op de meest eervolle wijze ontslag te verlenen uit diens functie van ambtenaar van Burgerlijke Stand van de gemeente Noorbeek m.i.v. 15 september 1969. Tevens wordt besloten, dat wethouder L. Teneij te benoemen tot onbezoldigd ambtenaar van de Burgerlijke stand met ingang van 12 augustus 1969. Dit alles heeft te maken met de benoeming per 16 augustus 1969 tot burgemeester van de gemeente Berg en Terblijt. De 1e ambtenaar ter secretarie zal de functie van waarnemend secretaris vervullen. In diezelfde vergadering wordt door het college van B&W de raad medegedeeld, dat zij goedgunstig besloten hebben op het verzoek van burgemeester van de Loo, om ook na 15 augustus nog in de ambtswoning te mogen wonen. Dit omdat hij in de gemeente Berg en Terblijt vooralsnog niet kan beschikken over een geschikte woning. In de openbare buitengewone raadsvergadering van 16 augustus 1969 in Paviljoen Berggalm wordt afscheid genomen van de heer F.J.A. van de Loo als burgemeester van Noorbeek
Loco-burgemeester L. Teneij roemt in zijn betoog de heer van de Loo en geeft aan dat voor Noorbeek hij in zijn persoon het ideaal beeld van een burgemeester heeft getoond. Hij zou daarom willen uitroepen: ''Burgemeester voor eens en altijd". De benoeming tot burgemeester van de gemeente Berg en Terblijt bij Koninklijk Besluit van 9 juli 1969 no. 6, mag volgens de heer Teneij gezien worden als een duidelijke promotie. Ook waarnemend gemeentesecretaris de heer G.J.G. Pleijers dankt de scheidende burgemeester en overhandigd namens het personeel en raad een afscheidscadeau in de vorm van transistorradio. Scheidend burgemeester van de Loo spreekt in afscheidsrede de raad en genodigden toe, zoals hij zelf zegt als ambteloos burger, die tevens inwoner van de gemeente is. Hij dankt de college leden, de raad, het personeel en inwoners dat zij het hem ook mogelijk gemaakt hebben dit ambt zo te kunnen uitoefenen. (63) *  Door het vertrek van burgemeester van de Loo, wordt bij Koninklijk Besluit van 8 augustus 1969 getekend te Porto Ercole de heer F.L.H. Bogman geboren op 11 juli 1927, burgemeester van Slenaken tot burgemeester van Noorbeek per 1 september 1969 benoemd. De plechtige installatie is op zaterdag 13 september 1969. (64) *  Het is een drukke tijd voor de gemeente Noorbeek. Op 13 september 1969 zijn 3 hoogtepunten, namelijk: 1. Zoals zojuist genoemd de plechtige installatie van burgemeester F.L.H. Bogman; 2. Het bezoek van Hare Majesteit Koningin Juliana aan Noorbeek, als eerst bevrijde gemeente van Nederland; 3. Korte plechtigheid bij gelegenheid van de doortocht van de bevrijdingsestafette Caen-Maastricht. Want op 13 september 1969 zal het feit herdacht worden dat een gedeelte van Limburg 25 jaar geleden werd bevrijd
Daartoe werd op de Amerikaanse begraafplaats Margraten en in de hoofdstad van de provincie Maastricht een herdenking van de gevallenen voor onze vrijheid, respectievelijk een herdenkingsfeest georganiseerd. Het wordt een strikt programma. Vijf kinderen uit de vijfde en zede klas van de lagere school, elk voorzien van drie tuiltjes bloemen zullen met een begeleider om 13.30 uur op het oorlogskerkhof aanwezig zijn. De festiviteiten in Noorbeek starten ook om 13.00 uur met het opstellen en vertrek van de verenigingen voor het afhalen van de burgemeester om 13.45 uur aan het begin van de bebouwde kom. Om 14.30 uur begint de installatie vergadering. Een half uur later om 15.00 uur moeten de verenigingen weer opgesteld staan voor vertrek naar de Pley waar om 15.27 Hare Majesteit de Koningin wordt verwacht. Zij zal als tastbare herinnering aan deze dag een monument onthullen, vervaardigd door