Uw zoekacties: Gemeente Sint Geertruid, (1926) 1937-1981 (1984), (1926) 193...

30.011 Gemeente Sint Geertruid, (1926) 1937-1981 (1984), (1926) 1937-1981 (1984) ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis van het bestuur en de gemeente
30.011 Gemeente Sint Geertruid, (1926) 1937-1981 (1984), (1926) 1937-1981 (1984)
Inleiding
Geschiedenis van het bestuur en de gemeente
De geschiedenis van het ontstaan van de gemeente St. Gertruid wordt uitvoerig beschreven in de inventaris van de archieven van de gemeente St. Geertruid 1828-1936, opgemaakt door J. van der Meij en H.M.E. L'Ortije, 1990. Om toch een kort beeld te schetsen wanneer het besluit genomen is, het volgende: bij Koninklijk Besluit van 6 maart 1828 nummer 165 ontstonden de gemeenten St. Gertruide en Eijsden. De gemeente St. Geertruid bestond uit de gehuchten "Ste. Gertruide, Ekkelrade, Bruysterbosch, Herkenrade, Libeek en Moerslag", het gedeelte Ekkelrade Gronsveld wordt gevoegd bij de gemeente Gronsveld. (1) *  Op het kaartje gemaakt van de gemeente door J. Kuyper is goed de omvang en ligging van St. Geertruid te zien. (2) *  De eerste benaming van de gemeente is genoemd in het Koninklijk Besluit van 1828 "St. Gertruide", echter bij wet van 4 juli 1850, Staatsblad 37, regelende de verdeling van het Rijk in kiesdistricten wordt de gemeente aangeduid met "St. Geertruide". Bij de herziening van de Tabel bij wet van 26 januari 1878 Staatsblad 5 wordt de benaming "St. Geertruid". (3) *  In de vergadering van de raad van 16 januari 1929 waren als leden van de raad aanwezig: M. Wolfs, H. Aarts, J. Curfs, V. Goessens, Th. Nelissen, Jos Teheux en H. Pinckers, als voorzitter en secretaris fungeerde burgemeester de heer E. Wolfs. Aan het eind van de vergadering maakt de voorzitter bekend, dat de heer Goessens eerdaags de gemeente zal verlaten en dan geen raadslid meer kan zijn van deze gemeente. Een woord van dank is op de plaats voor de inspanningen die hij voor de gemeente heeft gedaan. (4) *  In de vergadering van 16 mei 1929 stelt de voorzitter het besluit van de voorzitter van het Centraal stembureau aan de orde, waarin de heer E.J.H. Wolfs is benoemd door het openvallen van de plaats in de raad door het vertrek van de heer Goessens
De heer Wolfs heeft aangegeven zijn benoeming te aanvaarden en besluit de raad na onderzoek van de geloofsbrieven tot tussentijdse toelating van het nieuwe raadslid de heer E.J.H. Wolfs. Bij schrijven van 22 juni 1929 van de Commissaris der Koningin wordt de herbenoeming van burgemeester E.J.H. Wolfs aan de raad voorgelegd. Met algemene stemmen wordt in de vergadering besloten een telegram met de gelukwensen aan de burgemeester, die met verlof is, toe te sturen. Het aantal inwoners bedroeg in 1930 882 (430 vrouwen en 452 mannen) (5) *  Uit gegevens van 1930 wordt opgemaakt, die als basis waren voor de volkstelling in 1947 zien we dat in Bruisterbosch 21 woningen zijn, Eckelrade 29 woningen, Herkenrade 33 woningen, Moerslag 12 woningen, Libeek 13 woningen, St. Geertruid 60 woningen en verspreide huizen 6. (6) *  In de vergadering van de raad op 1 september 1931 worden de volgende leden beëdigd: de heren M. Wolfs, H. Aarts, J. Curfs, F. Snijders, Th. Nelissen, Jos Teheux en J. Pinckers. Zoals gebruikelijk volgt de verkiezing en benoeming van de wethouders. Uit de eerste stemming behaald de heer H. Aarts 6 van de 7 stemmen en de heer J. Teheux 1 stem. Als eerste wethouder is de heer H. Aarts gekozen. Voor de zetel van de tweede wethouder volgt dan de stemming. De heer J. Theux krijgt 3 stemmen, de heren F. Snijders en M. Wolfs elk twee stemmen. Geen van de gekozenen heeft de volstrekte meerderheid en volgt er een tweede vrije stemming. Hierbij krijgt de heer Snijders 3 stemmen, de heren Wolfs en Teheux elk 2 stemmen. Omdat er weer geen volstrekte meerderheid is verkregen volgt een derde stemming. Hierbij is bepaald, dat de heren Snijders, Wolfs en Teheux zich moeten onthouden van mede stemmen. Uit de volgende stemming krijgt de heer Snijders 3 stemmen en de heer Teheux 1 stem. De heer Snijders is dan verkozen als tweede wethouder en hij aanvaard staande de vergadering zijn benoeming
In de vergadering van 8 oktober 1931 wordt het ontslag van raadslid M. Wolfs aan de orde gesteld. Dit ontslag wordt aangenomen onder dankbetuiging voor de door hem aan de gemeente bewezen diensten. Op de agenda van 5 maart 1935 staat het ontslag schrijven van raadslid F. Snijders dat voor kennisgeving wordt aangenomen. Een woord van dank voor zijn werkzaamheden wordt door de burgemeester uitgesproken. In de vergadering van 14 maart 1935 meldt de voorzitter burgemeester E. Wolfs, dat de secretaris wegens drukke werkzaamheden geen tijd heeft gehad de notulen van de vergadering te ontwerpen. In diezelfde vergadering wordt aan de secretaris ziekteverlof verleend voor de duur van 6 weken. Tevens wordt goedgevonden dat gedurende die tijd de gemeente secretarie geopend is op dinsdag en donderdag van 16.00-1900 uur. Als agendapunt 2 moet voorzien worden in de vacature van wethouder Snijders ontstaan door het ontslag als raadslid. In de eerste stemming krijgen de heren Pinckers en Curfs elk twee stemmen en de heer Nelissen één stem. Bij de tweede stemming krijgt J. Pinckers 2 stemmen, de heren Curfs en Nelissen één stem en één briefje was blanco. De daarop volgende tussen stemming brengt ook geen uitsluitsel, op de drie kandidaten wordt elk één stem uitgebracht, één ongeldige stem en één blanco briefje. Dus volgt er een loting. Hierbij valt het lot op de heer Pinckers en wordt benoemd als wethouder. Op 15 juni 1935 vond de verkiezing van de nieuwe leden voor de gemeenteraad plaats. Bij de vergadering van de raad op 29 juni 1935 opent de voorzitter burgemeester E.J.H. Wolfs met de mededeling, dat de notulen van de vorige vergadering nog niet klaar zijn. Als eerste staat op de agenda het schrijven van de Commissaris der Koningin van de herbenoeming van burgemeester E.J.H. Wolfs. Dit schrijven wordt ter kennisgeving aangenomen

In de vergadering van de raad van 17 juli 1935 wordt de mededeling van het Centraal Stembureau, dat de gekozen leden hun benoeming aanvaarden voor kennisgeving aangenomen. Hierop volgt het onderzoek van de geloofsbrieven van de gekozenen. Zonder hoofdelijke stemming worden allen toegelaten tot de raad. De beëdiging van de nieuwe leden van de raad zal plaatsvinden in de vergadering van 3 september 1935, de heren J. Pinckers, H. Aarts, P. Dobbelstein, J. Bisscheroux, W. Duysens, A. Houbiers en G. Curfs, deze laatste was op dat moment nog niet aanwezig in de vergadering. Vervolgens wordt overgegaan tot benoeming van twee wethouders. De heer A. Houbiers wordt tot wethouder gekozen in de eerste stemming en de heer J. Bisscheroux wordt als wethouder gekozen in de tweede stem ronde. De mededeling van het Koninklijk Besluit van 18 december 1935 no. 29 waarbij is bepaald, dat met ingang van 1 januari 1936 de bediening van secretaris wordt bekleed door de burgemeester is in de vergadering van 18 januari 1936 voor kennisgeving aangenomen. De verloving van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana en zijne Doorluchtigheid Prins Bernhard von Lippe-Biesterfeld, die bij schrijven van 9 september 1936 van de minister van Binnenlandse Zaken is binnengekomen, wordt in de raad van 30 september 1936 bekend gemaakt. De voorzitter brengt het volgende in de vergadering. "De blijde gebeurtenis in de geschiedenis van ons vaderland, namelijk de verloving van onze geliefde Prinses, heeft het hart van alle rechtgeaarde Nederlanders met blijdschap vervult. Heel Nederland heeft gejubeld en ik meen te tolk te zijn van den St. Geertruidschen Gemeenteraad wanneer wij ons hierbij aansluiten en de gelukkige verloofden van harte geluk wenschen. Moge Gods zegen op beide verloofden rusten".
