Uw zoekacties: Kapittel van Onze Lieve Vrouw te Maastricht, 1096-1796

14.B001 Kapittel van Onze Lieve Vrouw te Maastricht, 1096-1796 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Volledige inventaris in PDF
Hier kunt u de volledige inventaris in PDF raadplegen en gratis downloaden.

Erfgoedstuk
Inleiding
Institutionele geschiedenis van het kapittel * 
Geschiedenis van het archief
Inventarisatiewerkzaamheden
14.B001 Kapittel van Onze Lieve Vrouw te Maastricht, 1096-1796
1. Inleiding
Geschiedenis van het archief
Inventarisatiewerkzaamheden
Wanneer men de resoluties van het kapittel onder de trefwoorden archivia en documenta bestudeert, *  blijkt dat de archiefzorg van de kapittelvergadering geconcentreerd was op drie punten: de onderbrenging van het archief, de opsporing van afgedwaalde archivalia en de ordening van de archiefstukken. De uitlening van documenten uit het archiefdepot is in de geschiedenis van het kapittel een niet uit te roeien kwaal geweest. Hoewel de archiefkamer afgegrendeld was met drie sloten, waarvan de sleutels berustten bij de deken, scholaster en fabriekmeester, *  zijn er toch regelmatig stukken aangetroffen in de huizen van de kanunniken. Naar het schijnt hebben de herhaalde sommaties van de kapittelvergadering tot inlevering van geleende archiefstukken slechts tijdelijk effect gesorteerd, ondanks de dreiging met sancties. *  De oudste resolutie van het kapittel
op het gebied van archiefzorg, van 28 februari 1507, bevat reeds de opdracht afgedwaalde stukken te verzamelen en te kopiëren. * 
In 1622 was dreiging met beslaglegging van de inkomsten uit de prebende nodig om de moeder van kanunnik Arnold Smeets te bewegen tot restitutie van de documenten en registers van de rijproost, een ambt dat haar zoon bekleed had. *  In 1671 nam het kapittel het heilzame besluit dat uitlening van archiefstukken alleen met toestemming van de deken geoorloofd was en dat er een ontvangstbewijs getekend moest worden. *  Toch werd nog in 1750 Nicolaas Dujardin, die zijn ambt als deken had neergelegd, aangemaand om alle charters, documenten en registers in zijn huis terug te brengen naar het archiefdepot. *  Tot zijn verdediging kan misschien aangevoerd worden dat Nicolaas Dujardin een kanunnik was met historische belangstelling. * 
Het omvangrijke archief in een goede en geordende staat te houden of te brengen, heeft het kapittel, aantoonbaar in de zeventiende en achttiende eeuw, als een belangrijke taak beschouwd. De oudste opdracht van de kapittelvergadering om omnia documenta te onderzoeken en in bonum ordinem te plaatsen, dateert van 26 mei 1598. *  Een commissie van drie leden, te weten de scholaster Petrus Lindanus-ambtshalve belast met het beheer van het archief-, de rentmeester Nicolaas Casen en de ontvanger Johannes van Boelsbeeck, werd aangewezen voor de uitvoering van het werk. Het trio kon in ieder geval gebruikmaken van een oudere inventaris, uit 1574, waarin de stukken betreffende het vermogen beschreven waren. *  Waarschijnlijk moet het inventarisatieproject van 1598 in verband gebracht worden met de oorlogstroebelen van de afgelopen decennia, waardoor ook het archief in het ongerede was geraakt.
Het enige thans nog tastbare resultaat van het werk van de archiefcommissie van 1598 was een lijst van charters die Johannes van Boelsbeeck in 1600 samenstelde. *  Het zijn vooral door geestelijke en wereldlijke machthebbers uitgevaardigde oorkonden die de rechtstoestand en het vermogen van het kapittel betreffen. In 1619 is een controle op de aanwezigheid van de stukken doorgevoerd: in de marge van de lijst werd bij iedere oorkonde al dan niet adest geschreven. Het merendeel van de opgesomde charters is ook nu nog in het archief aanwezig.
In de zeventiende en achttiende eeuw is vier maal een inventaris van het kapittelarchief vervaardigd: 1621-1622, 1677, 1720 en 1767. *  6 Steeds was wanorde in het archief een belangrijk motief voor de opdracht tot inventarisatie. De vier inventarissen die het resultaat waren van het ordeningswerk zijn-evenals hun voorloper, de deelinventaris uit 1574-gebaseerd op een systeem van plaatsing der stukken naar uiterlijke vorm, naar onderwerp of volgens een geografische indeling. In de inventaris van 1621-1622 worden allereerst de registers of delen opgesomd, waarbij de wijze van opberging in het depot onvermeld blijft.
De beschrijving opent met een indrukwekkende serie van meer dan dertig delen of banden die de rekeningen van inkomsten en uitgaven van 1370 tot 1618 bevatten. Helaas zijn al deze delen in de Franse tijd verloren gegaan. Daarna volgen de manualen vanaf 1548, de leggers vanaf 1369 en de resolutieprotocollen vanaf 1453. Vervolgens worden documenten beschreven die in een kast met diverse laden waren ondergebracht. Het zijn kennelijk vooral charters en bundels papieren stukken die deels geografisch deels thematisch zijn gegroepeerd. *  Een gedetailleerder inventaris dateert uit het jaar 1677. In die inventaris is in de eerste plaats sprake van de-reeds gememoreerde-camera ante archivia
, het voorvertrek dat ingericht was ten behoeve van de raadpleging van de registers betreffende het vermogen.