de Noorbeekse kunstenaar de heer Jef Wanders. Het monument stelt een vlucht vogels voor die vanaf het zuiden de boodschap van bevrijding het land in brengen via de grensplaats Noorbeek, de eerst bevrijde gemeente van Nederland. Om 15.37 zal de Koningin weer vertrekken. Om 16.00 uur volgt het opstellen van de verenigingen en gemeentebestuur voor ontvangst van de bevrijdingsestafette, die rond 16.26 uur wordt verwacht. Wanneer de estafette loper met het bevrijdingsvuur aan de pastorie is gekomen, zal de drumband van de schutterij inzetten met tromgeroffel dat zal stoppen als de toorts aan het monument is ontstoken. Na het spelen van het ''Wilhelmus'' spreekt de burgemeester enkele woorden en biedt mevrouw Heddy-Resi Wintjens, Noorbeeks 1000e inwoonster bloemen aan en zingt het zangkoor ''Land of Hope en Glory''. Hierna vertrekt de estafette weer en stellen de verenigingen zich op voor het defilé voor de nieuwe burgemeester Bogman
Dan zullen uiterlijk 19.30 uur een delegatie van de Noorbeekse verenigingen in Maastricht zijn voor de centrale herdenking van de 25-jarige bevrijding op het Koningsplein om 20.15 uur. De aangeschreven verenigingen zijn de zangvereniging ''De Eendracht''; Harmonie Berggalm; Schutterij St. Brigida; Voetbalclub Noorbeekse Boys; Ruiter club De Noor, Contactraad Noorbeek en de Limburgse Vrouwen Bond afdeling Noorbeek. In Noorbeek start om 18.00 uur de receptie voor de burgemeester met aansluitend om 20.15 uur een optocht en vanaf 21.00 uur een gezellige Oranje feestavond. (65) *  Burgemeester F.L.H. Bogman wordt ook benoemd tot onbezoldigd ambtenaar van de Burgerlijke Stand met ingang van 10 oktober 1969 bij besluit van de raad 10 oktober 1969. Burgemeester Bogman is zoals eerder aangegeven ook burgemeester van Slenaken, maar tevens ook van beide gemeenten secretaris. De verkiezing van de nieuwe leden van de gemeenteraad is op 3 juni 1970. In totaal worden 552 stemmen uitgebracht. Het onderzoek van de geloofsbrieven en de toelating van de nieuwe leden geschiedt in de raadsvergadering van 29 juli 1970. In de vergadering van de raad van dinsdag 1 september 1970 worden de benoemde en toegelaten leden van de raad beëdigd: J.L.H. Teneij, M.J. Gubbels, B.J. Beusmans, R.G. Simonis. H.N. Schreurs, J.J.O. Bruels en A.B. Huntjens. Er dienen ook twee nieuwe wethouder te worden benoemd door het aftreden van de heren L.Teneij en H. Offermans. In de eerste vacature worden zeven geldige stemmen uitgebracht waarvan er vier uitgebracht worden op J. Beusmans, één op M. Gubbels en twee blanco. De voorzitter constateert dus dat J. Beusmans derhalve is benoemd. Voor de tweede wethouder worden van de zeven geldige stemmen er vier uitgebracht op R. Simonis, één op M. Gubbels en twee blanco. Gekozen en benoemd zijn dan: Bernardus Josephus Beusmans geboren 22 juli 1911 en Remeij Gerardus Simonis geboren 17 maart 1935
De heer Beusmans mag als oudste aan de rechterzijde van de voorzitter plaatsnemen en de heer Simonis aan de linkerzijde. (66) *  In de vergadering van 3 september 1970 van het college is Bernardus, Josephus, Beusmans, geboren op 22 juli 1911 aangewezen als plaatsvervangend burgemeester. (67) *  In 1970 bericht het college van burgemeester en wethouders aan de Hoge Raad van Adel, dat de gemeente niet beschikt over een eigen gemeente vlag. Later in het jaar 1978 wordt nog melding gemaakt van een vlag die echter geen authentieke historische motivering kent. De voorstelling van de vlag is ontleend aan de patroonheilige van de parochie en de gemeente, te weten de H. Brigida, die uiteraard op de vlag voorkomt. De raad heeft ook nooit een raadsbesluit tot het voeren