14.A002A De bisschop van Roermond, met stukken van de voormalige bisschop van Roermond en apostolisch vicaris-generaal te Grave en van het Begijnhof te Roermond , (1279) 1294-1773, (1561-) 1665-1802, 1794-1840 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )
14.A002A
De bisschop van Roermond, met stukken van de voormalige bisschop van Roermond en apostolisch vicaris-generaal te Grave en van het Begijnhof te Roermond , (1279) 1294-1773, (1561-) 1665-1802, 1794-1840
Inventaris in PDF-formaat
laatste wijziging 15-08-2018
2.472 beschreven archiefstukken
263 gedigitaliseerd
totaal 22.808 bestanden
Inleiding
laatste wijziging 15-08-2018
2.472 beschreven archiefstukken
263 gedigitaliseerd
totaal 22.808 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 15-08-2018
2.472 beschreven archiefstukken
263 gedigitaliseerd
totaal 22.808 bestanden
Regestenlijst
34 1361 mei 12 “anno Dominice nativitatis 1361 mensis maii die duodecima”
Engelbertus, bisschop van Luik, verklaart dat de kanunniken van het kapittel van de H. Petrus te Odiliënberg hem verhaald hebben dat zij hun leven en goed niet zeker zijn op deze verlaten plaats en hem hebben verzocht het kapittel over te brengen naar de stad Roermond die van de Luikse kerk in leen wordt gehouden, en wel naar de kapel van de H. Geest die dan tot kapittelkerk verheven moet worden. Aangezien de proost van het kapittel van Odiliënberg die het vergevingsrecht van de prebenden bezit, de bisschop van Utrecht die het vergevingsrecht van de proost bezit, Reynaldus, hertog van Gelder, en zijn broer Eduardus, evenals Godefridus de Elmpt, pastoor van de parochiekerk te Roermond die het vergevingsrecht van de kapel bezit, en Reinaldus de Ursinis, diaken-kardinaal en aartsdiaken van Kempenland, hun goedkeuring hebben gegeven, brengt Engelbertus het kapittel over naar Roermond en verheft de kapel van de H. Geest tot kapittelkerk.
Het kapittel krijgt de toestemming om alle (roerende) goederen over te brengen naar Roermond. De bisschop van Utrecht behoudt het vergevingsrecht van de proosdij, de proost het vergevingsrecht van de prebenden. De Utrechtse kerk behoudt haar rechten, met name de schenking van de plaats Odiliënberg door Lotharius, rooms-keizer.
In de kerk van de H. Petrus te Odiliënberg en de kapel van de H. Maria zullen drie priesters blijven, te weten de pastoor, de kapelaan van de altaren van de H. Catharina en de H. Maria Magdalena, en de koster.
De vice-deken, aartsdiaken en kapittel van Luik verklaren dat het bovenstaande met hun goedkeuring geschiedt.
Eenvoudig afschrift op papier, inv.nr. 2274.
De tekst is gedrukt in: M. Willemsen, Oorkonden en bescheiden aangaande de kerk en het kapittel van St. Odiliënberg, in: PSHAL 23 (1886), 226-232.
Engelbertus, bisschop van Luik, verklaart dat de kanunniken van het kapittel van de H. Petrus te Odiliënberg hem verhaald hebben dat zij hun leven en goed niet zeker zijn op deze verlaten plaats en hem hebben verzocht het kapittel over te brengen naar de stad Roermond die van de Luikse kerk in leen wordt gehouden, en wel naar de kapel van de H. Geest die dan tot kapittelkerk verheven moet worden. Aangezien de proost van het kapittel van Odiliënberg die het vergevingsrecht van de prebenden bezit, de bisschop van Utrecht die het vergevingsrecht van de proost bezit, Reynaldus, hertog van Gelder, en zijn broer Eduardus, evenals Godefridus de Elmpt, pastoor van de parochiekerk te Roermond die het vergevingsrecht van de kapel bezit, en Reinaldus de Ursinis, diaken-kardinaal en aartsdiaken van Kempenland, hun goedkeuring hebben gegeven, brengt Engelbertus het kapittel over naar Roermond en verheft de kapel van de H. Geest tot kapittelkerk.
Het kapittel krijgt de toestemming om alle (roerende) goederen over te brengen naar Roermond. De bisschop van Utrecht behoudt het vergevingsrecht van de proosdij, de proost het vergevingsrecht van de prebenden. De Utrechtse kerk behoudt haar rechten, met name de schenking van de plaats Odiliënberg door Lotharius, rooms-keizer.
In de kerk van de H. Petrus te Odiliënberg en de kapel van de H. Maria zullen drie priesters blijven, te weten de pastoor, de kapelaan van de altaren van de H. Catharina en de H. Maria Magdalena, en de koster.
De vice-deken, aartsdiaken en kapittel van Luik verklaren dat het bovenstaande met hun goedkeuring geschiedt.
Eenvoudig afschrift op papier, inv.nr. 2274.
De tekst is gedrukt in: M. Willemsen, Oorkonden en bescheiden aangaande de kerk en het kapittel van St. Odiliënberg, in: PSHAL 23 (1886), 226-232.