Op 26 mei 1939 verklaart het hoofdstembureau dat op de ingediende lijsten tezamen zeven kandidaten voorkomen, terwijl evenzoveel plaatsen zijn te vervullen alle kandidaten benoemd tot lid van de raad
Maar op 17 mei 1939 dienen de heren H. Aarts en J.H. Pinckers een beroep in inzake ongeldig verklaring van de Houbiers c.s. ingediende lijst. De voorzitter van het hoofdstembureau geeft in een verklaring aan, dat de bezwaren die het lid Pinckers indiende tegen de ingeleverde lijst door M.S. Pieters de volgende waren. Op 9 mei 1939 werd door N.H. Didderen, oud 13 jaar wonende Dorp 46 alhier, die niet is geplaatst op de kiezerslijst noch de kiezerslijst heeft ondertekend, de kandidatenlijst waarop als eerste A.W.H. Houbiers voor komt ingediend. De indiening gebeurde 10 minuten na vier, zulks in verband met het feit, dat de lessen van de school waar voornoemde jongen het onderwijs geniet pas om vier uur worden beëndigd. Deze aanbieding wordt niet opgevat als inlevering omdat de jongen Didderen niet voldoet aan de in de Kieswet gestelde vereisten. De voorzitter heeft de lijst weer teruggegeven aan Didderen om deze zo spoedig mogelijk te laten inleveren door een persoon die de lijst heeft ondertekend. Later werd de lijst opnieuw aangeboden en wel door de heer M.S. Pieters die daartoe wel bevoegd was. Dit gebeurde om kwart over vier. Hierover ontstaat de kwestie over de geldige indiening van de lijst die op 19 mei 1939 door Gedeputeerde Staten van Limburg wordt beslist door de beroepen gegrond te verklaren en de voor A.W.H. Houbiers c.s. ingediende kandidatenlijst ongeldig te verklaren. (7) *  In juni 1939 wordt melding gemaakt van de benoeming van de heer T. Nelissen als lid van de raad.
De vergadering van 26 juli 1939 is voor het onderzoek van de geloofsbrieven van de nieuw benoemde raadsleden. De raad wenst echter geen commissie van onderzoek in te stellen. De volgende leden hebben hun geloofsbrief met daarbij wettelijk vereiste stukken ingeleverd: P.H. Aarts, J.H. Drummen, J.H. Pinckers, J.J.H. Lacroix, J.J. Curfs, P.H. Dobbelstein en H.H. Meertens
Op voorstel van de voorzitter worden allen na goedkeuring toegelaten tot de raad. (8) *  De burgemeester doet als voorzitter van de raad op 1 september 1939 de mededeling, dat hij bij gelegenheid van de geboorte van H.K.H. Prinses Irene, namens de raad en inwoners van St. Geertruid een telegram van gelukwensen aan het prinselijk paar en H.K.H. de Koningin heeft gezonden. Daarna spreekt hij zijn dank uit aan de scheidende raadsleden. Op 5 september 1939 komt de nieuwe raad bijeen om beëdigd te worden. Dan volgt zoals gebruikelijk de benoeming van de nieuwe wethouders. Na de eerste stemming wordt de heer Drummen met zes stemmen benoemd als wethouder. Uit de tweede stemming volgt de heer H. Aarts als tweede wethouder. Wethouder Joannes Hubertus Drummen wordt ook tot plaatsvervangend burgemeester benoemd. Hij is geboren op 30 december 1890, van beroep aannemer en woont op 25 meter afstand van het gemeentehuis. (9) *  De bevolking van Sint Geertruid bestond op 31 december 1939 uit 973 inwoners, verdeeld over 461 vrouwen en 512 mannen. (10) *  In de tijd van de Tweede Wereldoorlog 1940-1945, is het voor burgers, gemeenten en organisaties niet altijd even gemakkelijk. In de neerslag van het handelen van de gemeente zijn niet alle zaken terug te vinden. Voor de gemeentelijke organisatie zijn toch een aantal zaken te vermelden. Bij de inval in mei 1940 werd de burgemeester door de Duitsers gearresteerd, verdacht van spionage en het hebben van vuurwapens. Na twee dagen te zijn vastgehouden en een herhaald verhoor door de geheime Feld-Gendarmerie, werd hij weer vrij gelaten. De burgemeester weigerde ook o.a. medewerking te verlenen aan een vordering van de Duitsers om inwoners op te roepen voor het verrichten van diensten ten behoeve van de weermacht. Dit gaf hem aanleiding om gedurende enkele weken tot aan de bevrijding onder te duiken (11) * 
De oorlog is ook van invloed op het bestuur. St. Geertruid komt te vallen onder het Duitse Commando te Heerlen. De Feldkommandatur te Maastricht en de Oberfeldkommandatur te 's-Hertogenbosch. Vergaderingen zijn toegestaan, mits zij niet gericht zijn tegen het Duitse Rijk en dienen minstens twee dagen van te voren aangemeld te worden. Processies mogen ook gehouden worden als dit maar op een hoofdverkeersplaats is. De burgemeester dient een overzicht te geven van alle luchtbeschermingsmateriaal, blus-, verband-, en ontsmettingsmiddelen. Tevens dient in elke gemeente een inkwartieringsbureau gevestigd te worden en de burgemeester is hier verantwoordelijk voor
Inwoners worden beperkt in hun bewegingsvrijheid zo was in mei een verbod om vanaf 21.00 tot 06.00 (Duitse tijd) aan een ieder verboden zich buiten hunne woning, gebouwen of getimmerten en op straat te bevinden of te begeven. Op 24 juni 1940 werd het tijdstip vanaf 23.00 uur tot 05.00. Sommige personen konden op aanvraag een "Sonderausweis" krijgen om toch buiten te zijn. Snel gaf men deze vergunningen niet af. In augustus 1942 werd de aanvraag voor kapelaan Gulikers zelfs geweigerd. Als hij bij een zieke of stervende moest zijn was dit een noodgeval en hoefde hij geen vergunning. In november 1942 werd voor gemeentediensten en beschrijven 7 aanvragen gedaan voor een vergunning en twee voor de geestelijken. In januari kreeg de burgemeester 2 armbanden ter beschikking gesteld die door hen gedragen konden worden aan wie een bijzondere vergunning werd verleend om zich tijdens het plaats hebben van oorlogshandelingen op straat te bevinden. (12) *  In juni 1940 antwoordt de burgemeester Wolfs op diverse vragen van algemene aard van de gemeente en diverse bijzondere zaken die van hem door de bezetter gevraagd worden. De gemeente St. Geertruid omvat dan de volgende kernen met het aantal inwoners: St. Geertruid (342), Moerslag (86), Libeek (87), Bruisterbosch (105), Herkenrade (197), Eckelrade (158) totaal 975 inwoners. Er een burgemeester aanwezig is, die tevens gemeentesecretaris is. De andere hoofdambtenaar is de gemeente-ontvanger. Er is een veldwachter beschikbaar en de brandweer zorg wordt waargenomen door een vrijwillige brandweer. Deze bestaat uit twee mannen in vaste functie en de vrijwillige hulp van aanwezigen bij de brand. Op 9 mei 1940, waren vijf vrachtauto's in de gemeente en 5 personenauto's en twee motorrijwielen.