van een gemeente vlag vastgesteld. (68) *  De herindeling's plannen van Zuid- Limburgse gemeente loopt nog steeds. De raad bericht in februari 1971 aan Gedeputeerde Staten dat de raad in zijn vergadering van 30 november 1970 heeft uitgesproken in principe in te stemmen met de hoofdlijnen van het rapport ''Grenzen en Mensen''. Hierbij wordt evenwel voor een eventuele herindeling de zogenaamde ''plateau-gemeente'' als de meest ideale oplossing gekozen. (69) *  Op 4 juni 1971 werden de kas en de administratie van de gemeente Noorbeek door de gemeente-ontvanger A.H.J. Denis overgedragen aan de waarnemend gemeente-ontvanger de heer G.J.J. Pleijers. (70) *  Later zal de waarnemend gemeente-ontvanger G. Pleijers het college van burgemeester en wethouders verzoeken om beëindiging van hem in deze functie. Tevens verzoekt hij om zijn collega de heer B. Grooten hiervoor in aanmerking te laten komen. Betrokkene doet dit werk al en heeft er grote ervaring in. (71) *  Noorbeeks bestuur heeft op vrijdag 17 december 1971 weer een heuglijk feit te vieren
In een buitengewone raadszitting komt men bijeen ter gelegenheid van het 25-jarig raadslid maatschap van de heer J.H.L.Teneij. In de feestrede van burgemeester Bogman wordt gememoreerd dat de heer Teneij 557 vergaderingen van het college van burgemeester en wethouders heeft bijgewoond. Op 29 april 1969 is hij al koninklijk onderscheiden. Zowel in bestuurlijk alsook maatschappelijk leven van de gemeente Noorbeek heeft hij zijn stempel gedrukt, onuitwisbaar voor de toekomst. Namens de raad en het personeel wordt hem een geschenk aangeboden in de vorm van een zilveren sigaren doos, met inscriptie. (72) *  De gemeenteraad besluit 26 april 1973 de heer A.H.J. Denis, geboren 11 april 1910, eervol ontslag te verlenen als gemeente-ontvanger met ingang van 1 mei 1973 dit wegens ziekte met afkeuring ABP. Door het vertrek zal de functie van ontvanger in deze vorm ook veranderen. Bij de ontvanger-nieuwe-stijl vindt splitsing plaats van de functie in comptabel-ambtenaar en kassier. Hierop aansluitend zal ook een nieuwe regeling betreffende de financiële administratie en het kasbeheer worden opgesteld. Bij een afscheid op 21 februari 1973 spreekt de heer Denis zijn dankwoord uit bij gelegenheid van het aanbieden van de 100e gemeenterekening. De uitspraken van de burgemeester op 4 juli 1964 bij een feestelijke bijeenkomst in het gemeenschapshuis te Slenaken hebben de heer Denis daartoe geïnspireerd. Toen klonk de 100e gemeenterekening nog van ver in zijn oren. Deze aanbieding moest gezien worden en ook de feestelijke herdenking ervan als een symbool van het werk, dat tussen de 3 colleges van Burgemeester en Wethouders en al haar medewerkers tot stand zijn gebracht. (73) *  Op 1 mei 1973 volgt het afscheid van de scheidende districts-ontvanger der gemeenten Mheer, Noorbeek, en Slenaken de heer A.H.J. Denis
Bij de gemeente raadsverkiezing van 29 mei 1974 worden totaal 639 stemmen uitgebracht. In de raadsvergadering van 25 juli 1974 worden de nieuwe leden toegelaten. Van de eveneens benoemd verklaarde J.H.L. Bovens werd geen bericht ontvangen dat hij de benoeming zou aannemen. Zodoende wordt geacht dat hij de benoeming niet heeft aanvaard. In zijn plaats komt de heer J.H. Brouwers die de benoeming wel heeft aanvaard. Voor raadslid M. Gubbels is dit de laatste vergadering omdat hij de raad per september gaat verlaten. De voorzitter dankt de heer Gubbels voor de acht jaar wat hij voor de gemeenschap heeft gedaan. De heer Gubbels dankt voor de gehouden toespraak, en zegt zich als raadskandidaat te hebben teruggetrokken, omdat er toch niets te bereiken