In de eigenlijke archiefkamer stond allereerst een grote kist die beveiligd was met acht ijzeren banden en onder meer de resolutieprotocollen en protocollen van akten van verpachting bevatte. Verder bevonden zich in het vertrek verschillende kasten: een grote kast, armarium maius, en enige kleine kasten, parva armaria. In het bovenste gedeelte van de grote kast lagen vele stapels procesdossiers. Het onderste gedeelte bevatte zes laden, waarin zich de stukken bevonden over de rechten en privileges van het kapittel (lade een en twee), het vermogen van het kapittel (lade drie, vier en vijf) en de altaren en jaargetijden (lade zes). De stukken waren thematisch of geografisch ingedeeld. De grote kast bezat ook aan de zijkant laden, waarin onder meer de kwitanties een plaats hadden gevonden. In de kleine kasten berustten de fabriekregisters, de leggers van de altaarbeneficies en de registers en stukken betreffende de heerlijkheden Bemelen en Veldwezelt en de cijnsgoederen.
De honderden schepenbrieven-meestal overdrachten van grondrenten-waren niet in de beschrijving opgenomen. *  De inventaris die veertig jaar nadien, anno 1720, werd vervaardigd, is een reprise van die van 1677. In de tussentijd was er aan de berging der stukken in de archiefkamer nauwelijks iets veranderd. *  In 1755 achtte het kapittel andermaal een ordening van het archief wenselijk. Uit de gebruikte formulering blijkt dat de stukken in het depot opnieuw in wanorde waren geraakt: de kapittelvergadering bepaalde dat de vereiste orde in het archief hersteld moest worden. De resolutie bevatte echter nog een tweede opdracht: de archivalia moesten door een bekwaam persoon zorgvuld
ig overgeschreven worden in één of meerdere "boeken". Het kapittel besloot dus tot de aanleg van een cartularium. Voor dit tweeledige werk benoemden de kanunniken de priester Nicolaas Vincent, die als rector van het beneficie van de H. Petrus aan de kapittelkerk verbonden was.
Dat het een werk van lange adem zou worden, blijkt uit de terminologie van de bezoldiging: er werd een jaarlijks salaris van zeventig gulden uit de kapittelkas gereserveerd. *  Het aan Nicolaas Vincent opgedragen archiefwerk is uitgegroeid tot een grootscheepse onderneming die de toegankelijkheid van het archief op ongekende wijze heeft verdiept en die pas in 1767 voltooid was. Hoewel Vincent zijn werk niet heeft ondertekend, moeten de tussen 1755 en 1767 vervaardigde toegangen aan hem worden toegeschreven, daar er geen opdracht aan een andere inventarisator bekend is. Korte tijd na de voltooiing van het omvangrijke werk is de band tussen Nicolaas Vincent en het Lieve-Vrouwekapittel beëindigd: in 1769 deed Vincent afstand van zijn beneficie in de Mariakerk. Hij overleed in 1784 als rector van het altaar van het H. Kruis in
de kerk van Sint-Pieter. * 
De nalatenschap van de nijvere archivaris kan niet anders dan indrukwekkend genoemd worden. Als inventarisator van het archief is hij overigens in de voetsporen getreden van zijn voorgangers. Dat blijkt uit de door hem samengestelde inventaris die hij vergezeld deed gaan van een plattegrond van de archiefkamer. *  Langs de wanden van het archiefvertrek stonden vijf kasten en een kist opgesteld. Zij waren genummerd A, B, C, D, E en F.
De kasten A en B bedekten de muur links van de ingang. In kast A werden onder meer de belangrijke charters van het kapittel bewaard. Zoals nader uiteengezet zal worden, waren deze gegroepeerd in twee algemene series, documenta originalia ab anno 1096 en memorialia geheten. De overige charters en stukken in kast A waren naar onderwerp gerangschikt: zij hadden met name betrekking op institutionele en materiële aspecten van het kapittel. Kast B was in zijn geheel gereserveerd voor de vele procesdossiers van het kapittel.
De grootste kast in de archiefruimte, C, bevatte de talrijke delen en banden van het kapittelarchief: rekeningen, leggers, manualen, protocollen, maar ook liturgische handschriften en aloude registers, waarvan er één begon in 1039. Naast het raam van de archiefkamer stond aan de ene zijde kast D met onder andere stukken betreffende de altaarbeneficies en aan de andere zijde kist E, gevuld met chartae inutiles (nutteloze charters), waarschijnlijk uitgediende schepenbrieven inzake de overdracht van grondrenten. In kast F tenslotte waren de stukken betreffende bepaalde kleine fondsen opgeborgen, zoals gasthuizen, choralen, lauden en missen. Dat de ruimte in de archiefkamer krap bemeten was, blijkt uit de omstandigheid dat ook bovenop de kasten archivalia werden gedeponeerd: op kast A en B stukken betreffende de heerlijkheden Bemelen en Veldwezelt en op kast C procesdossiers. Tenslotte was er in de archiefkamer in de muur een kluis-G-aangebracht waarin het geld van het kapittel opg
eslagen werd.