In juni zijn nog maar drie vrachtauto's toegelaten en een personenauto, met daarnaast nog een personenauto voor het vervoer van zwaargewonden bij luchtaanvallen. De twee motorfietsen zijn ook toegelaten. (13) *  De commissaris der Koningin in Limburg kondigt zijn administratief bezoek aan voor 23 januari 1940 om te praten over alles wat in het belang van de gemeente is. Na onderzoek van allerlei administratieve vereisten en documenten, laat hij in zijn verslag weten, dat de presentielijst van de vergaderingen van de raad niet wordt getekend door de secretaris. Aangezien de burgemeester ook secretaris is, dient de ondertekening te geschieden door de waarnemend gemeentesecretaris. Ook worden er opmerkingen gemaakt over de notulen. Deze manco's worden door de burgemeester in zijn antwoord brief gemeld als gecorrigeerd. (14) *  De Commissaris in de Provincie Limburg besluit op 27 aug ustus 1940, de heer Jan Joseph Clemens Maria Beckers, burgemeester van Mheer te benoemen tot plaatsvervangend burgemeester van St. Geertruid. De burgemeester van St. Geertruid, de heer E.J.H. Wolfs, kan tijdelijk zijn ambt niet vervullen om gezondheidsredenen. Op 30 augustus 1940 zal burgemeester Beckers de eed afleggen. (15) *  Op 1 september 1940 komt de raad van St. Geertruid in spoedeisende vergadering bijeen. De voorzitter van de raad is de heer Beckers. Wethouder Drummen neemt na opening van de vergadering het woord en deelt het besluit van de Commissaris der Koningin mee, dat m.i.v. 30 augustus 1940 als vervanger van de met ziekteverlof zijnde edelachtbare burgemeester de heer E. Wolfs, de heer J. Beckers, burgemeester van Mheer zal optreden. Tevens deelt wethouder Drummen mee, dat tot waarnemend secretaris is benoemd de heer H.J.L.E. Duysens te Mesch. Op 1 november 1940 zal burgemeester Wolfs zijn werkzaamheden weer hervatten. De raadsvergadering van 20 november 1940 wordt geleid door burgemeester E. Wolfs

Het Provinciaal Bestuur van Limburg laat bij circulaire van 29 november 1940 de gemeenten weten dat het vraagstuk van de herziening van de gemeentelijke gebiedsindeling al geruime tijd de aandacht heeft. Samenvoeging van gemeenten en de daarmede gepaard gaande centralisatie leidt uiteraard ertoe, dat het gemeentebestuur meer doeltreffend en efficiënt kan worden gevoerd. Zo krachtig mogelijke gemeenschappen zouden gevormd moeten worden. De Secretaris-generaal, wnd. Hoofd van het Departement van Binnenlandse Zaken heeft de huidige gemeentelijke gebiedsindeling van dit gewest aan een beschouwing onderworpen. Hierbij zou zijn inziens o.a. de gemeenten Noorbeek, Mheer en St. Geertruid samengevoegd kunnen worden. Een ontwerp beschikking werd erbij gevoegd. In de ontwerp beschikking van 1941 wordt voorgesteld om de gemeenten St. Geertruid en Noorbeek aan de gemeente Mheer toe te voegen. Het gemeentebestuur kan hierin adviseren. Mocht de grens wijziging doorgaan, dan zou de zittende raad van Mheer vervangen worden die dan zou bestaan uit drie zittende raadsleden van Mheer, twee uit St. Geertruid en twee uit Noorbeek. En de naam van de nieuwe gemeente zou Mheer zijn. (16) *  De raad van St. Geertruid komt op 18 december 1940 bijeen om te vergaderen over de plannen tot samenvoeging van gemeenten. Alle leden zijn het er over eens, dat opheffing van de gemeenten zeer vele bezwaren en grote ongemakken voor de inwoners van St. Geertruid tot gevolg zullen hebben. Dat het ook te betreuren zou zijn dat indien St. Geertruid welke plaats en als gemeente en als parochie sedert eeuwen bestaat als zelfstandige gemeente zou moeten ophouden te bestaan. Met algemene stemmen wordt dan ook besloten zich tegen genoemde grens wijziging te verklaren, in het vertrouwen dat niet tot opheffing van deze gemeente zal worden overgegaan. (17) * 
De raad van St. Geertruid schrijft op 20 december 1940 unaniem tegen het plan van Gedeputeerde Staten van Limburg van 29 november 1940 van een grens wijziging te zijn, waarbij St. Geertruid en Noorbeek aan de gemeente Mheer zouden worden toegevoegd. Ten eerste, omdat daardoor zeer vele bezwaren en grote ongemakken voor de inwoners zullen ontstaan. Vervolgens dat het te betreuren zou zijn, wanneer St. Geertruid, welke plaats en als gemeente en als parochie sedert eeuwen bestaat, als zelfstandige gemeente zou moeten ophouden te bestaan. Op 31 december 1940 volgt nog een brief van alle meerderjarige inwoners van St. Geertruid waarin gemotiveerd wordt aangegeven waarom zij tegen een samenvoeging zijn. (18) *  De raadsvergadering van 10 februari 1941 brengt weer discussie met zich mee over de brief van Gedeputeerde Staten van Limburg van 24 januari 1941 over de samenvoeging van de gemeenten St. Geertruid, Mheer en Noorbeek en de adviezen van de laatste gemeenten. De raad van St. Geertruid besluit het volgende antwoord op de zaak te geven. Ten aanzien van het door de raad van Mheer uitgebrachte advies kan de raad zich zeer goed indenken, dat van die zijde geen enkel bezwaar tegen de samenvoeging naar voren wordt gebracht. Aangezien noch de gemeente Mheer, noch haar inwoners tengevolge van de beoogde samenvoeging het minste nadeel of de geringste moeilijkheid zullen ondervinden, terwijl dit voor de inwoners van St. Geertruid en Noorbeek wel het geval is. Ten opzichte van het door de raad van Noorbeek uitgebrachte advies geeft St. Geertruid aan, of dat door de samenvoeging van de drie genoemde gemeenten inderdaad een krachtiger gemeenschap wordt verkregen wordt dezerzijds eveneens sterk betwijfeld. Dat door de bedoelde samenvoeging een besparing tot stand zal komen, acht de raad van St. Geertruid mede niet denkbaar. Het verdwijnen van historisch gegroeide gemeenten is, zoals ook door de raad van Noorbeek wordt gezegd zeer zeker te betreuren
