Uw zoekacties: Familie de Borchgrave d'Altena, 1392-1793

16.0675 Familie de Borchgrave d'Altena, 1392-1793 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
De geschiedenis van Groot-Buggenum en zijn eigenaren
Geschiedenis van het archief
Verantwoording van de inventaris
16.0675 Familie de Borchgrave d'Altena, 1392-1793
1. Inleiding
Verantwoording van de inventaris
Getracht is zoveel mogelijk vast te houden aan het principe dat ook een familiearchief een geheel is, dat dan is samengesteld uit diverse persoonlijke archieven. De geschiedenis van een familiearchief geeft een tamelijk algemeen beeld. Gedurende iedere generatie vindt wel een verdeling van archiefstukken plaats tengevolge van de deling van erfenissen, of vloeien er stukken toe van de familie van de echtgenote. De samenstelling van het familiearchief kan op verschillende tijdstippen geheel verschillend zijn.
Achteraf gezien is er echter altijd een groep archiefstukken, die niet aan de verdeling onderhevig is geweest, maar steeds van vader op zoon is overgegaan. Tussen deze stukken behorend tot de persoonlijke archieven van de opeenvolgende generaties, bestaat vaak een juridische band: eigendomstitels van goederen volgen het goed, door voorouders gestelde handelingen kunnen jaren later bij de nakomelingen activiteiten, gepaard gaande met archiefvorming, veroorzaken. Deze onverdeelde rest is de kern van het familiearchief. Aan deze kern zijn in de loop van de tijd persoonlijke archieven van leden van aangetrouwde families toegevoegd, meestal op juridische basis (huwelijkse voorwaarden, deling van erfenis). De logische plaats van deze laatste archieven is in een afdeling achter het archief van de hoofdfamilie, i.c. de familie De Borchgrave d'Altena, en wel in de volgorde van verwerving. Aan de hand van genealogische tabellen, die achter de inleiding zijn opgenomen, kan dan de wijze van verwerving en de relatie van de betreffende archiefvormende personen met de familie De Borchgrave d'Altena worden verklaard.
Volgens het bovenstaande werden aanvankelijk allerlei persoonlijke archieven hersteld, met opneming ook van alle titels van eigendomsovergang. Dit laatste leverde echter nogal problemen op. Besloten werd daarom op dit punt het pertinentiebeginsel toe te passen. Op de eerste plaats stonden over hetzelfde goed stukken op geheel verschillende plaatsen in de inventaris. Dit bevorderde de overzichtelijkheid niet en zou tot gevolg hebben, dat de werkelijke toegang tot deze stukken de index zou zijn. Op de tweede plaats was het schema van de eerste hoofdafdeling veel gecompliceerder dan dit nu al is. Er waren namelijk een aantal persoonlijke archiefjes, die enkel bestonden uit eigendomstitels. Om deze problemen op te lossen werden de stukken over een bepaald goed uit de persoonlijke archieven gelicht en apart bijeen gezet in een goederenafdeling. Een verdere rechtvaardiging van de toepassing van het pertinentiebeginsel is, dat, althans achteraf, de goederen beschouwd kunnen worden als het bedrijf van één grote familie. *  Om duidelijk tot uitdrukking te brengen dat hier sprake was van een ingreep van de inventarisator werd de hoofdafdeling genoemd: Stukken betreffende bepaalde goederen en rechten. Een dergelijke ingreep laat zich echter niet radicaal doorvoeren, omdat er nu eenmaal stukken zijn, waarin over meerdere goederen gesproken wordt, zoals bij de deling van nalatenschappen, testamenten en dergelijke.
Zulke stukken zijn in de eerste afdeling blijven staan. Enig heen en weer bladeren in de inventaris wordt onvermijdelijk maar hoeft niet bezwaarlijk te zijn, omdat men de eigenaren die men in de tweede hoofdafdeling leert kennen, meestal in de eerste hoofdafdeling kan terugvinden.
Regestenlijst
6 1435 oktober 23 "Gegeven int jair onss Heren dusent vyerhondert vijffendederttich des sonnendache na sent Gallendach abbatis".

