Uw zoekacties: Brabantse commissarissen-deciseurs Maastricht (rechterlijk), processen

20.091B Brabantse commissarissen-deciseurs Maastricht (rechterlijk), processen ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historische inleiding
20.091B Brabantse commissarissen-deciseurs Maastricht (rechterlijk), processen
Inleiding
Historische inleiding
In Maastricht vóór 1800 waren er voor de rechtspraak in eerste aanleg de volgende instanties:
- voor de lage rechtspraak (de kleinere overtredingen waarop boetes stonden) het indivies (betekent onverdeeld) laaggerecht
- voor de hoge rechtspraak (halsmisdrijven en grotere vergrijpen) het Luiks hooggerecht en het Brabants hooggerecht
- voor het uitbreidingsgebied van de stad tussen de 1e en 2e omwalling de schepenen van de Vroenhof.
Van deze gerechten werd aanvankelijk meestal in hoger beroep gegaan bij de appelinstanties van het Duitse Rijk, zoals het Rijkskamergerecht. In 1530 echter schafte keizer Karel V - in zijn functie als hertog van Brabant - voor Maastricht en de bijbehorende gebieden dit appel op de Rijksgerechten af. De Maastrichtenaren beschouwden dit als een inbreuk op hun privileges. In 1545 kwamen de beide heren van de stad - de hertog van Brabant en de bisschop van Luik - aan die bezwaren tegemoet en ontwierpen voor Maastricht een heel eigen beroepsregeling.
Voortaan behandelden twee afgevaardigden van de hertog en twee van de bisschop, de zogenaamde commissarissen-deciseurs, het hoger beroep in Maastricht. Bij vonnissen van het indivies laaggerecht deden de commissarissen-deciseurs van beide heren dat gezamenlijk, maar de vonnissen van de afzonderlijke hooggerechten werden gescheiden behandeld:
- van de Luikse schepenbank door de Luikse commissarissen-deciseurs
- van de Brabantse schepenbank door de Brabantse commissarissen-deciseurs.
De commissarissen-deciseurs spraken in hoogste instantie recht. Verder beroep was niet mogelijk. Bovendien was het niet mogelijk om van strafzaken niet in beroep gaan. Daarnaast zorgden zij voor de benoeming van de schepenen, de burgemeesters en gezworenen. Ook vaardigden zij wetten en verordeningen uit die in zogenaamde recessen werden vastgelegd. Eens in de twee jaar kwamen zij naar Maastricht om daar de zaken te regelen en recht te spreken. In de tussentijd werd alles voorbereid door commissarissen-instructeurs.
De rol van de Luikse commissarissen-deciseurs als appelinstantie bleef dus beperkt tot het Luiks hooggerecht. Maar de BCD bewogen zich op veel breder terrein: want behalve het Brabants hooggerecht traden zij ook op als beroepshof voor:
- de Vroenhof en de hiermee gelieerde zg. Dorpen van Redemptie
- de beide Maastrichtse kapittels, St. Servaas en OLV
- de dorpen van het Sint Servaaskapittel, de zg. Banken van Sint Servaas.
Verder waren zij rechtbank in eerste aanleg:
- in zaken over Maastrichtse kloosters
- in processen tegen gemeenten.
Dit archief heeft betrekking op een ruim gebied rond Maastricht, over de tegenwoordige landgrens heen. Het merendeel ligt in het huidige België.
Gebruikershandleiding
Chronologische tafel en index op partijen
Chronologische tafel over de jaren 1624-1662
Erfgoedstuk
Chronologische tafel over de jaren 1662-1689
Erfgoedstuk
Chronologische tafel over de jaren 1689-1730
Erfgoedstuk
Chronologische tafel over de jaren 1731-1794
Erfgoedstuk
Index op partijen
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
16e eeuw-1794
Omvang m1:
77,6
Inventaris:
Voorlopige nummerlijst en nadere toegangen
Aanvraaginstructie:
Alle huidige inventarisnummers zijn op de gewone wijze opvraagbaar.
Opmerking:
In bewerking.
Openbaar:
Openbaarheid beperkt alhankelijk van materiële staat