De door de raad van van Noorbeek geuite bezwaren aangaande de door de inwoners af te leggen afstanden naar de nieuwe gemeente gelden, zoals in het advies van de raad is betoogd onverzwakt ook voor de inwoners dezer gemeente. (19) *  Het genomen besluit wordt in een advies aan Gedeputeerde Staten meegedeeld. (20) *  Op 18 juli 1941 vindt in de raadsvergadering de mededeling plaats dat bij schrijven van 8 juli 1941 van de commissaris in de provincie de ambtsperiode van burgemeester E.J.H. Wolfs voorlopig is verlengd. Daarop volgde het schrijven van 11 juli 1941 dat de burgemeester is herbenoemd. (21) *  In 1941 waren 5 cafés in de gemeente aanwezig en twee lokaliteiten voor concerten, lezingen, cabarets etc. Dit moest gemeld worden om de verbodsbepalingen voor Joden in kaart te brengen. (22) *  In de maandrapporten die de burgemeester moet zenden aan het parket van de procureur-generaal bij het gerechtshof in Den Bosch wordt in 1942 steeds melding gemaakt, dat er een veldwachter is, geen vacatures, geen veranderingen geen wensen. Op politiek gebied gedraagt de bevolking zich waardig en rustig; doet weinig of niets aan politiek. Zeer weinig of geen activiteit van politieke groeperingen. De processen verbaal die gemeld worden variëren van smokkelarij, mishandeling, brandstichting in een klein bos door kinderen of een uit slaande brand in 3 boerderijen met onbekende oorzaak. Wat later wordt er wel nog melding gemaakt van overtredingen wegens onvoldoende verduistering of het afsnijden van de elektrische stroom. (23) *  Het bevolkingsaantal van de gemeente bedroeg in 1943 1004 inwoners, waarvan 472 vrouwen en 532 mannen. (24) * 
Op 1 september 1943 doet burgemeester E.J.H. Wolfs nog melding van het feit aan het kabinet van de Commissaris der provincie Limburg, dat hij ook de functie van Ambtenaar van de Burgerlijke Stand vervult. (25) *  Op 24 februari 1944 wordt ontdekt dat het bevolkingsregister, woning- en archief register en ander waarde materiaal zijn ontvreemd. Verdacht werd de reeds spoorloos verdwenen ambtenaar ter secretarie. In verband met dit feit werden burgemeester Wolfs en wachtmeester Vroemen door de S.D. in hechtenis genomen en na 5 weken gevangenschap vrijgelaten. De burgemeester werd hiervoor op 25 februari 1944 gearresteerd en op 1 april 1944 weer op vrije voeten gesteld. Op 17 april 1946 schrijft de burgemeester aan de Nationale Documentatie Dienst Rijksbureau voor oorlogsdocumentatie Provincie Limburg dat de volgende informatie wel belangrijk zou kunnen zijn
In het verslag van juli 1994 wordt melding gemaakt dat wethouder Drummen de burgemeester vervangt wegens ziekte. (26) *  Op 1 maart 1944 wordt de heer J.J.E.H. Ronckers, ontvanger van de gemeente benoemd als waarnemend secretaris. (27) *  In augustus 1994 komt de plaatselijke Militaire commandant met het schema op de eerste mobilisatie dag. De Ordedienst zal allerlei maatregelen dienen te nemen en ook overleg gepleegd te worden met goedgezinde burgemeesters, uitgaansverboden etc. De officiële tijd wordt in de nacht van 20 op 21 september 1944 omgezet van 3.00 uur naar 02.00 uur. Verdere zaken die lopen, zijn bijv. dat het verboden is om munitie op te blazen, ook al geven de Amerikanen aan dat het kan, of de controle op karabijnen, zodat deze niet uit elkaar ploffen omdat er proppen zijn ingestopt. Het dragen van militaire uniformen wordt tot nader order verboden. Wel mogen nog militaire pantalons worden gedragen. In het rapport van de plaatselijke leider van de Ordedienst staat vermeldt welke werkzaamheden sinds de bevrijding op 13 september 1944 zijn verricht. (28) *  Nadat de bevrijding in gang is gezet, worden ook maatregelen genomen om oorlogsmaterialen in te leveren. Zo wordt in november 1944 gemeld, dat in het gehucht Libeek 5 pantser vuisten zijn ingeleverd, in Bruisterbosch ligt een vliegtuigbom en op het gemeentehuis zijn nog 6 handgranaten en 8 onbekende patronen aanwezig. Ten huize van de postcommandant van de Marechaussee zijn nog 4 infanterie geweren en ca. 500 geweerpatronen. (29) *  De commissaris van de provincie Limburg besluit op 2 september 1944 de heerJoseph Marie Hubert Hartmans wonende te St. Geertruid met ingang van die dag tot nader order aan te wijzen als plaatsvervangend burgemeester van Sint Geertruid en Mheer
Dit in verband wegens afwezigheid voor onbepaalde tijd van de burgemeester van Sint Geertruid het gewenst is in de tijdelijke waarneming van het ambt te voorzien. (30) *  Ter verkiezing van een tijdelijke raad worden leden van het kiescollege benoemd. In St. Geertruid werden de volgende 21 heren benoemd als lid van het kiescollege: J.W. Steinbusch, W.H. Wolfs, P.H. Aarts, P.W. Habets, Th.H.M. van Hoven, J.J.H. Lacroix, F.H. Munnix, J.J. Andrien, N.Q.Mares, J.E.M. Duijsens, H.W.A. Houbiers, P.J.A. Wetsels, J.H. Drummen, J.A.H. Custers, J.H. ter Huurne, J.J.H. Pieters, H. Martens, J.H. Bisscheroux, P.H. Spronck, G.H.M. Martels, F.W.H. Meijs. (31) *  Op 13 augustus 1945 bestaat de tijdelijke raad uit de volgende personen: voorzitter en burgemeester E.J.H. Wolfs, P.H. Huls, W.H.(G). Wolfs, P.H. Spronck, J.H. Drummen, P.H. Aarts, N.Q. Mares en H.W.A. Houbiers (afwezig met kennisgeving). In deze raadsvergadering worden de genoemde leden beëdigd. Ook de wethouders verkiezingen staan weer op de agenda. Van de zes stemmen die zijn uitgebracht bij de eerste stemming krijgt de heer J. Drummen er vijf en de heer Aarts een stem. Bij de tweede stemming worden alle zes de stemmen uitgebracht op de heer Aarts. Beide benoemden aanvaarden hun benoeming en treden op als wethouder.
De heer A. Houbiers die op 13 augustus 1945 afwezig was wordt in de vergadering van 13 december 1945 beëdigd. Bij Koninklijk Besluit van 7 juni 1946 no. 14, wordt burgemeester E.J.H. Wolfs herbenoemd per 1 juli 1941. (32) *  Op 26 juli vindt de verkiezing van de leden van de gemeenteraad plaats. De tijdelijke raad onderzoekt de geloofsbrieven van de nieuw gekozen leden: J.H. Drummen, P.H. Aarts, N.Q. Mares, W.H. Wolfs, J.H. Nelissen, J.J. Curfs en J.A. Wolfs. Alle leden worden toegelaten tot de raad. Op het einde van de vergadering bedankt de voorzitter de vertrekkende leden van de tijdelijke raad
In de vergadering van 3 september worden de benoemde leden beëdigd. Verder wordt weer overgegaan tot benoeming van twee wethouders bij besloten en ongetekende briefjes. In de eerste stemming krijgt de heer Drummen vier stemmen en de heer Nelissen drie stemmen, zodat de heer Joannes Hubertus Drummen benoemd is tot wethouder. Bij tweede stemming krijgt de heer Aarts vier stemmen en de heer Nelissen drie stemmen, zodat de heer Pieter Hubertus Aarts als tweede wethouder is benoemd.