14.A002A De bisschop van Roermond, met stukken van de voormalige bisschop van Roermond en apostolisch vicaris-generaal te Grave en van het Begijnhof te Roermond , (1279) 1294-1773, (1561-) 1665-1802, 1794-1840
Regestenlijst
34
1361 mei 12 “anno Dominice nativitatis 1361 mensis maii die duodecima”
Engelbertus, bisschop van Luik, verklaart dat de kanunniken van het kapittel van de H. Petrus te Odiliënberg hem verhaald hebben dat zij hun leven en goed niet zeker zijn op deze verlaten plaats en hem hebben verzocht het kapittel over te brengen naar de stad Roermond die van de Luikse kerk in leen wordt gehouden, en wel naar de kapel van de H. Geest die dan tot kapittelkerk verheven moet worden. Aangezien de proost van het kapittel van Odiliënberg die het vergevingsrecht van de prebenden bezit, de bisschop van Utrecht die het vergevingsrecht van de proost bezit, Reynaldus, hertog van Gelder, en zijn broer Eduardus, evenals Godefridus de Elmpt, pastoor van de parochiekerk te Roermond die het vergevingsrecht van de kapel bezit, en Reinaldus de Ursinis, diaken-kardinaal en aartsdiaken van Kempenland, hun goedkeuring hebben gegeven, brengt Engelbertus het kapittel over naar Roermond en verheft de kapel van de H. Geest tot kapittelkerk.
Het kapittel krijgt de toestemming om alle (roerende) goederen over te brengen naar Roermond. De bisschop van Utrecht behoudt het vergevingsrecht van de proosdij, de proost het vergevingsrecht van de prebenden. De Utrechtse kerk behoudt haar rechten, met name de schenking van de plaats Odiliënberg door Lotharius, rooms-keizer.
In de kerk van de H. Petrus te Odiliënberg en de kapel van de H. Maria zullen drie priesters blijven, te weten de pastoor, de kapelaan van de altaren van de H. Catharina en de H. Maria Magdalena, en de koster.
De vice-deken, aartsdiaken en kapittel van Luik verklaren dat het bovenstaande met hun goedkeuring geschiedt.
Eenvoudig afschrift op papier, inv.nr. 2274.
De tekst is gedrukt in: M. Willemsen, Oorkonden en bescheiden aangaande de kerk en het kapittel van St. Odiliënberg, in: PSHAL 23 (1886), 226-232.
Engelbertus, bisschop van Luik, verklaart dat de kanunniken van het kapittel van de H. Petrus te Odiliënberg hem verhaald hebben dat zij hun leven en goed niet zeker zijn op deze verlaten plaats en hem hebben verzocht het kapittel over te brengen naar de stad Roermond die van de Luikse kerk in leen wordt gehouden, en wel naar de kapel van de H. Geest die dan tot kapittelkerk verheven moet worden. Aangezien de proost van het kapittel van Odiliënberg die het vergevingsrecht van de prebenden bezit, de bisschop van Utrecht die het vergevingsrecht van de proost bezit, Reynaldus, hertog van Gelder, en zijn broer Eduardus, evenals Godefridus de Elmpt, pastoor van de parochiekerk te Roermond die het vergevingsrecht van de kapel bezit, en Reinaldus de Ursinis, diaken-kardinaal en aartsdiaken van Kempenland, hun goedkeuring hebben gegeven, brengt Engelbertus het kapittel over naar Roermond en verheft de kapel van de H. Geest tot kapittelkerk.
Het kapittel krijgt de toestemming om alle (roerende) goederen over te brengen naar Roermond. De bisschop van Utrecht behoudt het vergevingsrecht van de proosdij, de proost het vergevingsrecht van de prebenden. De Utrechtse kerk behoudt haar rechten, met name de schenking van de plaats Odiliënberg door Lotharius, rooms-keizer.
In de kerk van de H. Petrus te Odiliënberg en de kapel van de H. Maria zullen drie priesters blijven, te weten de pastoor, de kapelaan van de altaren van de H. Catharina en de H. Maria Magdalena, en de koster.
De vice-deken, aartsdiaken en kapittel van Luik verklaren dat het bovenstaande met hun goedkeuring geschiedt.
Eenvoudig afschrift op papier, inv.nr. 2274.
De tekst is gedrukt in: M. Willemsen, Oorkonden en bescheiden aangaande de kerk en het kapittel van St. Odiliënberg, in: PSHAL 23 (1886), 226-232.
Datering:
1361 mei 12 “anno Dominice nativitatis 1361 mensis maii die duodecima”
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 19-06-2017
laatste wijziging 15-08-2018
2.472 beschreven archiefstukken
263 gedigitaliseerd
totaal 22.808 bestanden
Bijlagen
laatste wijziging 15-08-2018
2.472 beschreven archiefstukken
263 gedigitaliseerd
totaal 22.808 bestanden
Kenmerken
Datering:
(1279) 1294-1773, (1561-) 1665-1802, 1794-1840
Auteur:
G.H.A. Venner
Inventaris:
Inventaris van het archief van de bisschop van Roermond (1561-) 1665-1802, van stukken van de voormalige bisschop van Roermond en apostolisch vicaris-generaal te Grave 1794-1840, en van het Begijnhof te Roermond (1279) 1294-1773
Uitgave:
Publicaties van het Regionaal Historisch Centrum Limburg nr. 6
Categorie:
laatste wijziging 15-08-2018
2.472 beschreven archiefstukken
263 gedigitaliseerd
totaal 22.808 bestanden