De inventaris van het kapittelarchief was slechts één van de resultaten van het werk dat Nicolaas Vincent tussen 1755 en 1767 heeft verricht. Ook het tweede gedeelte van de opdracht van 12 februari 1755-de samenstelling van een cartularium-heeft hij met veel toewijding uitgevoerd. In 1767 presenteerde hij aan het kapittel twee kloeke delen in folioformaat waarin ruim vierhonderd akten vanaf 1096 waren afgeschreven. Dit registrum documentorum besloeg liefst twaalfhonderdveertig bladzijden. *  Naast deze omvangrijke uitgave werd in 1768 een tweede bronnenuitgave voltooid die bedoeld was als een pendant van het cartularium. Het was een regestenlijst van akten van 1107 tot 1768. *  In het voorwoord gaf de anonieme auteur-waarschijnlijk Nicolaas Vincent-een verklaring van het verschil tussen beide werkstukken: het cartularium bevatte de integrale teksten van de fundamentele oorkonden en akten van het kapittel; de re
gestenlijst bevatte samenvattingen van gedenkwaardige akten, maar voor het kapittel van minder gewicht of van betwiste authenticiteit. De regestenlijst droeg dan ook de toepasselijke benaming: recollectio memorialium. Het lijkt voor de hand liggend dat deze twee bronnenuitgaven corresponderen met de in de inventaris van 1767 genoemde algemene series documenta originalia ab anno 1096 en memorialia. Ook de procesdossiers van het kapittel werden op soortgelijke manier toegankelijk gemaakt: er werd een lijst vervaardigd met resumés van de processen waarbij het kapittel van 1307 tot 1768 betrokken was geweest. *  Naast al deze werkzaamheden die tot doel hadden de toegankelijkheid van het archief te bevorderen, heeft het jaar 1767 ook op administratief gebied een batig saldo opgeleverd.
Er werden drie even omvangrijke als nauwkeurige leggers vervaardigd van de vermogenspositie van het kapittel. De materiële grondslag van de kanunnikengemeenschap werd aldus up-to-date in kaart gebracht. Het vermogen bestond uit drie fondsen: het zogeheten fonds van de kanunniken voor de vorming van de prebenden, het fonds van de presentiegelden voor de beloning van de aanwezigheid bij de kerkdiensten en het fonds van de kerkfabriek voor het onderhoud van het kerkgebouw. *  Als kroon op het veelsoortige werk van 1767 werd het stipale privilegiorum vervaardigd, een systematische verhandeling over de rechtspositie van het kapittel. *  Via alfabetische trefwoorden werd in korte exposés uitleg gegeven over de institutionele en juridische grondslagen van het Mariakapittel. Het was een soort van naslagwerk voor eigen gebruik. Evenals bij het tweedelige cartularium en de drie leggers was aan de materiële vormgeving v
an het stipale privilegiorum veel zorg besteed: alle zes delen waren registers in folio-formaat, geschreven in schoonschrift, voorzien van met leer beklede banden en versierd met gouden letters. Deze dure uitmonstering wijst erop dat het kapittel veel waarde hechtte aan het in 1767 voltooide zesdelige magnum opus op archiefgebied.
Ongeveer een decennium later, rond 1776, heeft het kapittel voor het laatst een omvangrijk project op het gebied van toegankelijkheid verwezenlijkt: de resolutieprotocollen van 1400 tot 1776 werden nader ontsloten. Dit gebeurde in de vorm van een repertorium: korte inhoudsopgaven van de afzonderlijke resoluties werden geplaatst binnen een systeem van alfabetische trefwoorden, van absentiae tot Wonck. *  Het kapittel heeft slechts korte tijd, tot 1797, gebruik kunnen maken van al deze nieuwe toegangen maar na twee eeuwen staan zij nog steeds ter beschikking van de onderzoeker.
Verantwoording van de inventarisatie
Lijst van stukken en handschriften afkomstig van het kapittel van Onze-Lieve-Vrouw en berustend in archieven en bibliotheken te Brussel, Den Haag, Maastricht en Parijs
Algemeen Rijksarchief te Brussel
Koninklijke Bibliotheek te Den Haag
Gemeentelijke archiefdienst te Maastricht
Schatkamer van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Maastricht
Bibliothèque Nationale te Parijs
Bronnenuitgaven en literatuur
Albers, P., Aantekeningen over toonkunst en toonkunstenaars te Maastricht, in: PSHAL 67 (1931) 17-42.
Baillien, H., Tongeren, van Romeinse civitas tot middeleeuwse stad, Assen 1979.
Bakhuizen van den Brink, R.C., Overzigt van het Nederlandsche Rijks-Archief, 's-Gravenhage 1854.
Becker, H.-J., Kapitel, in: Lexikon des Mittelalters, V, München-Zürich 1991, 938-941.
Belonje, J., Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit kerken der provincie Limburg, in: PSHAL 116-117 (1960-1961) 5-444.
Beuningen, Th. van, Wilhelmus Lindanus als inquisiteur en bisschop, Assen 1966.
Bloemen, C., De wordingsgeschiedenis van het Rijksarchief in Limburg, Maastricht 1966.
Bock, F. en M. Willemsen, Antiquités sacrées conservées dans les anciennes collégiales de S.Servais et de Notre-Dame à Maestricht, Maastricht 1873.
Boeren, P.C., Catalogus van de liturgische handschriften van de Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage 1988.
Boeren, P.C., Heiligdomsvaart Maastricht. Schets van de geschiedenis der heiligdomsvaarten en andere jubelvaarten, Maastricht 1962.
Boeren, P.C., Kritische beschouwingen bij het werk van enige Limburgse geschiedschrijvers der laatste honderd jaren, in: PSHAL C (1964) 17-69.
Boeren, P.C., Nalezing op de Maastrichtse charters in Parijs, in: PSHAL C (1964) 71-84.
Bosman, A.F.W., De Onze Lieve Vrouwekerk te Maastricht. Bouwgeschiedenis en historische betekenis van de oostpartij, Utrecht/Zutphen 1990.