Op 16 mei 1947 maakt burgemeester E.J.H. Wolfs kenbaar dat hij met ingang van 1 april 1948, de eerste dag van de maand volgende op zijn 65ste verjaardag zal aftreden als burgemeester van Sint Geertruid. Op 3 juli 1947 komt het bericht bij de gemeente binnen, dat hij bij Koninklijk Besluit van 24 juni 1947 no. 8 met ingang van 2 juli 1947 is herbenoemd als burgemeester. Per 1 april 1948 legt de burgemeester in verband met zijn pensionering zijn functie neer na een tijdvak van meer dan 30 jaar. (33) *  Bij Koninklijk Besluit van 31 mei 1948 wordt met ingang van 16 juni 1948 de aanwijzing van de gemeente Sint Geertruid als gemeente, waar de bediening van secretaris door de burgemeester wordt bekleed, ingetrokken. (34) *  Daarop aansluitend wordt bij Koninklijk Besluit van 15 oktober 1948 no. 17 besloten dat met ingang van 1 november 1948 de gemeente Sint Geertruid aan te wijzen als gemeente, waar de bediening van secretaris en die van ontvanger door dezelfde persoon wordt bekleed. (35) * 
Op grond van het bepaalde in de wet van 2 maart 1966, Staatsblad 94, blijft deze aanwijzing van kracht, totdat de betreffende bediening vacant is. (36) * 
In de vacature van burgemeester wordt per Koninklijk Besluit van 31 mei 1948 no. 12 wordt met ingang van 16 juni 1948 J.J.C.M. Beckers, burgemeester van Mheer, ook benoemd tot burgemeester van Sint Geertruid. (37) * 
In de raad van 12 november 1948 deelt bij agendapunt 1 wethouder Drummen per schrijven mee, dat hij ontslag aanvraagt voor zijn functie als wethouder. Dit doet hij in verband met de benoeming van zijn zoon J.J.G. drummen als secretaris en ontvanger bij de gemeente. Hierna volgt de verkiezing en benoeming van een nieuwe wethouder. Na de opening van de 5 stembriefjes, volgt dat er 2 stemmen zijn uitgebracht op dhr. J. Curfs, 1 op dhr. Mares, 1 op dhr. G. Wolfs en één blanco stem. Niemand heeft de volstrekte meerderheid gehaald en volgt er een nieuwe vrije stemming. In deze stemming worden 2 stemmen uitgebracht op dhr. Curfs en 3 stemmen op dhr. G. Wolfs, zodat deze laatste is benoemd. (38) * 
In december 1948 wordt door het hoofd van het Bouw- en Woningtoezicht van Publieke Werken aan het college melding gemaakt van de aangebrachte schade aan het gemeentehuis in de Dorpstraat bij de bevrijding in 1944. Overal werden Amerikanen ingekwartierd, zo ook in het gemeentehuis van St. Geertruid. Hier was ook het distributiekantoor, het bureau V.V.O. en de brandweer garage gehuisvest. Van het gemeentehuis werden in gebruik genomen beneden twee kamers, boven drie kamers alsmede de garage van de brandweer. De bezetting van deze gebouwen duurde van 9 november 1944 t/m 2 maart 1945. Gedurende die tijd waren daar eenheden van de 7e Pantser divisie, de 83e Infanterie-divisie en een afdeling van de Telefoon gestationeerd. De schade aan het gebouw en de aanwezige goederen bedroeg fl. 759,94. Bij het ministerie werd ook een claim ingediend voor herstel van wegen tengevolge schade aangebracht door zwaar militair vervoer over de diverse wegen in de gemeente. Alles voor een bedrag van fl. 13.000,-. (39) *  In de raad van 1 juli 1949 worden de processen-verbaal van de stemming van 22 juni 1949 voor de leden van de gemeenteraad voor kennisgeving aangenomen
Agendapunt 1 van de raadsvergadering van 9 aug 1949 zijn de geloofsbrieven v
Agendapunt 1 van de raadsvergadering van 9 augustus 1949 zijn de geloofsbrieven van de nieuwe leden, deze worden allemaal in orde bevonden. Hierna besluit de raad met algemene stemmen tot de toelating van de nieuwe leden P.J. Drummen, N.Q. Mares, J.H. Nelissen, J.J.A. Pinckers en A.J. Wolfs. Op het einde van de vergadering geeft de voorzitter aan, dat de raad in deze samenstelling voor het laatst bijeen is gekomen. Enkele leden zullen niet meer terugkeren. Een woord van dank is dan ook op de plaats. De beëdiging van de nieuw gekozen raadsleden staat in de raadsvergadering van 6 september 1949 als 1e handelwijze op de agenda waarbij het afleggen van de zuiveringseed gevolgd door ambtseed achtereenvolgens door P.H. Aarts, N. Mares, J. Houbiers, A. Wolfs, P. Dumont, H. Nelissen en J. Pinckers in handen van de voorzitter afgelegd. Daarna volgt de verkiezing van de wethouders. Zeven stembriefjes worden in een bus opgehaald. De heren Aarts en Pinckers worden aangewezen als stemopnemers. Na opening van de stembriefjes blijkt dat alle leden aan de stemming hebben deelgenomen. Van de uitgebrachte stemmen zijn er vier uitgebracht op dhr. Nelissen en drie op dhr. Aarts. Dhr, Nelissen is dan met volstrekte meerderheid gekozen als wethouder. Bij de tweede stemming worden vier stemmen uitgebracht op dhr. Houbiers en 3 op dhr. Aarts, zodat de heer Houbiers is gekozen als wethouder. Beiden aanvaarden hun benoeming. In de raadsvergadering van 6 september 1949 is de beëdiging van de secretaris-ontvanger aan de orde, maar dit is een bekrachtiging aan de provincie van het eerder genomen benoemingsbesluit van de heer Drummen. Vervolgens legt de heer Drummen de eden af in handen van de voorzitter. Het is weer tijd voor een administratief bezoek aan de gemeente St. Geertruid volgens de commissaris van de Koningin en wenst dit te doen op 29 november 1949
Na de controle van de diverse administratieve verplichtingen voor de gemeente, wil hij daarna als als de gelegenheid er voor is een bezoek brengen aan een of meer inrichtingen onderijs of andere instellingen van algemeen belang in de gemeente. De pastoor wordt van dit bezoek ook op de hoogte gesteld. De leden van de raad worden ook uitgenodigd om op die dag om 9.30 uur in het gemeentehuis hun opwachting te maken in een donker kostuum. (40) *  Terug kijkend naar de groei van de bevolking nam in 10 jaar tijd de bevolking met 70 inwoners toe. In 1943 waren er 1004 inwoners, in 1953 zijn het er 1974 geworden. (41) * 