bleek te zijn. Ik heb zelden gezien, zo zegt dhr. Gubbels, dat de raad afwijkt van B&W-voorstellen. Feitelijk maken die dus alles uit! Ik vind de raad daarom een onbenullig iets aldus de heer Gubbels. Inv.nr. 3. In de vergadering van de nieuwe raad op 3 september vindt de beëdiging van de leden plaats. Onder leiding van burgemeester Bogman vindt de installatie ceremonie van de volgende leden plaats: B.J. Beusmans, J.H. Brouwers, H.N. Schreurs, J.J.O. Bruels, A.H.B. Huntjens, H.N. Schreurs, R.G. Simonis, J.L.H. Teneij. Tevens worden de heren B.J. Beusmans en R.G. Simonis als wethouder gekozen. In de eerste stemming worden drie stemmen uitgebracht op dhr. Simonis, 1 op de heer Beusmans en 3 stemmen blanco. De voorzitter concludeert, dat niemand de volstrekte meerderheid heeft gehaald en wordt er opnieuw gestemd. Bij deze stemming krijgt de heer Simonis 4 stemmen en 3 stemmen zijn blanco. De heer Simonis is dan gekozen. Bij de volgende stemming worden 4 stemmen uitgebracht op de heer Beusmans en 3 blanco. Zodoende is de heer Beusmans gekozen. (74) * 
De herbenoeming van burgemeester F.L.H. Bogman per 1 september 1975 wordt bij Koninklijk Besluit van 2 augustus 1975, getekend te Porto Ercole op 2 augustus 1975, een feit. (75) *  In de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 11 september 1975 wordt de heer B.J. Beusmans wederom tot plaatsvervangend burgemeester aangewezen. (76) *  Bij brief van 16 april 1976 wordt door de heren Teneij, Brouwers, Huntjens en Schreurs als leden van de raad het vertrouwen opgezegd in wethouder Beusmans, omdat deze volgens de ondertekenaars zijn persoonlijk belang nastreeft en dit in hun ogen het algemeen belang zou moeten zijn. Tot deze opzegging van vertrouwen komt het niet meer, omdat bij brief van 27 april 1976 wethouder Beusmans zijn ontslag indient. In de vergadering van de raad van 28 april 1976 komt de kwestie aan de orde en wordt het ontslag aanvaard. De voorzitter van de raad geeft nog opening van zaken over de bouw kwestie van de zoon van Beusmans. Het betrof een omstreden verleende bouwvergunning door het college van burgemeester en wethouders, die later door de inspectie van de Volkshuisvesting is voorgedragen ter vernietiging aan de Kroon. Door verkoop van het bouwplan met grond was de motivatie voor de bouwvergunning geen noodzaak meer. De burgemeester eindigt met te zeggen, dat hij de hemel dankt, dat deze affaire door het ingrijpen van de hogere overheid uit de wereld is geholpen. Ter voorziening in de vacature van wethouder wordt bij stemming 4 stemmen uitgebracht op J. Brouwers en 2 blanco stemmen. De heer J. Brouwers neemt de benoeming aan. (77) *  Door de ontslag name van de heer Beusmans als wethouder, is er ook een wijziging noodzakelijk in de aanwijzing van plaatsvervangend burgemeester. De heer Josephus Hubertus Brouwers, geboren op 20 maart 1911, zonder beroep wordt op 5 mei 1976 aangewezen als plaatsvervangend burgemeester
Overwegende dat bij Koninklijk Besluit van 21 mei 1976 nr. 34 is ingetrokken het Koninklijk Besluit van 28 december 1935 nr. 29 voor zover dit betreft de aanwijzing van de gemeente Noorbeek, als gemeente, waar de bediening van secretaris door de burgemeester wordt bekleedt, besluit Burgemeester en Wethouders op 10 november met ingang van 1 juli 1976 burgemeester Bogman wachtgeld toe te kennen. Omdat de bediening van deze veelvoudige vereniging van betrekkingen moeilijk te combineren viel heeft de heer Bogman daarom verzocht deze deels te beëindigen. Mocht voorheen de enkelvoudige cumulatie van secretaris functie met het burgemeestersambt, zoals die sinds 1935 heeft gegolden aanvaard