Bosman, L., Het lot van een Byzantijns patriarchaalkruis. Van Constantinopel via Maastricht naar Rome, in: Antiek 24 (1989) 216-226.
Bousset, G., Brusselse kanunniken en kapelaans in de spiegel van hun testamenten, in: Trajecta, tijdschrift voor de geschiedenis van het katholiek leven in de Nederlanden 1 (1992) 352-373.
Brom, G., Archivalia in Italië, belangrijk voor de geschiedenis van Nederland, I, 's-Gravenhage 1908 (R.G.P. kleine serie 2).
Brom, G., en A.H.L. Hensen, Romeinsche bronnen voor den kerkelijk-staatkundigen toestand der Nederlanden in de 16e eeuw, 's-Gravenhage 1922 (R.G.P. 52).
Ceyssens, J., Paroisse de Visé, in: Bulletin de la société d'art et d'histoire du diocèse de Liège VI (1890) 13-227.
Daenen, J., Uyt eene alden register: de rechten van het O.L. Vrouwekapittel te Veldwezelt en Kesselt, in: Wiosello 2 (1987) 46-50.
Daris, J., Histoire de la bonne ville, de l'église et des comtes de Looz,. 2 delen, Luik 1864-1865.
Daris, J., Notice sur Kortessem, in: Notices historiques sur les églises du diocèse de Liège, IX, 1881, 89-173.
Daris, J., Notice sur Saint-Trond, in: Notices sur les églises du diocèse de Liège, V, 1874, 63-120.
Deeters, J., Servatiusstift und Stadt Maastricht, Bonn 1970.
Dereine, Ch., Chanoines, in: Dictionnaire d'histoire et de géographie ecclésiastiques, 12, 1953, 353-405.
Domsta, H.J., Geschichte der Fürsten von Merode im Mittelalter,. 2 delen, Düren 1981.
Doppler, P., Beknopte geschiedenis der zevenjaarlijksche Heiligdomsvaart te Maastricht, in: Maasgouw 43 (1923) 37-48.
Doppler, P., Blijde inkomst van Cornelius van Berghen, prins-bisschop van Luik, binnen Maastricht in 1538, in: Maasgouw 18 (1896) 37-39.
Doppler, P., De groote processie met supplicatie te Maastricht, in: Maasgouw 8 (1886) 81-82.
Doppler, P., Eene bijdrage tot de geelgieterskunst in Limburg, in: Maasgouw 17 (1895) 13-14.
Doppler, P., Eene lijst van kanunniken van het kapittel van O.L. Vrouw te Maastricht in de XVIe eeuw, in: PSHAL 64 (1928) 123-137.
Doppler, P., Goud-en zilversmeden te Maastricht, in: Maasgouw 38 (1918) 55-56 en 39 (1919) 88.
Doppler, P., Grafsteen van Arnoldus Bruynincx, kanunnik van O.L. Vrouwekerk te Maastricht, † 1565, in: Maasgouw 40 (1920) 72.
Doppler, P., Heeft in de O.L. Vrouwe kerk te Maastricht voorheen op of tusschen de trappen bij het opgaan van het priesterkoor een altaar gestaan?, in: Maasgouw 24 (1902) 1-3.
Doppler, P., Het beneficie van het H. Kruis in de parochiale kerk te Sint-Pieter, in: Maasgouw 9 (1887) 141-142.
Doppler, P., Jaargetijdenboek van het klooster der Begaarden te Maastricht, in: PSHAL 63 (1927) 3-55.
Doppler, P., Kapittel van O.L. Vrouw te Maastricht. Rectoren der school van dat kapittel, in: Maasgouw 55 (1935) 24.
Doppler, P.M.H., Latijnsche school van het kapittel van O.L. Vrouw te Maastricht, in: Maasgouw 46 (1926) 34.
Doppler, P., Lijst der kanunniken van het vrije rijkskapittel van Sint Servaas te Maastricht (1050-1795), in: PSHAL LXXIV (1938) 34-174.
Doppler, P., Nécrologe de la confrérie des chapelains de la ci-devant collégiale de Saint-Servais à Maestricht, Maastricht 1897.
Doppler, P., Nécrologe de l'église collégiale de Notre-Dame à Maestricht, in: PSHAL LII (1916) 241-315.
Doppler, P., Olof Happart aangesteld tot schout van Bemelen, in: Maasgouw 46 (1926) 4.
Doppler, P., Restauratie der kerk van O.L. Vrouw te Maastricht, in: Maasgouw 11 (1889) 169-171 en 13 (1891) 191-192, 195-196, 200.
Doppler, P., Schepenbrieven van het kapittel van O.L.Vrouw te Maastricht, in: PSHAL LX (1924) 161-249; LXI (1925) 87-187; LXII (1926) 247-360; LXIII (1927) 91-292.
Doppler, P., Schilderstukken van den schilder Jan Baptist Coclers in O.L. Vrouwekerk te Maastricht, in: Maasgouw 24 (1902) 5.
Doppler, P., Testament van Gerard van Heeck, van 26 april 1474, in: Maasgouw 22 (1900) 37-40.
Doppler, P., Uitvaart van Georgius-Lodewijk van Berghe, prins-bisschop van Luik, te Maastricht gehouden in de O.L. Vrouwe kerk, in: Maasgouw 18 (1896) 73-75.
Doppler, P., Uurwerk en klokkenspel van de kapittelkerk van O.L. Vrouw in de 17e eeuw te Maastricht, in: Maasgouw 53 (1933) 57.