De gemeenteraadsverkiezingen op 27 mei 1953 brengt als uitslag mee, dat P.H. Aarts, W.H. Drummen, J.G. Wolfs, J.H. Nelissen, J.J. Jöbses, H.J. Beckers en J.J.A. Houbiers zijn gekozen tot lid van de raad. De heer Aarts neemt echter zijn benoeming niet aan en in zijn plaats wordt de heer N.Q. Mares tot lid van de raad benoemd. (42) *  Burgemeester Beckers wordt door hare Majesteit bij besluit van 13 mei 1954 opnieuw benoemd tot burgemeester van de gemeente. (43) *  De gemeentesecretaris schrijft in november 1955 aan de heer Em. Vrijdag te Haarlem een brief waarin hij aangeeft dat de gemeente van plan is een gemeentewapen aan te vragen. Graag zou hij de hulp van de heer Vrijdag hier willen inroepen. De aanzet hiertoe wordt gegeven, echter het voorstel om een wapen te maken uit de diverse familiewapens lijkt de gemeente toch te ingewikkeld. De gemeentesecretaris had meer gedacht aan de patrones van de parochie de heilige St. Gertrudis geplaatst in een wapenschild eventueel op de achtergrond nog een familiewapen zoals de heer Vrijdag voorstelde. Hierop volgt de verhandeling van de heer Vrijdag, die aangeeft dat de gemeente uit diverse banken, oude gerechtshoven, is ontstaan en daardoor eigenlijk een Valkenburgs deel en een Luiks deel zou moeten bevatten. In diverse andere voorstellen van andere personen die geen goedkeuring konden wegdragen volgden nog. Zo ook van de Rijksarchivaris in Limburg , die ook een onderbouwing van zijn voorstel deed. Tot slot kwam in 1962 het voorstel van A. Janssen uit 's-Gravenhage aan de orde. Dit voorstel is gebaseerd op Sint Geertruid van Nijvel met een kromstaf waartegen drie muizen opklimmen. Daaronder wordt nog een vuurstenen bijl geplaatst. Dit voorstel werd ingediend bij de Hoge Raad van Adel. Deze had in zijn advies toch moeite met het voorstel en verzoek de ontwerper met hun contact op te nemen
De Hoge Raad van Adel zou echter graag zien dat de vuurstenen bijl uit het wapen zou verdwijnen. Als dit op onoverkomelijke bezwaren zou leiden, dan zou toevoeging van een steel nog te accepteren zijn. Diverse mensen buigen zich er nog over of het een bijl is of een ander vuurstenen werktuig. In de raadsvergadering van 24 juli 1963 stelt de raad het gemeentewapen vast en vraagt dit aan bij de Hoge Raad van Adel. In 1964 wordt bij Koninklijk Besluit van 11 februari no. 3 het gemeentewapen toegekend. De beschrijving van het gemeentewapen van St. Geertruid luidt als volgt: "In keel een schuin links geplaatste kromstaf; waartegen drie muizen achter elkander opklimmen, alles van goud, in de schild voet vergezeld van een vuurstenen bijl van zilver. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee paarlen". (44) *  De verkiezingen voor de leden van de raad op 28 mei 1958 brengt de volgende uitslag: H.J. Beckers, J.J.A. Houbiers, J.J. Jöbses, N.Q. Mares, J.H. Nelissen, N.P.A.M. Prompers en H.G.H. Vroemen. In 1958 worden in de vergadering van 2 september 1958 de heren Joannes Hubertus Nelissen wonende aan de Burgemeester Wolfsstraat 45 en Hubert Joseph Beckers. wonende te Bruisterbosch 15 als wethouders benoemd. (45) *  De commissaris der Koningin heeft het voornemen kenbaar gemaakt op 3 februari 1959 weer een administratief bezoek te brengen aan de gemeente St. Geertruid. Hij wil dit in tegenstelling tot het bezoek van 1949 een minder officieel karakter geven, dus geen ambtelijke bezoeken aan scholen of andere instellingen van algemeen belang. Wel zou hij een openbare bespreking houden met de burgemeester, de wethouders en de leden van de raad over al het geen in belang is van het beheer van de gemeente, zoals dat in zijn instructie staat
Als er speciale zaken zijn die ingebracht worden, zoals bijv. uitbreidingsplan, woningbouw of speciale gebouwen of instellingen, dan zou hij dit graag, als een bezichtiging voor een betere indruk van het belang gewenst is, dit van te voren kenbaar maken. In de uitnodiging van de leden van de raad wordt aangegeven, dat de burgemeester, de wethouders en secretaris gekleed gaan in een kort zwart colbert. Deze kleding of een donker colbert zou dan ook gewenst zijn voor de leden van de raad
Als bijzonderheid voor het bezoek van de commissaris wordt aangegeven, dat de monumentale kerk van de H. Gertrudis geheel gerestaureerd is en de commissaris aan de pastoor heeft beloofd na de heropening een bezoek te brengen aan de kerk. Tevens is dan vanaf het kerkplein een goed overzicht van de andere zaken die van belang zijn. Bij dit bezoek worden ook diverse gegevens aangedragen. Op 1 januari 1959 zijn er 1106 inwoners in de gemeente, 573 mannen en 533 vrouwen. De bevolking is vrij jong, 75% ervan is jonger dan 40 jaar en 32% jonger dan 15 jaar. Het beeld van de gemeente financiën is vrij gunstig te noemen. (46) *  In 1959 blijkt uit de wegen leggers van de gemeenten St. Geertruid en Eijsden, dat de Groeneweg door beide gemeenten onderhouden dient te worden en wel ieder voor de helft. Uit de kadastrale kaart van Mesch sectie A (thans gemeente Eijsden), blijkt echter dat deze weg geheel op het grondgebied van de huidige gemeente Eijsden ligt. Echter op de kadastrale kaart van St. Geertruid, sectie C blijkt eventueel dat de grens tussen beide gemeenten gevormd wordt door de as van de weg. Hierop wordt verzocht om de gemeente grens opnieuw vast te stellen. Gedeputeerde Staten van Limburg antwoorden in januari 1969 dat na inzage bij het Kadaster in Maastricht gebleken is, dat de gemeentegrond vanaf de weg van Mesch naar Moerslag tot aan de Rijksgrens het midden volgt van de weg (Groenenweg). Waarschijnlijk ligt het misverstand aan een onduidelijke kaart in het gemeentehuis van Eijsden. (47) * 
Burgemeester J.J.C.M. Beckers wordt bij Koninklijk Besluit van 4 mei 1960 no. 20 herbenoemd als burgemeester van de gemeente Sint Geertruid. (48) *  In verband met het overlijden van de wethouder de heer H.J. Beckers wordt in de vergadering van van de raad van 19 december 1960 de heer Nicolaas Quirinus wonende Eckelrade 27 benoemd als wethouder. (49) * 
Na de verkiezingen op 30 mei in 1962 ziet de raad er als volgt uit: G.J. Habets, J.J.A. Houbiers, J.J. Jöbses, N.Q. Mares, J.H. Nelissen, N.P.A.M. Prompers en H.G.H. Vroemen. (50) *  Een gemeente vlag wordt in 1965 aan de orde gesteld. Echter het college besluit in haar vergadering van 8 november 1965, dat het niet opportuun wordt geacht een gemeente vlag aan te schaffen. De Stichting voor Banistiek en Heraldiek meldt zich in juli 1966 om voor de gemeente een gemeente vlag te ontwerpen. Het antwoord van het College is dat zij reeds besloten hadden, dat het niet gewenst moet worden geacht voor deze gemeente een vlag vast te stellen, gezien de bevolking hier niet achter zal gaan staan. (51) *  De gemeente viert op 8 juli 1966 feest ter gelegenheid van het zilveren ambtsjubileum van secretaris J.J.G. Drummen omdat hij op die dag 25 jaar werkzaam is geweest voor de gemeente. (52) *  Na de verkiezingen op 1 juni 1966 worden in de vergadering van 1 januar 1966 van de raad de volgende leden toegelaten: G.J. Habets, J.J.A. Houbiers, J.J. Jöbses, J.H. Nelissen, H.G.H. Vroemen, C.H. Martens en L.M.H. Wolfs-Graven. (53) *  Op 6 mei 1966 wordt burgemeester Beckers door Hare majesteit voor een nieuwe periode van zes jaar herbenoemd. (54) *  Op 22 maart 1968 heeft te Valkenburg-Houthem een bijeenkomst plaats gevonden waaraan vertegenwoordigers uit 43 Zuid-Limburgse gemeenten hebben deelgenomen om gezamenlijk het probleem van de positie van de gemeenten in Zuid-Limburg te bestuderen. Solidariteit van alle Zuid-Limburgse gemeenten is belangrijk voor een goede begeleiding van de plannen, welke door hogere organen zijn of worden ontworpen. Kennis genomen van de studie over de positie Zuid-Limburgse gemeenten bij brief van 3 april 1968 van daarvoor opgerichte Stichting is het vervolg op de besluitvorming door de raad