heten, thans kan de ruim zes jaren bestaande situatie dat beide ambten voor twee gemeenten in één persoon verenigd zijn, niet meer is gewenst worden aangemerkt. Bij het voorstel aan de raad tot beëindiging hiervan hebben vele overwegingen een rol gespeeld. Zelfs de bestaande bezetting van het secretarie personeel was ten nauwste betrokken. Het secretarie personeel bestond uit de zogenaamde eerste ambtenaar ter secretarie, tevens waarnemend secretaris, de comptabele, tevens secretarie-ambtenaar, alsmede de derde ambtenaar ter secretarie. Tot 1 mei 1973 behoorde Noorbeek tezamen met de gemeenten Mheer en Slenaken tot een gebied waar een verplichte districts ontvanger gold. Toen per 1 mei 1973 de functie van ontvanger vacant werd, hield de aanwijzing op te gelden en kreeg de gemeente de vrijheid om zelf de organisatie van de financiële administratie te regelen. Hiertoe werd een ontvanger-nieuwe-stijl benoemd nu comptabele geheten. Aan Hare Majesteit de Koningin wordt dan ook een verzoekschrift gericht om de bediening van secretaris door de burgemeester voor Noorbeek in te trekken. Tevens wordt kenbaar gemaakt in de ontstane vacature van secretaris, de huidige eerste vervangend secretaris hierin te benoemen. (78) * 
Een en ander zal zijn beslag krijgen in de buitengewone raadsvergadering van 21 juni 1976. Door het eerder genoemde Koninklijk Besluit van intrekking van de cumulatie worden twee personen voorgedragen. De heer G.J.G. Pleijers is al in principe als opvolger in de vacature aangewezen en de heer B.M.H. Grooten, comptabele van de gemeente. Na schriftelijke stemming krijgt de heer Pleijers alle zeven stemmen van de raadsleden en is zodoende benoemd tot gemeentesecretaris van Noorbeek. De beëdiging vindt aansluitend plaats. Na ruim 40 jaar is de burgemeester niet tevens gemeentesecretaris van Noorbeek. (79) *  Ook de organisatie wordt wat aangepast evenals de werkzaamheden van de secretaris. De secretaris zal zijn werktijden aanpassen aan die van het overige personeel (8.30-17.00) eventuele langere middagpauze te compenseren ná 17.00 uur. In afwachting van eventueel wenselijke of noodzakelijke aanpassing van de instructie voor de secretaris zal vakantie verlof van de secretaris door B&W in overleg met betrokkene zelf worden geregeld. Kleinere periode van afwezigheid worden met de burgemeester geregeld. De secretaris diende verder toe te zien op goed verloop van de huishouding (verlichting, verwarming, poetsen enz.) van het gemeentehuis. Ter bekrachtiging van een eerder genomen principebesluit wordt tot waarnemend gemeentesecretaris de heer B.M.H. Grooten, comptabele en 1e ambtenaar ter secretarie aangewezen. (80) *  Het proces van de gemeentelijke herindeling loopt nog steeds door. Op 4 augustus 1977 houdt de gemeente een enquête onder de inwoners. Hierin kunnen zij aangeven of zij de herindeling van de gemeente juist vinden, en waarom. Tevens kunnen zij aangeven welke voorkeur van samenvoeging van gemeenten de voorkeur geniet. Er worden ca. 280 formulieren uitgegeven. Er worden er 24 terug ontvangen
De uitkomsten zijn als volgt: 10 tegen 9 stemmen wordt de herindeling verworpen, terwijl 5 indieners de principe vraag niet duidelijk hadden beantwoordt en meerdere mogelijkheden hadden opengelaten. De raad van Noorbeek besluit in de vergadering van 24 augustus 1977 dat handhaving van Noorbeek als zelfstandige gemeente in beginsel niet meer langer voor te staan. De raad stemt in met de vorming van een nieuw te vormen plateau gemeente zijnde een (nieuwe) gemeente Margraten, samengesteld uit Bemelen, Cadier en Keer, Margraten, Gronsveld (oost), St. Geertruid, Mheer en