Doppler, P., Verzameling van charters en bescheiden betrekkelijk het Vrije Rijkskapittel van St. Servaas te Maastricht, in: PSHAL LXVI (1930) 201-316; LXVII (1931) 249-382; LXVIII (1932) 251-411; LXIX (1933) 95-208; LXX (1934) 227-340; LXXI (1935) 19-97.
Dullemen, V. van, Wonen en werken in Maastricht, een onderzoek naar de beroepenstratificatie van Maastricht in de late Middeleeuwen aan de hand van het Onze-Lieve-Vrouwekapittel (doctoraalscriptie universiteit van Amsterdam 1993).
Dijk, H. van, Inventaris van de muziekbibliotheek van de Onze Lieve Vrouwenkerk, Maastricht 1997 (Inventarisreeks gemeentearchief Maastricht 8).
Dijk, H. van, Kerkmuziek in Maastricht gedurende de negentiende eeuw, in: Magister artium, Sittard 1992, 201-210.
Dijk, H. van, Panorama van drie eeuwen muziek in Limburg, Leeuwarden-Maastricht, 1991.
Eversen, J.M.H., Testament van Hiëronymus van Eynatten, deken van het kapittel van O.L. Vrouw te Maastricht, in: Maasgouw 10 (1888) 9-10.
Eversen, J., Uitvaart van Jan Lodewijk van Elderen, bisschop van Luik, in de kerk van O.L. Vrouw te Maastricht, 10 en 11 Maart 1694, in: Maasgouw 10 (1888) 57-58.
Flament, A.J., Byzantijnsche kunstvoorwerpen met inschriften van de O.L. Vrouwekerk te Maastricht, in: PSHAL 23 (1886) 5-88.
Flament, A.J., Korte beschrijving der O.L. Vrouwekerk te Maastricht, Maastricht 1912.
Flament, A., Naamlijsten der kanoniken en beneficianten der collegiale kerken van St.-Servaas en O.L. Vrouw te Maastricht bij de opheffing der seculiere kapittels door de wet van 5 Frimaire an VI (25 November 1797), in: Maasgouw 7 (1885) 1109-1111.
Franquinet, G.D., Beredeneerde inventaris der oorkonden en bescheiden van het kapittel van O.L. Vrouwekerk te Maastricht,. 2 delen, Maastricht 1870, 1877.
Fruin, R., De gestie van dr. R.C. Bakhuizen van den Brink als archivaris des Rijks 1854-1865, 's-Gravenhage 1926.
Gehlen, A. Fl., Het notariaat in het tweeherig Maastricht. Een rechtshistorische schets van de inrichting en practijk van het Maastrichtse notariaat vanaf zijn opkomst tot aan het einde van de tweeherigheid over de stad (1292-1794), Assen 1981.
Goossens, W., Geschiedenis van het tegenwoordige bisdom Roermond en van de bisdommen die het in deze gewesten zijn voorafgegaan, IV, Roermond 1927.
Groot, G.F.M. de, Het kapittel van Onze Lieve Vrouw te Maastricht (doctoraalscriptie universiteit Utrecht, 1965).
Gysseling, M., en A.C.F. Koch, Diplomata Belgica ante annum millesimum centesimum scripta, Tongeren 1950.
Haas, J.A.K., Chronologische lijst van de charters gedateerd voor 1301, Maastricht 1972 (Inventarisreeks van het Rijksarchief in Limburg 6).
Haas, J.A.K., De broederschap der kapelanen van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Maastricht, in: Magister artium, Sittard 1992, 65-90.
Haas, J.A.K., De familie van Merode en haar verhouding tot het kapittel van Onze Lieve Vrouw te Maastricht, in: PSHAL 131 (1995) 67-92.
Haas, J.A.K., De opheffing van het Antonietenklooster te Maastricht, in: Maaslands Melange, Maastricht 1990, 67-95.
Haas, J.A.K., De statuten van het kapittel van Onze Lieve Vrouw te Maastricht, in: Achter de Minderbroeders. Opstellen over bijzondere stukken en voorwerpen van het Rijksarchief in Limburg, Maastricht 1996, 207-230 (Publicaties Rijksarchief Limburg 4).
Haas, J.A.K., Inventaris van het archief van het kapittel van Sint-Pieter te Sittard, Maastricht 1970 (Inventarisreeks van het Rijksarchief in Limburg 1).
Habets, J., Codex diplomaticus Mosae-Trajectensis, in: PSHAL III (1866) 41-51 en V (1868) 22-78.
Habets, J., De leenen van Valkenburg, in:PSHALXXI (1884) 153-440 en XXII (1885) 3-394.
Habets, J., De oude grensscheiding der dorpen Meerssen, Bergh, Heer en Bemelen, in:PSHAL4 (1867) 25-51.
Habets, J., Historische beschrijving der kerk van O.L. Vrouw te Maastricht, in: PSHAL 23 (1886) 325-345.
Hartog, E. den, Romanesque Architecture and Sculpture in the Meuse Valley, Leeuwarden-Mechelen 1992.
Haye, R. de la, De bisschoppen van Maastricht, Maastricht 1985.
Haye, R. de la, Geschiedenis van de Maastrichtse Heiligdomsvaart, in: Hemelse trektochten, Maastricht 1990, 107-122.
Heere, L.P.M.J., De abdij van Sint Maria, Relindis en Harlindis te Eike, ofte wel Het kollegiale kapittel van Onze Lieve Vrouw te Maaseik, Maaseik 1968.
