De namen in het bevolkingsregister 1850-1860 zijn te vinden met behulp van de alfabetische index. Er wordt verwezen naar het deelnummer en bladzijde; de verwijzing naar het Tijdelijk Verblijfregister wordt voorafgegaan door TR 1 en/of 2. De huisadressen zijn via een index op de straatnamen terug te vinden.
In de registers 1860-1920 werd elk gezin of persoon op één blad, met twee tegenover elkaar liggende bladzijden, ingeschreven. Op de linker bladzijde staan de namen van de hoofdbewoner, van zijn vrouw, kinderen, (inwonend huispersoneel), eventuele inwonende familieleden en andere bewoners. Van alle bewoners is de betrekking tot de hoofdbewoner genoteerd. Er zijn kolommen voor o.a. familienaam, voornaam, geslacht, geboortedatum en geboorteplaats, de burgerlijke staat
Op de rechter bladzijde staan het kerkgenootschap, ambt, beroep of bedrijf. Verder zijn er kolommen voor: het woonadres, dagtekening en jaar van vestiging in de gemeente, vorige woonplaats, dagtekening en jaar van vertrek, de nieuwe woonplaats, en dagtekening en jaar van overlijden (als dat gebeurde in de periode het betreffende bevolkingsregister). In de laatste kolom ‘Aanmerkingen’ (nr. 20) werden verwijzingen naar andere registers en bladzijden opgenomen.
De namen van de hoofdbewoners werden alfabetisch ingeschreven. Door het gebruik van ‘vastbladige’ boeken was het vaak niet mogelijk om de nieuwe inschrijvingen op de juiste plaats in de alfabetische volgorde te registreren. In de kolom ‘Aanmerkingen’ (nr. 20) op de rechterbladzijde staat dan bij de laatste familienaam in het betreffende register een verwijzing naar het paginanummer van deze inschrijving. Bij plaatsgebrek werden de naastgelegen kolommen ook benut.

De namen uit de registers van 1890-1920 zijn onlangs ook op digitale manier te doorzoeken. De gegevens zijn te raadplegen op de website van WieWasWie:
https://www.wiewaswie.nl/personen-zoeken/zoeken/fk_province/11/fk_collectiontype/7
Momenteel worden via het project ‘Vele Handen’ de bevolkingsregisters 1880-1890 nader toegankelijk gemaakt.
Namen van militairen, dienstboden, kloosterlingen en bewoners van diverse gestichten en instellingen zijn niet in de bevolkingsregisters opgenomen. Hiervoor werden sinds ca. 1860 aparte registers aangelegd.