Noorbeek, doch daarbij de twijfel uit te spreken of de verstedelijkte forenzen gemeente Cadier en Keer (en Bemelen) daarin wel thuishoort. Tevens wordt er bij Gedeputeerde Staten aangedrongen op het genoegzaam voorwaarden scheppen waardoor de belangen van het huidige personeel worden veilig gesteld. Ook de mogelijkheid c.q. wenselijkheid te onderzoeken of ten gerieve van de bewoners van kleine kernen geen hulp-secretarieën dienen te worden aangehouden. (81) *  In de vergadering van de raad van 29 november 1977 vindt het onderzoek van de geloofsbrief van het nieuw benoemde lid de heer G.H.J. Kleijnen plaats. Het voorzien in deze vacature komt door het overlijden van het raadslid de heer J.L.H. Teneij. (82) *  De reguliere vier jaarlijkse verkiezing voor de leden van de raad is op 31 mei 1978. Er worden in totaal 723 stemmen uitgebracht. In de raadsvergadering van 9 augustus vindt het onderzoek van geloofsbrieven plaats. Van de gekozenen, de heren J.G.M. Gubbels, J.C.M.A. Bessems en W.J.N. Vaessen hadden verklaard hun benoeming niet aan te nemen. De heer Hodiamont die dan de volgende is neemt wel de benoeming aan. De voorzitter stelt een punt van orde en vraagt of de raad ermee kan instemmen dat benoeming van een commissie van onderzoek achterwege wordt gelaten. Of, nu van géén bezwaren tot toelating is gebleken, rechtstreeks tot toelating kan worden besloten
Volgens het reglement van orde is dat mogelijk volgens de voorzitter. De raad verklaart zich akkoord met deze handels wijze en worden de nieuwe leden toegelaten. Voor de periode 1978-1982 zijn dit: B.J. Beusmans, J.H. Brouwers, J.J.O. Bruels, E.A.P.H. Haessen, J.L. Hodiamont, A.H.B. Huntjens, H.N. Schreurs. In dezelfde vergadering wordt afscheid genomen van de heer R. Simonis, die gedurende 9 jaar, waarvan 8 jaar als wethouder, deel heeft uitgemaakt van het bestuur van de gemeente Noorbeek. Nadat de voorzitter de aanwezigen in de vergadering van de raad van 5 september 1978 welkom heeft geheten en geopend heeft met het gebed, memoreert hij nog aan het tragische ongeval van zoon Hartmann dat Noorbeek heeft opgeschrikt. Vervolgens deelt hij mede, dat te verwachten is, dat de aanstaande Troonrede melding zal maken van de op stapel staande herindeling. Hij zegt dat in deze laatste raadsronde dan ook het testament voor Noorbeek zal worden opgemaakt. De reconstructie van de tertiaire weg zal daar hopelijk deel van uitmaken. Hierna volgt de beëdiging van de nieuwe raadsleden. Eveneens vindt in deze vergadering de verkiezing en benoeming van de wethouders J.H. Brouwers en H.N. Schreurs door de raad plaats. (83) *  In de college vergadering van 6 september 1978 wordt wethouder Brouwers wederom aangewezen als plaatsvervangend burgemeester. (84) *  In een brief van 26 april 1979 aan de griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal bericht het college van burgemeester en wethouders dat, alhoewel het bestuur van Noorbeek niet zal deelnemen aan een van de belegde hoorzittingen, de gemeenteraad wel besloten heeft nadrukkelijk ter kennis van de commissie te brengen, dat de voorkeur blijft uitgaan naar een plateau gemeente in beperkte zin