Hermesdorf, B.H.D., Een Maastrichtse skulptuur in het licht der rechtshistorie, in: PSHAL 98-99 (1962-1963) 59-90.
Heylerhoff, M. van, Hospices, in: Annuaire de la province de Limbourg, année 1831, 133-148.
Heylerhoff, M. van, Notice historique sur l'ancienne église de Notre Dame à Maestricht, in: Annuaire de la province de Limbourg, année 1827, 97-140.
Holbach, R., Zu Ergebnissen und Perspektiven neuerer Forschung zu spätmittelalterlichen Domkapiteln, in: Rheinische Vierteljahrsblätter 56 (1992) 148-180.
Hoven van Genderen, B. van den, De Heren van de Kerk. De kanunniken van Oudmunster te Utrecht in de late middeleeuwen, Zutphen 1997.
Jägers, G.J.M., Catalogus van de handschriftencollectie van het Rijksarchief in Limburg, Maastricht 1991 (Inventarisreeks van het Rijksarchief in Limburg 46).
Janssen, W., Das Erzbistum Köln im späten Mittelalter, in: Geschichte des Erzbistums Köln, II, Keulen 1995, 425-452.
Jaspar, E., De plaats van den bisschopszetel te Maastricht, in: PSHAL LXIII (1927) 381-393.
Kamphuis, H.A., De invoering van wetgeving in het Franse departement Nedermaas gedurende het eerste Directoire, Maastricht 1995 (Publikaties Rijksarchief Limburg nr. 1).
Kieft, C. van de en J.F. Niermeyer, Elenchus fontium historiae urbanae, I, Leiden 1967.
Knipping, R., Die Regesten der Erzbischöfe von Köln im Mittelalter, III: 1205-1304, Erste Hälfte: 1205-1261, Bonn 1909.
Koldeweij, A.M., Pelgrimages, in: Hemelse trektochten, Maastricht 1990, 89-106.
Kreek, M. de en Z. van Ruyven-Zeman, De barokke koorinrichting van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Maastricht, in: PSHAL 131 (1995) 117-158.
Kreek, M. de, De goud-en zilversmeden in dienst van het Onze-Lieve-Vrouwekapittel te Maastricht, in: Maasgouw 107 (1988) 2-18.
Kreek, M.L. de, De kerkschat van het Onze-Lieve-Vrouwekapittel te Maastricht, Utrecht 1994.
Kreek, M.L. de, De schatkamer van de Onze-Lieve-Vrouwekerk, in: Hemelse trektochten, Maastricht 1990, 123-135.
Kreek, M. de, De verering van de heilige Barbara in de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Maastricht, in: Millennium, tijdschrift voor middeleeuwse studies 3 (1989) 32-50.
Kronenberg, M.E., Een pater noster in blokdruk, in: Het Boek 30 (1949-1950) 169-174.
Kubach, H.E. en E. Verbeek, Romanische Baukunst an Rhein und Maas,. 4 delen, Berlijn 1976, 1989.
Kupper, J.-L., Liège et l'église impériale, XIe-XIIe siècles, Parijs 1981.
Kurth, G., Notger de Liège et la civilisation au Xe siècle, Brussel-Luik 1905.
Lecomte, F., Regestes des actes de Jean d'Eppes, prince-évêque de Liège, 1229-1238, Brussel 1991.
Leupen, P.H.D., Het gelijk van Sint-Servaas en Onze-Lieve-Vrouwe. De Maastrichtse kapittels in de Vroege Middeleeuwen, in: De kerk en de Nederlanden. Archieven, instellingen, samenleving, Hilversum 1997, 29-42.
Lichius, H., Die Verfassung des Marienstiftes zu Aachen bis zur französischen Zeit, in: Zeitschrift des Aachener Geschichtsvereins 37 (1915) 1-140.
Linssen, C.A.A., Historische opstellen over Lotharingen en Maastricht in de Middeleeuwen, Assen-Maastricht 1985.
Mekking, A.J.J., Het "Eedsrelief" in de Onze Lieve Vrouwekerk te Maastricht. Een iconografische studie, in: PSHAL 109 (1973) 109-155.
Mestrom, P.Th.R., Uurwerken en uurwerkmakers in Limburg, 1367-1850, Leeuwarden-Mechelen, 1997.
Moreau, E. de, Histoire de l'église en Belgique,. 5 delen, Brussel 1940-1952.
Mosmans, H., O.L.Vr. kerk te Maastricht. Het St. Leonardsaltaar, in: Maasgouw 46 (1926) 68.
Munier, W., Nieuwe bijzonderheden over twee Maastrichtse kostbaarheden: het Zwarte Kruis van Wijk en het beeld van Onze Lieve Vrouw Sterre der Zee, z.pl.z.j.
Munsters, A.J., Verkenning van de middeleeuwse kerk in Limburg, in: Limburg's Verleden, II, Maastricht 1967, 417-530.
Nazet, J., Les chapitres de chanoines séculiers en Hainaut du XIIe au début du XVe siècle, Brussel 1993.
Nellissen, L., Bijdragen tot de geschiedenis van het kapittel van Sint Servaas te Maastricht (doctoraalscriptie universiteit van Nijmegen, z.j.).
Nève, P.L., Het rijkskamergerecht en de Nederlanden, Assen 1972.
Nispen tot Sevenaer, E.O.M. van, De monumenten van geschiedenis en kunst in de provincie Limburg, eerste stuk: De monumenten in de gemeente Maastricht, vierde aflevering, 's-Gravenhage 1938.