In het voorjaar van 1968 staat ook de zienswijze van Gedeputeerde Staten van Limburg met betrekking tot de toekomstige gemeentelijke gebiedsindeling van Zuid-Limburg op de agenda. In het voorstel van Gedeputeerde Staten wordt aangegeven, dat de gemeenten Eijsden (5.788 inwoners), St. Geertruid (1.214 inwoners), Gronsveld (3,167 inwoners), Mheer (1.289 inwoners) en Noorbeek (1.004) een nieuwe gemeente kunnen vormen. Wegens hun geringe inwoneraantal zijn zij te zwak om opgewassen te zijn tegen de taak, waarvoor zij zich als onderdeel van het probleemrijke gebiedsdeel zien gesteld. Verwondering is er over de gedachte van Gedeputeerde Staten voor samenvoeging van St. Geertruid met Eijsden bij de gemeenteraad. Gedeputeerde Staten stellen ondermeer dat bij de nieuwe structuur rekening gehouden dient te worden met de geografische situatie en de daarmede verband houdende factoren als terreingesteldheid, de bereikbaarheid en het georiënteerd zijn. Dit zal een voortdurend agendapunt zijn voor de komende raadsvergaderingen. Op 20 mei 1968 besluit de raad voor een mogelijk akkoord gaan met de ontwerpplannen tot herindeling van de Zuid-Limburgse gemeenten eerst na grondige bestudering van de feiten en geschriften hier in een latere vergadering op terug te komen.De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Noorbeek, Mheer en St. Geertruid komen op 4 oktober 1968 in Noorbeek bijeen. Na overleg zou het voorstel aan Gedeputeerde Staten moeten luiden, dat:
1. de gemeenten Noorbeek en St. Geertruid tot een landelijke gemeente samengevoegd kunnen worden; 2. aan de nieuwe gemeente toe te voegen de volledige kernen Eckelrade, Hoogcruts, Schilberg, Terlinden en Reijmerstock, zodat het inwoneraantal van de gemeente ruim de 4.000 zal overschrijden; 3. voor zover in de nieuwe gemeente nog bestuurskracht mocht ontbreken, zal deze het gevolg zijn van nodige financiële armslag, gezien het relatief kleine inwonertal en het uitgestrekte grondgebied

4. mede in verband met de bestemming tot recreatiegebied voor een groot deel van Nederland, ware via extra financiële voorzieningen hierin verbetering te brengen. Dit voorstel met een uitgebreide toelichting wordt op 23 oktober 1968 aan het college van Gedeputeerde Staten van Limburg gezonden. (55) *  In 1968 gaat het verhaal over samenvoeging en herindeling in de gemeenten verder, waarbij de nieuwe herindelingsplannen worden besproken. De samenvattende conclusies van de gezamenlijke colleges van het gesprek op 4 oktober 1968 houden in, dat men van oordeel is, dat de huidige tijd ook schaalvergroting op gemeentelijk terrein eist. Belangrijk is, dat zeker voor het landelijk gebied hierbij de geografische situatie, de terreingesteldheid, de bereikbaarheid en het georiënteerd zijn van de woonkernen betrekt. Dat het inwoneraantal van de nieuwe gemeente nooit een onveranderlijke maatstaf mag zijn. Immers er zijn veel kleine gemeenten die als woon- en recreatiegebied hun taak behoorlijk aankunnen. De samenvoeging met Eijsden en Gronsveld wijst men om een aantal redenen af. Hierbij worden o.a. genoemd de geografische ligging, het niet georiënteerd zijn van de bevolking, geen industrie gemeenten maar woon gemeenten met agrarische en recreatieve bestemming. Een voorstel voor samenvoeging wordt aan Gedeputeerde Staten gedaan op 23 oktober 1968. Op 19 december neemt de raad van de gemeente St. Geertruid het besluit om de Minister van Binnenlandse Zaken met klem te verzoeken om de in de Gemeentewet genoemde termijn van drie maanden te verlengen naar 1 januari 1971. Tevens wordt dit besluit ter kennis gebracht aan de voorzitter van de vaste Commissie van Binnenlandse zaken van de Tweede kamer van de Staten-Generaal, de fracties van de politieke partijen en Gedeputeerde Staten van Limburg. Dit naar aanleiding van het ingediende wetsvoorstel en de uitkomsten van de studie zoals die is uitgebracht in Grenzen en Mensen 1
De afsluitende fase van dit onderzoek zal uiterlijk 1 augustus 1970 resulteren in een advies over de meest adequate oplossing voor het gebied Zuid-Limburg. Het onderzoek wordt op 7 oktober 1970 met het rapport "Grenzen en Mensen" in kasteel Hoensbroek te Hoensbroek gepresenteerd. In een reactie schrijven aan de studie commissie geeft het gemeentebestuur te kennen, dat de raad van Mheer wil kiezen voor een herindeling, waarbij de gemeenten en kernen, gelegen op het plateau, wordt begrensd door Maas-, Gulp en Geuldal. Dit alles samengevoegd tot één gemeente. Hierin zijn opgenomen de gemeenten Bemelen, Cadier en Keer, St. Geertruid, Margraten, Mheer en Noorbeek, evenals de woonkernen Eckelrade (geheel), Honthem en Scheulder. Deze reactie komt niet overeen met de visie neergelegd in het rapport "Grenzen en Mensen 3".
Gedeputeerde Staten van Limburg bericht op 27 januari 1971 aan de gemeenten, dat de minister de termijn waarbinnen Gedeputeerde Staten een advies moeten uitbrengen tot 1 augustus 1971 heeft verlengd. Op 7 augustus 1970 worden de volgende nieuwe leden van de raad toegelaten die op 3 juni zijn gekozen: J.C.P. Bisscheroux-Lelijveld, G.J. Habets, J.J.A. Houbiers, J.J. Jöbses, C.H. Martens, H.G.H. Vroemen en P.H. Weusten. (56) *  In de vergadering van de raad van 1 september 1970 worden de wethouders gekozen. In de eerste stemming krijgt de heer Vroemen 4 stemmen en de heer Houbiers 3 stemmen. De heer H. Vroemen wordt benoemd als wethouder. In de daarop volgende tweede stemming worden 4 stemmen uitgebracht op de heer Martens, 2 op de heer Houbiers en 1 op de heer Vroemen. Dit heeft tot gevolg dat de heer C. Martens wordt benoemd als tweede wethouder.