Dit betekent een gemeente bestaande uit de landelijke gemeenten Sint Geertruid, Mheer, Noorbeek en Slenaken en dat, mocht zulks onverhoopt niet te verwezenlijk zijn, in ieder geval stelling wordt genomen tegen toevoeging van de verstedelijkte forenzen gemeente Cadier en Keer. (85) *  In 1979 wordt aan Gedeputeerde Staten het verzoek gericht om ontheffing van artikel 105, 3e lid van de Gemeentewet inzake bediening van het ambt ''comptabele'' door de gemeentesecretaris. Dit punt wordt in de vergadering van 18 januari 1979 aan de orde gesteld. Sinds de benoeming van de heer B. Grooten tot secretaris van Mheer is getracht te voorzien in de vacature van comptabele. Na ontslag van de heer Denis als ontvanger oude stijl, is deze functie destijds omgezet in een ontvanger nieuwe stijl. Het financieel beheer is gesplitst van het geldelijk beheer. De vacature wordt thans waargenomen door de secretaris, die dat werk vroeger ook al deed. Daarom is gedacht voor de korte tijd die de gemeente resteert, ontheffing bij Gedeputeerde Staten aan te vragen. Het kan nog moeilijk anders, nu de overige medewerkers niet over voldoende ervaring kunnen beschikken om dit verantwoordelijk werk al zelfstandig over te nemen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. (86) *  De leden van de raad de heren B.J. Beusmans, J.L. Hodiamont, J.J.O. Breuls en E.A.P.H. Haesen, richten op 29 december 1980 aan de voorzitter van de raad twee voorstellen tot het verlenen van tussentijds ontslag van de beide wethouders J.H. Brouwers en H.N. Schreurs. Dit naar aanleiding van de gevolgde procedure bij de aanbesteding van de tertiaire weg. De behandeling van de kwestie volgt in de vergadering 29 januari 1981. Bij de stemming wordt aan beide wethouders het ontslag verleend. In de ontstane vacatures worden benoemd de heren Beusmans en Bruels. Wethouder Beusmans zal de portefeuille openbare werken beheren en wethouder Bruels de portefeuille Sociale Zaken
Na de behandeling van het agendapunt besluit de voorzitter de vergadering met de opmerking, dat deze misschien wel de zwartste bladzijde vormt uit de eeuwenoude historie van de gemeente Noorbeek. (87) *  Het laatste jaar (1981) als zelfstandige gemeente gaat Noorbeek in met een inwoneraantal van 1065 inwoners verdeeld in 549 mannen en 516 vrouwen. (88) *  Herbenoeming van burgemeester F.L.H. Bogman geschiedt bij Koninklijk Besluit van 10 augustus 1981 no. 5 met ingang van 1 september 1981. (89) *  Op 19 maart 1981 richt de voorbereidingscommissie dorps raad Noorbeek zich tot burgemeester L. Bogman met het verzoek om een tegemoetkoming in de kosten van de voorbereidingen om tot een dorps raad te komen. Door de aanstaande herindeling in 1981 en het opgaan in een gemeente Groot-Margraten zou deze dorps raad de belangen van de gemeenschap Noorbeek kunnen behartigen. Want zo leest men in een oproep aan de inwoners van Noorbeek: Want wil Noorbeek blijven functioneren zoals nu, dan zullen we met z'n allen ervoor moeten zorgen, dat we inspraak krijgen in het beleid van de gemeente Groot-Margraten. Op donderdag 2 april 1981 vond de oprichtings/informatie-avond plaats in café Demollin. Vele vergaderingen volgden, de gemeenteraad van Noorbeek keurde zonder problemen de verordening en reglementen voor de dorps raad goed. Als dagen voor de verkiezing worden bepaald 26 en 27 september 1981. Het aantal kandidaten is 21 verdeeld over sectoren die van belang zijn om de gemeenschap te vertegenwoordigen. Net als bij gemeenteraadsverkiezingen volgen er ook campagnes om kandidaten en het belang van een dorps raad naar voren te brengen. Het inspireert mensen om de hele gemeenschap erbij te betrekken en op te roepen om te komen stemmen
Zo had mevrouw Bep Offermans een gedicht hiervoor geschreven: Norbek es gemingte bestit strak neet mie. Norbek es durp kint blieve, dat zul der zie. Ver zulle os motte ware en sterk motte make. Want Mergraote stit veur veul groeter zake. En 't zow kinne dat ver in un huske gerake. Unne dorpsraod dè is zoe belangriek veur os. Dè kump veur os op, geleuf dat gerus. Daorum luuj, is Norbek uch leef. Kom dan stimme, estebleef !!!