Joest Wylden van Mersen, zoon van Johan Wylden van Mersen en Gertrude, en Barbara, dochter van Heinric van Baexen, verklaren huwelijkse voorwaarden te zijn aangegaan. Joest brengt in: de hof op gheenen Peele c.a. of zeventig malder rogge grondrente. Bij de deling van de goederen van zijn ouders zal hij vooruit hebben: de woning te Grathem met de weide vanaf het Boenenbroeck tot aan de woning, en het vis- en jachtrecht. Voorts zullen zijn ouders hen vier jaar lang kost en inwoning verschaffen. Barbara brengt in: vijftien malder rogge grondrente die haar vader toekomen uit pachten te Ensenbroeck van diens neef Johan van Baexen; en alles wat haar vader van Johan Pollart geërfd heeft t.w.: de hof te Stevensweert c.a.; vier malder rogge grondrente te Moritfort des kremers; een huis c.a. in de Minderbroederstraat (te Roermond); land achter Lerakensduifhuis, groot meer dan een bunder; drieënhalven morgen land in de Weert; een half bunder bij Koukemansweiden; en 42 schellingen ten laste van het huis van de lange Willem van Rodichaven in de Neerstraat (te Roermond ) . Voorts keuren Arnolt van Mersen, broer van Joest, en Johan van Baexen, broer van Barbara, beiden nog ongehuwd, bovenstaande punten goed.
Zegelaars zijn: Johan van Mersen, Heinric van Baexen, Johan Heinrics van Baexen, Arnolt van Mersen, en de getuigen: Johan van Brede, Geraert van Oederaede, Sander van Eyle, Willem Keilener, Johan van Titz, Goeswyn Moelle van der Donck, Johan van Baexen, Johan Pollaert, Dederic Pollaert genoemd Kraen en Heinric van Osen.
14 1462 september 28 "Gegeven int jaer nae der gebuerten onss lieffs Heren dusent vierhondert ind tweinsesthich op sinte Michielsavont".

Gerart van Kortenbach, zoon van Johan van Kortenbach en van wijlen Aelheyten van Anstenraed, en Neese, dochter van Jelis van den Broick, burger van Keulen, en van Truytgen, verklaren huwelijkse voorwaarden te zijn ingegaan. Gerart brengt in: de hof Ter Voorde; een grondrente van 35 mud rogge ten laste van de hof van ridder Johan Huyn van Anstenrade gelegen te Beek; een grondrente van 20 mud rogge ten laste van de hof te Broemellen; een grondrente van 150 mud roggen ten laste van de goederen: de hof Ten Hove c.a., het goed op de Rettersbeeck, de hof Tho Hegem gelegen bij Bradbuenen, Peter Cleirirnansgoed, Peter Pepersgoed, goed van Jan van Kuyringen, goed van Jan van Attenhoven, goed van Krelle van Raede, de hof van Johan van Ophem, de smalle tienden van deze hof, goed van Reenart van Hullenbroick, goed van Jan van Waillern, goederen van Peter Scepers en Ja
n van Kuyringen, heer Willem Luyrsgoed, Met Oedengoed, goed van Broicken van Schawyer, Marke Fixgoed, Broemegoed op de Retersbeeck. Direct na de bruiloft krijgt hij van zijn vader de voogdij van het land van Valkenburg. Devader zal het echtpaar en hun bedienden drie jaar lang onderhouden, daarna zullen de vader en diens broer Winand van Kortenbach hun het huis Som Hoeve c.a. geven, waar wijlen hun ouders gewoond hebben. Nees brengt in: twee duizend gulden, belegd in het goed van der Heyden in het rijk van Aken.
Zegelaars zijn: Johan van Kortenbach, Gerart van Kortenbach, Winant van Kortenbach, Jelis van den Broick, Johan van den Broick, en de getuigen: Frederich, heer van Wittem, ridde, erfmaarschalk van het land van Limburg, Johan Huyn van Anstenroede, ridder, Johan Marscharele, heer van Wijnandsrade, Johan van Kortenbach Peterszoon, Johan van Hertze, ridder, Emund van Eylsich en Walraven van Lymborch.

Kenmerken

Datering:
1392-1793
Auteur:
J.H. Hanssen
Inventaris:
Inventaris van het archief van de familie de Borchgrave d'Altena. Inventarissenreeks RAL 29 (Maastricht 1983)