Nispen tot Sevenaer, E. van, Maastrichtse grafsteenen, in: PSHAL 72-77 (1936-1941).
Nolden, R., Besitzungen und Einkünfte des Aachener Marienstiftes von seinen Anfängen bis zum Ende des Ancien Régime, in: Zeitschrift des Aachener Geschichtsvereins 86-87 (1979-1980) 1-456.
Nolet, W. en P.C. Boeren, Kerkelijke instellingen in de middeleeuwen, Amsterdam 1951.
Nuyens, E.M.Th.W., Inventaris der archieven van het kapittel van Sint-Servaas te Maastricht, Maastricht 1984 (Inventarisreeks van het Rijksarchief in Limburg 31).
Offergeld, P., Lebensnormen und Lebensformen der Kanoniker des Aachener Marienstifts. Zur Verfassungs-und Personalgeschichte des Aachener Stiftskapitel in Mittelalter und früher Neuzeit, in: Zeitschrift des Aachener Geschichtsvereins 92 ( 1985) 75-101.
Ommeren, H.R. van, Bronnen voor de geschiedenis van Maastricht (359-1204). Deel I: Bronnen betreffende het tijdvak vanaf het jaar 359 tot en met 923, in: PSHAL 127 (1991) 5-48.
Palmboom, E.N., Het kapittel van Sint Jan te Utrecht. Een onderzoek naar verwerving, beheer en administratie van het oudste goederenbezit (elfde-veertiende eeuw), Hilversum 1995.
Panhuysen, G.W.A., Overzicht van de archivalische bronnen voor de geschiedenis van Limburg bewaard in het rijksarchief in Limburg te Maastricht, in: Limburg's Verleden, II, Maastricht 1967, 704-783.
Panhuysen, G.W.A., Studiën over Maastricht in de dertiende eeuw, Maastricht 1933.
Panhuysen, T.A.S.M., Maastricht staat op zijn verleden, Maastricht 1984.
Panhuysen, T.A.S.M., Romeins Maastricht en zijn beelden, Maastricht/Assen 1996.
Polman, P., Katholiek Nederland in de achttiende eeuw,. 3 delen, Hilversum 1968.
Post, R.R., Kerkgeschiedenis van Nederland in de Middeleeuwen,. 2 delen, Utrecht-Antwerpen 1957.
Post, R.R., Scholen en onderwijs in Nederland gedurende de middeleeuwen, Utrecht-Antwerpen, 1954.
Pycke, J., Le chapitre cathédral Notre-Dame de Tournai de la fin du XIe à la fin du XIIIe siècle, Leuven-Brussel, 1986.
Quaedvlieg, G., Maastrichts muziekleven, Maastricht 1965.
Remans, A., Rutten en Sint Evermarus, in: Limburg XLVII (1968) 49-72.
Rensch, J. van, Broederschappen in Maastricht 1400-1850, in: Hemelse trektochten, Maastricht 1990, 7-88.
Rensch, Th.J. van, De aartsdiaken van Haspengouw en Maastricht, in: Campus liber, Maastricht 1982, 176-199.
Rensch, Th.J. van, De rechtspraak van de Commissarissen-Deciseurs te Maastricht, in: Hoven en Banken in Noord en Zuid, Assen 1994, 39-62.
Rensch, Th.J. van, Onderbetaalde pastoors versus het Maastrichtse kapittel van Onze Lieve Vrouwe in de achttiende eeuw, in: PSHAL 131 (1995) 93-115.
Rensch, Th.J. van, Parochies in Middeleeuws Maastricht, in: Munsters in de Maasgouw, Maastricht 1986, 139-157.
Schaepkens, A., Archives de l'église Notre-Dame à Maestricht, in: Annales de l'Académie d'Archéologie de Belgique 12 (1855) 127-151.
Schaepkens, A., Le clergé du chapitre de Notre-Dame à Maestricht sous la jurisdiction du prince-évêque de Liège, in: Bulletin et Annales de l'Académie Royale d'Archéologie de Belgique 4 (1847) 286-299.
Schieffer, R., Kanoniker, in: Lexikon des Mittelalters, V, München-Zürich, 1991, 903-904.
Schoengen, M., Geschiedenis van het onderwijs in Nederland, 1912.
Smits van Waesberghe, J., De muziekcultuur van Maastricht en Limburg in het verleden, in: Limburg's Verleden, I, Maastricht 1960, 451-482.
Spiertz, M.G., Maastricht in het vierde kwart van de achttiende eeuw, Assen 1964.
Sprenger, W., Grafsteenen in de O.L. Vrouwe Kerk te Maastricht, in: Maasgouw 30 (1908) 76-80 en 38 ( 1918) 12-14.
Sprenger, W., Inschriften op steenen in den torenmuur en dak der O.L.Vr. kerk te Maastricht, in: Maasgouw 36 (1914) 43-44.
Suijkerbuijk, M.W., Begraafboek van de collegiale kerk van Onze Lieve Vrouwe te Maastricht 1699-1796, in: Limburgs tijdschrift voor genealogie 18 (1990) 89-93.
Tagage, J.M.B., De ordinarius van de collegiale Onze Lieve Vrouwekerk te Maastricht, Assen 1984.
Tagage, S., De laatste jaren van het Onze-Lieve-Vrouwekapittel te Maastricht, in: Campus liber, Maastricht 1982, 354-369.
Tagage, S., Rond de opheffing van het kapittel van Sint Servaas en de verkoop van zijn goederen, in: Miscelllanea Trajectensia, Maastricht 1962, 499-522.