Ook burgemeester Bogman en pastoor J. Sax roepen de mensen op om toch hun dorps raad te kiezen om de belangen van hun gemeenschap in de toekomst te waarborgen. Van de 700 kiesgerechtigde inwoners van Noorbeek hebben 647 kiezers deelgenomen. Hiervan werden 637 geldige stemmen geteld. De kandidaten die werden gekozen zijn: Vrije sector, de heren R.G. Simonis en J.L. Herold, uit de sector ondernemers de heren J.G. Rompelberg en R.M.J. Raeven. De sector jeugd (Jonkheid, K.P.J. en Pandores) werd mevrouw M. Nuyts-Brouwers gekozen. De sector L.V.B. wordt vertegenwoordigd door mevrouw B.B.M. Offermans-Janssen. Vanuit sport en ontspanning worden de belangen vertegenwoordigd door de heer R. Rossing. Voor de sector Kerk/school/EHBO werd mevrouw H.M.J. Gubbels-Huynen gekozen. Voor de sector Bejaarden was dit de heer C.P.C. Hutzemakers. De heer G.J.J. van Hoven gaat de sector L.L.T.B. vertegenwoordigen. Vanuit de sector Muziek/Cultuur kiest men de heer C.J.G. Jahae. Tot slot volgt de laatste sector de V.V.V. en hier wordt de heer T. den Os gekozen. De installatie van de 1e dorps raad van Noorbeek zal plaatsvinden op maandag 5 oktober 1981 in het gemeentehuis. (90) *  Bij wet van 21 mei 1981 wordt besloten tot gemeentelijke herindeling van Zuid-Limburg. In de herindelings perikelen heeft Gedeputeerde Staten bij brief van 25 augustus 1981 nog meegedeeld, dat op verzoek van de gemeente Noorbeek en Slenaken, de grenscorrectie te Hoogcruts zal worden toegevoegd als ontwerp-figuratie wijziging in het concept wetsontwerp. Het betrof het gehele gebouwencomplex, boerderij en voormalig klooster, met het direct daarbij behorende perceel dat aan nieuw-Margraten zal worden toegevoegd. De raad bekrachtigt dit voorstel op 17 september 1981 in de raad. (91) * 
Bij Koninklijk Besluit van 3 december 1981 wordt F.L.H. Bogman op zijn verzoek met ingang van 1 januari 1982 eervol ontslag verleend als burgemeester van Noorbeek en Slenaken mede in verband met de herindeling van gemeenten in Zuid-Limburg. (92) *  De afscheids viering van Noorbeek als zelfstandige gemeente vindt plaats in de buitengewone raadsvergadering van 28 december 1981. (93) * 
Geschiedenis van het archief
Verantwoording van de inventarisatie
Overzichten van burgemeesters, gemeentesecretarissen en ontvangers

Kenmerken

Datering:
(1933) 1941-1981 (1984)
Auteur:
T.J.W.M. Slenders i.s.m. J. van der Meij
Omvang m1:
12,4 meter
Inventaris:
Inventaris van de archieven van de gemeente Noorbeek (1933) 1943-1981 (1984), Margraten 2010
Opmerking:
(exclusief bouwvergunningen A)