De herbenoeming van burgemeester J.J.C.M. Beckers wordt door Hare Majesteit Koningin Juliana op 25 mei 1972 besloten
Op 1 september 1974 wordt hem op eigen verzoek wegens het bereiken van de pensioen gerechtigde leeftijd eervol ontslag verleend als burgemeester van Sint Geertuid en van de gemeente Mheer. (57) *  De commissaris van de Koningin in Limburg zal op 2 mei 1974 weer een ambtelijk bezoek brengen aan de gemeente en zich laten informeren over aangelegenheden, het beheer en de belangen van de gemeente. De plaats is naar keuze van het gemeentebestuur te Mheer of in St. Geertruid. De aankomst op het gemeentehuis van St. Geertruid wordt voorzien om 10.30 uur. Er zal nog binnen de beschikbare tijdslimiet een bezoek gebracht worden aan de monumentale H. Gertrudis kerk, het moderne scholen complex voor kleuter- en lager onderwijs en aan de gymnastiek zaal. Het programma zal zo zijn, dat om 14.30 uur de commissaris der Koningin weer op het gemeentehuis van Mheer aanwezig is. In het gesprek met de raad komt ook de cumulatie van de functie van burgemeester van de beide gemeenten ter sprake. Dit naar aanleiding van de profielschets voor de nieuwe burgemeester, die de heer Beckers per 1 september 1974 zou moeten opvolgen. Gelet op de structuur van de gemeente, de bevolkingssamenstelling van beide gemeenten, de problematieken is twee gemeenten wel het maximale voor een burgemeester. De raad is van mening dat de cumulatie dan ook voor de beide gemeenten zou moeten blijven bestaan. (58) *  De op handen zijnde vacature van burgemeester is reden voor de Commissaris der Koningin in Limburg mr. Dr. C.J.M.A. van Rooy met de raad van gedachten te wisselen over het profiel van een nieuw te benoemen burgemeester voor Sint Geertruid. De gouverneur sprak zijn genoegen uit, dat het profiel van Sint Geertruid gelukkig in hoofdzaak overeen kwam met dat van de gemeente Mheer die voor de burgemeesters functie is gecumuleerd


De reguliere zittingsperiode is in 1974 teneinde en wordt op 29 mei 1974 de verkiezing van de nieuwe leden van de raad gehouden. Er werden 849 stemmen uitgebracht voor de verdeling van de 7 raadszetels. Gekozen zijn H.G.H. Vroemen, C.H. Martens, J.C.P. Bisscheroux-Lelijveld, G.J. Habets, J.J.A. Houbiers, H.J.M. Rouschop en J.H. Nelissen. (59) *  Bij Koninklijk Besluit van 17 augustus 1974 wordt met ingang van 1 september 1974 tot burgemeester van St. Geertruid en Mheer jhr. Mr. L.M. Michiels van Kessenich benoemd. (60) *  In beide plaatsen vindt op 2 september 1974 de installatie plaats. In Mheer om 15.00 uur en in St. Geertruid om 17.00 uur. Gemeentesecretaris en ontvanger J.J.G. Drummen verzoekt om ontslag ingaande 16 januari 1976 in verband met zijn benoeming als burgemeester van de gemeente Jabeek en Bingelrade. Bij zijn afscheid wordt hem de ere medaille in zilver van de gemeente St. Geertruid verleend. (61) *  De raad besluit op 5 april 1976 tot het instellen van een verordening met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en van het kasbeheer
In 1977 wordt bij een enquête over het ambtsketen van de burgemeester het volgende gemeld. De in de gemeente gebruikte ambtsketen is onopvallend, is vervaardigd van zilver. Op de penning is behalve het rijkswapen ook het gemeentewapen aangebracht en wordt gedragen aan een keten die ook is vervaardigd van zilver. De penning dateert uit 1975, maar van de keten is het jaartal niet bekend. De keten is aangeschaft door de gemeente en de penning is een geschenk van de huidige burgemeester jhr. Mr. L.M. Michiels van Kessenich. (63) * 
Met een brief van 25 mei 1977 heeft het college van Gedeputeerde Staten aan de raad van St. Geertruid een voorstel gedaan tot gemeentelijke herindeling. Het voorstel komt ongeveer neer op de samenvoeging tot een nieuwe gemeente van de huidige gemeenten: Bemelen, Cadier en Keer, gedeeltelijk Gronsveld (Eckelrade), Margraten, Mheer, Noorbeek en St. Geertruid. Dit zal voor de diverse dorpsgemeenschappen nogal wat gevolgen met zich meebrengen. Er worden hoorzittingen voor de burgers georganiseerd om ook de mening te horen van de burgers. In een brief aan de raad schrijft het college het volgende over het voorstel: "Wie de moeite neemt om, ter gelegenheid van het nieuwe voorstel van Gedeputeerde Staten tot gemeentelijke herindeling van Zuid-Limburg, weer eens een blik in de geschiedenis te werpen, en bij die studie te betrekken de plannen van de Rijksoverheid inmiddels over de bestuurlijke indeling van ons land heeft geproduceerd, diegenen bekruipt welhaast zeker het gevoel dat het nog maar uiterst onzeker moet worden geacht dat wij ditmaal wel met een serieuze zaak te maken hebben. In de tien jaren, verlopen sinds de grootschalige voorstellen van 1968 en 1969, is veel gezegd, veel geschreven, en niets gebeurd. Bewust nemen wij derhalve het risico, dat wij ook dit maal weer aan het schrijven zijn voor boekenkast of archief". Het college geeft dan een uiteenzetting van de eerdere plannen en de huidige, met aanbevelingen. Op 30 augustus 1977 reageert de gemeente op het voorstel van Gedeputeerde Staten. Concluderend kan worden gesteld, dat uitgaande dat de zelfstandigheid de voorkeur verdient, met de plateau gemeente als alternatief, zij het met enige correcties, kan worden ingestemd. De laatste verkiezing van de raad van de zelfstandige gemeente Sint Geertruid vindt plaats op 31 mei 1978
Er gaan 908 mensen naar de stembus en die de volgende inwoners als nieuw raadslid kiezen: J.C.P. Bisscheroux-Lelijveld, L.M.J.G.A. (Leo) Curfs, G.J. Habets, J.J.A. Houbiers, J.J. Jöbses, C.H. Martens en H.G.H. Vroemen. In de vergadering van 7 augustus 1974 worden de nieuw benoemde leden toegelaten. (64) *  Bij Koninklijk Besluit van 30 juli 1980 wordt burgemeester jhr. Mr. L.M. Michiels van Kessenich herbenoemd tot burgemeester van de gemeente Mheer en St. Geertruid. (65) *  De burgemeester zegt in de raadsvergadering van 24 februari 1981 dat hij er behoefte aan heeft zijn visie te geven op de rechtstreeks gevolgde kamerdebatten over de behandeling van het wetsontwerp herindeling Zuid-Limburg in de Tweede Kamer. De wijze waarop de behandeling van dit wetsontwerp heeft plaats gevonden heeft zijn achting voor het functioneren van het parlementaire stelsel niet mogen verhogen. Hij vergelijkt deze met een spel waarbij een groot gedeelte van de Limburgse bevolking over de kaart wordt geschoven als bij het Wener Congres van 1815, toen Napoleon was verslagen. Anderzijds uit hij lovende woorden aan het adres van de raadsleden, zeggende dat zij in het verleden wel steeds goede politici zijn geweest, omdat zij niet aan politiek gedaan hebben en het belang van de burger hebben laten prevaleren. (66) *  Bij wet van 21 mei 1981 wordt besloten tot gemeentelijke herindeling van Zuid-Limburg. Als tijdelijk secretaris van de nieuwe gemeente Margraten wordt per 1 januari 1982 de heer L.M. van de Laar benoemd. Als tijdelijk functionaris belast met de taak van ontvanger wordt de heer A.H.G. Weijers benoemd
De gemeenschappen Sint Geertruid en Eckelrade willen hun betrokkenheid bij het bestuur ook terugzien door het instellen van een dorps raad. De gemeenteraad besluit in oktober 1981 ook de verordeningen vast te stellen. De dorps raad stelt zich tot doel de leefbaarheid in het dorp en het welzijn van de dorpsbewoners te bewaken en te bevorderen. Ook na de herindeling per 1 januari 1982 zal dit doorgaan. (67) *  De gemeente St. Geertruid eindigt op 31 december 1981 met 1.497 inwoners verdeeld over 777 mannen en 720 vrouwen. In 50 jaar is de bevolking toegenomen met 615 inwoners (430 vrouwen en 452 mannen). (68) *  De nieuwe gemeente Margraten die ontstaat per 1 januari 1982, bestaat uit de voormalige gemeenten Bemelen, Cadier en Keer, St. Geertruid, Margraten, Mheer en Noorbeek
Geschiedenis van het archief
Verantwoording van de inventarisatie

Kenmerken

Datering:
(1926) 1937-1981 (1984)
Auteur:
T.J.W.M. Slenders i.s.m. J. van der Meij
Omvang m1:
13,9 meter
Inventaris:
Inventaris van de archieven van de gemeente St. Geertruid (1937) 1943-1981 (1983), Margraten 2010
Opmerking:
(exclusief bouwvergunningen)