Theux de Montjardin, J. de, Le chapitre de Saint-Lambert à Liège,. 4 delen, Brussel 1871-1872.
Thewissen, M.A.F.C., Twee Byzantijnsche H. Kruisrelieken uit den schat der voormalige kapittelkerk van Onze Lieve Vrouw te Maastricht, Maastricht 1939.
Timmers, J.J.M., De kunst van het Maasland,. 2 delen, Assen 1971, 1980.
Ubachs, P.J.H., Tweeduizend jaar Maastricht, Maastricht 1991.
Ubachs, P.J.H., Twee heren, twee confessies. De verhouding van Staat en Kerk te Maastricht 1632-1673, Assen-Amsterdam 1975.
Valk, J.P. de, Romeinse bescheiden voor de geschiedenis der Rooms-katholieke kerk in Nederland 1832-1914. Archiefwijzer van Romeinse archivalia, eerste band: Chronologische lijst van documenten, Den Haag 1996 (Rijks Geschiedkundige Publikatiën, 230).
Valkestijn, Geschiedenis van de jongenszang tot aan de Reformatie, Brugge 1989.
Venne, J.M. van de, Het orgel van O.L.Vr. Kerk te Maastricht, in: Maasgouw 36 (1914) 37-38.
Verbeek, B., De geschiedenis van de Sterre der Zee te Maastricht tot 1804, 's-Hertogenbosch 1937.
Waesberghe, J.F.A.M. van, De Akense regels voor canonici en canonicae uit 816, Assen 1967.
Wauters, A., Table chronologique des chartes et diplômes imprimés concernant l'histoire de la Belgique, 14 delen, Brussel 1866-1946.
Welters, A., De tooning der H.H. Relieken in de kerk van Onze Lieve Vrouwe, in: De Nedermaas (1923) 185-190.
Welters, A., Een engel op de kerk van O.L. Vrouw te Maastricht, in: De Nedermaas 2 (1925) 80-81.
Welters, A., Eenige merkwaardige giften vanwege het kapittel van O.L. Vrouw te Maastricht, in: Maasgouw 45 (1925) 33-34.
Welters, A., Over de Heiligdomsvaart en relieken uit de O.L. Vrouwekerk te Maastricht in de bewogen XVIIe eeuw, in: De Nedermaas 7 (1929-1930) 139-142.
Welters, A., Vensters door het kapittel der kerk van O.L. Vrouw te Maastricht aan verschillende kloosters dier stad geschonken, in: Maasgouw 45 (1925) 20.
Willemsen, M., Wie schonk aan het kapittel van O.L. Vrouw te Maastricht de kerk van St. Pieter, in: Maasgouw 13 (1891) 117.
Win, J.Th.H. de, Inventaris en catalogus der archieven en bibliotheek van de parochie en basiliek van O.L. Vrouw te Maastricht (typoscript in bibliotheek RALM,. 2 delen, 1950).
Wouters, H.H.E., Grensland en bruggehoofd. Historische studies met betrekking tot het Limburgse Maasdal en, meer in het bijzonder, de stad Maastricht, Assen 1970.
Wouters, H.H.E., Maastricht, stad aan heerbaan en rivier, Maastricht 1977.
Corpus sigillorum Neerlandicorum. De Nederlandsche zegels tot 1300,. 3 delen, 's-Gravenhage 1937-1940.
De claustrale huizen van het kapittel van Onze-Lieve-Vrouw te Maastricht (onuitgegeven studie, Maastricht 1982-1983).
Afkortingen
AAR = Archief van het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage
APA = Archief van het Provinciaal Archief in Limburg, sedert 1881 Rijksarchief in Limburg
APB = Archief van het Provinciaal Bestuur in Limburg
APN = Archief van de parochie van Sint-Nicolaas te Maastricht
ARAB = Algemeen Rijksarchief te Brussel
ARAH = Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage
f. = folio
GAM = Gemeentearchief te Maastricht
KOLV = Kapittel van Onze-Lieve-Vrouw
PSHAL = Publications de la société historique et archéologique dans le Limbourg
RALM = Rijksarchief in Limburg te Maastricht
SR Secretariaatsarchief van het Algemeen Rijksarchief te Brussel
VROA = Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven
De Kreek = M.L. de Kreek, De kerkschat van het Onze-Lieve-Vrouwekapittel te Maastricht, Utrecht 1994.
De Win = J.Th.H. de Win, Inventaris en catalogus der archieven en bibliotheek van de parochie en basiliek van O.L.Vrouw te Maastricht (typoscript in bibliotheek RALM,. 2 delen, 1950).
Doppler = P. Doppler, Schepenbrieven van het kapittel van O.L.Vrouw te Maastricht, in: PSHAL LX-LXIII (1924-1927). Ook als overdruk uit PSHAL in boekvorm uitgegeven en doorlopend gepagineerd 3-589.
Franquinet = G.D. Franquinet, Beredeneerde inventaris der oorkonden en bescheiden van het kapittel van O.L.Vrouwekerk te Maastricht, 2 delen, Maastricht 1870, 1877.
Haas = J.A.K. Haas, Chronologische lijst van de charters gedateerd voor 1301, Maastricht 1972.

Kenmerken

Datering:
1096-1796
Auteur:
J.A.K. Haas
Omvang m1:
42,2 meter - 1024 charters - 2 kaarten
Inventaris:
Inventaris van de archieven van het kapittel van Onze Lieve Vrouw te Maastricht, 1096-1797. Inventarissenreeks RAL 6 (Maastricht 1999)