In 1983 werd het parochie archief in bewaring gegeven aan de Gemeentelijke Archief dienst van Maastricht. Een oude ordening werd in de stukken niet aangetroffen en voor zover bekend zijn er niet eerder pogingen tot inventarisatie gedaan. Wel waren losse archiefstukken in enkele gevallen op onderwerp gegroepeerd, doch deze sortering is niet consequent doorgevoerd. Een 50-tal delen was beschreven, maar de beschrijvingen vonden niet plaats naar archivistische kenmerken. In feite is er geen sprake van één parochie archief, maar van een verzameling van archieven van diverse ambtsdragers en instellingen, die binnen de parochie een eigen taak hadden. Juist vanwege deze taakverdeling is bij de inventarisatie uitgegaan van het organisatie-beginsel. De stukken met betrekking tot het beneficie van St. Nicolaas in de kapel te Caestert, waarvan de goederen begin 19e eeuw op de kerkfabriek overgingen, zijn als gedeponeerd archief in de inventaris opgenomen. Met betrekking tot de diverse broederschappen en verenigingen is onderscheid gemaakt tussen de instellingen, die zelfstandig archieven hebben gevormd, zoals de Aartsbroederschap van de H. Familie en de Maria-Congregatie, en de overige instellingen, waar dit niet het geval was en de pastoor de administratie voerde. De archieven van de Aartsbroederschap en de Congregatie worden beschouwd als gedeponeerde archieven, terwijl in het andere geval de stukken ondergebracht zijn bij ''bemoeienis van de pastoor met groepen van parochianen''. Bij de inventarisatie werd een vrij groot aantal stukken aangetroffen, die niet in de archieven van de parochie thuishoren en derhalve niet in de inventaris zijn opgenomen. Als bijlagen zijn toegevoegd een lijst van pastoors en een index op persoonsnamen