In het midden van de jaren zeventig van de vorige eeuw richtten fotograaf Gustaaf Begas (1944-2016), grafisch ontwerper Piet Gerards (1950) en architect Jan Teeken (1931-2001) de Coöperatieve Vereniging Anarcho Artistieke Producties op. Doel van de vereniging was om vanuit libertaire opvattingen gezamenlijke activiteiten te ontplooien. Genoemd werden: vorm-geven, drukken, uitgeven en exposeren.

Uit dit initiatief ontstonden het ontwerpbureau van Gerards in Heerlen/Amsterdam, een kleine offsetdrukkerij in Maastricht, een zeefdrukkerij in Heerlen, uitgeverij AAP en galerie/kunstencentrum Signe in Heerlen. AAP gaf een reeks affiches uit gewijd aan kopstukken van het anarchisme, participeerde, ook inhoudelijk, in het Vlaams-Nederlandse blad Kladdaradatsch (1978-1980) en was mede-organisator van politieke en culturele manifestaties zoals ‘De rechtstaat in het geding’ (1978), ‘Banaal’ (1978) en een lezingenreeks over anarchisme (1979).

Er verschenen twee boekuitgaven onder AAP-imprint, namelijk de gedichtenbundel Ambtenaar in de gezondheidszorg (1981) van Rosalie Sprooten, een initiatief van Begas, en het gedicht Europa (1982) van Anatol Stern. Deze laatste uitgave was feitelijk het begin van Piet Gerards’ uitgeefactiviteiten. Het relatieve succes van het ook typografisch belangrijke Europa, een van de hoogtepunten van de Poolse avant-garde uit 1929, uitgegeven naar het oorspronkelijke ontwerp van Mieczyslaw Szczuka en gedrukt in zeefdruk, deed hem het vizier richten op andere specimen van de internationale avant-garde. Een voorgenomen boek over de Poolse avant-garde kwam niet van de grond, maar wel verschenen een herdruk van de De Stijl-versie van het suprematische sprookje Van twee kwadraten van El Lissitzky (1985) en Jan Tschicholds Opstellen over typografie (1988). Begin jaren tachtig viel Gerards’ oog op de recensie van een uitgave van de marge-uitgeverij De Lantaarn (Leiden), gedichten van de Russiche emigrant Vladislav Chodasevitsj.

Het leidde tot een aantal Russische poëzie-uitgaven, feitelijk de eerste conventionele boekontwerpen van de beginnend vormgever. Als uitgever staat ‘Gerards’ op de titelpagina. De uitgeverij is gevestigd in Maastricht waar Boekhandel De Tribune een deel van de organisatie voor haar rekening neemt. Het eerder genoemde Van twee kwadraten is de eerste uitgave die de naam Gerards & Schreurs draagt. Joep Schreurs (1952-1999) zou tot de opheffing van de uitgeverij tal van ideeën aandragen, rechten regelen, de uitgeverij vertegenwoordigen op beurzen en bovendien de verkoop voor zijn rekening nemen. Samen bedachten zij de Fragmenten-reeks, een uit negen delen bestaande serie met teksten van en over grote schrijvers: de laatste brieven van Osip Mandelstam, reportages van Louis Paul Boon, Octavio Paz over Fernando Pessoa, Johan Polak over Oscar Wilde, Wiel Kusters over Pierre Kemp, J.C. Bloem en Rutger Kopland, Antonin Artaud over Vincent van Gogh. Neerlandicus Rob Bindels en boekverkoper Rob Oudshoorn zijn enige jaren betrokken. De eerste als redacteur, de tweede draagt samen met Jo Linssen zorg voor de verkoop.In 1989 bleek Voor Arthur Lening, het liber amicorum ter gelegenheid van de negentigste verjaardag van de anarchist, de laatste G&S-uitgave. De Leidse uitgeverij Plantage, geleid door vertaalster Yolanda Bloemen, zette het fonds onder eigen imprint, in de eerste jaren met de toevoeging ‘Gerards & Schreurs’, voort. Drie uitgaven werden uitverkozen tot best verzorgde boek: Laatste brieven (1986), De meisjes van Zanziber (1988) en Voor Arthur Lehning (1990).

In 1986 zette Gerards samen met een aantal vrienden onder wie boekbinder Jo Linssen marge-uitgeverij Huis Clos op. Tot de opheffing in 2017 verschenen er 69 titels.
Het archief van Huis Clos is opgenomen bij Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek (UvA) in Amsterdam.

Literatuur: Ben van Melick, Werktitel: Piet Gerards, grafisch ontwerper (2003)