14.A002A De bisschop van Roermond, met stukken van de voormalige bisschop van Roermond en apostolisch vicaris-generaal te Grave en van het Begijnhof te Roermond , (1279) 1294-1773, (1561-) 1665-1802, 1794-1840 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )
14.A002A
De bisschop van Roermond, met stukken van de voormalige bisschop van Roermond en apostolisch vicaris-generaal te Grave en van het Begijnhof te Roermond , (1279) 1294-1773, (1561-) 1665-1802, 1794-1840
Inventaris in PDF-formaat
laatste wijziging 15-08-2018
2.472 beschreven archiefstukken
263 gedigitaliseerd
totaal 22.808 bestanden
Inleiding
laatste wijziging 15-08-2018
2.472 beschreven archiefstukken
263 gedigitaliseerd
totaal 22.808 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 15-08-2018
2.472 beschreven archiefstukken
263 gedigitaliseerd
totaal 22.808 bestanden
Regestenlijst
2 1219 vóór oktober 18 “Anno incarnationis Domini nostri Jesu Christi 1219 indictione 14a regnante glorioso rege Romanorum Frederico venerabili archiepiscopo Engelberto sacrae Coloniensis ecclesiae praesidente”
Henricus, graaf van Kessel, verklaart dat hij aan het klooster Mariënweerd ten geschenke heeft overgedragen de hof te Baarlo en te Kovesdonck, een hoeve in het bos te Baarlo en een boomgaard bij de kerk te Kessel. Zijn echtgenote Othelende en zijn kinderen deden afstand van hun rechten. Hij draagt ook de hof te Oije over die de echtgenote en kinderen mogen terugkopen. Hij draagt de voogdij over deze goederen over aan Engelbertus, aartsbisschop van Keulen. Met Arnoldus, abt van Mariënweerd, is hij overeengekomen dat deze een priester zal aanwijzen om in de kapel en de begraafplaats van de (klooster?)zusters te Kessel de H. Mis op te dragen.
Getuigen: Gerardus, abt van Gladbach, Godefridus de Reyde, magister Petrus, Hermannus, heer Albertus de Kuyck, Gerardus de Horne, Henricus de Kessenich, Rutgerus de Brempt, zijn mannen, Godefridus de Eycke, Wilhelmus Holme, Gerardus de Baerlo, Godefridus schenker, Heistachius en Henricus de Sutersbeche.
Eenvoudige afschriften op papier, inv.nrs. 200, 1425.
De tekst is gedrukt in: L.A.J.W. Sloet, Oorkondenboek der graafschappen Gelre en Zutfen tot op den slag van Woeringen, 5 juni 1288, ’s-Gravenhage 1872-1876, nr. 457; J. de Fremery, Cartularium der abdij Mariënweerd, ’s-Gravenhage 1890, nr. 37; E. Slanghen, Bijdragen tot de geschiedenis van het land van Kessel, in: PSHAL 16 (1879), 141-142.
Henricus, graaf van Kessel, verklaart dat hij aan het klooster Mariënweerd ten geschenke heeft overgedragen de hof te Baarlo en te Kovesdonck, een hoeve in het bos te Baarlo en een boomgaard bij de kerk te Kessel. Zijn echtgenote Othelende en zijn kinderen deden afstand van hun rechten. Hij draagt ook de hof te Oije over die de echtgenote en kinderen mogen terugkopen. Hij draagt de voogdij over deze goederen over aan Engelbertus, aartsbisschop van Keulen. Met Arnoldus, abt van Mariënweerd, is hij overeengekomen dat deze een priester zal aanwijzen om in de kapel en de begraafplaats van de (klooster?)zusters te Kessel de H. Mis op te dragen.
Getuigen: Gerardus, abt van Gladbach, Godefridus de Reyde, magister Petrus, Hermannus, heer Albertus de Kuyck, Gerardus de Horne, Henricus de Kessenich, Rutgerus de Brempt, zijn mannen, Godefridus de Eycke, Wilhelmus Holme, Gerardus de Baerlo, Godefridus schenker, Heistachius en Henricus de Sutersbeche.
Eenvoudige afschriften op papier, inv.nrs. 200, 1425.
De tekst is gedrukt in: L.A.J.W. Sloet, Oorkondenboek der graafschappen Gelre en Zutfen tot op den slag van Woeringen, 5 juni 1288, ’s-Gravenhage 1872-1876, nr. 457; J. de Fremery, Cartularium der abdij Mariënweerd, ’s-Gravenhage 1890, nr. 37; E. Slanghen, Bijdragen tot de geschiedenis van het land van Kessel, in: PSHAL 16 (1879), 141-142.
14.A002A De bisschop van Roermond, met stukken van de voormalige bisschop van Roermond en apostolisch vicaris-generaal te Grave en van het Begijnhof te Roermond , (1279) 1294-1773, (1561-) 1665-1802, 1794-1840
Regestenlijst
2
1219 vóór oktober 18 “Anno incarnationis Domini nostri Jesu Christi 1219 indictione 14a regnante glorioso rege Romanorum Frederico venerabili archiepiscopo Engelberto sacrae Coloniensis ecclesiae praesidente”
Henricus, graaf van Kessel, verklaart dat hij aan het klooster Mariënweerd ten geschenke heeft overgedragen de hof te Baarlo en te Kovesdonck, een hoeve in het bos te Baarlo en een boomgaard bij de kerk te Kessel. Zijn echtgenote Othelende en zijn kinderen deden afstand van hun rechten. Hij draagt ook de hof te Oije over die de echtgenote en kinderen mogen terugkopen. Hij draagt de voogdij over deze goederen over aan Engelbertus, aartsbisschop van Keulen. Met Arnoldus, abt van Mariënweerd, is hij overeengekomen dat deze een priester zal aanwijzen om in de kapel en de begraafplaats van de (klooster?)zusters te Kessel de H. Mis op te dragen.
Getuigen: Gerardus, abt van Gladbach, Godefridus de Reyde, magister Petrus, Hermannus, heer Albertus de Kuyck, Gerardus de Horne, Henricus de Kessenich, Rutgerus de Brempt, zijn mannen, Godefridus de Eycke, Wilhelmus Holme, Gerardus de Baerlo, Godefridus schenker, Heistachius en Henricus de Sutersbeche.
Eenvoudige afschriften op papier, inv.nrs. 200, 1425.
De tekst is gedrukt in: L.A.J.W. Sloet, Oorkondenboek der graafschappen Gelre en Zutfen tot op den slag van Woeringen, 5 juni 1288, ’s-Gravenhage 1872-1876, nr. 457; J. de Fremery, Cartularium der abdij Mariënweerd, ’s-Gravenhage 1890, nr. 37; E. Slanghen, Bijdragen tot de geschiedenis van het land van Kessel, in: PSHAL 16 (1879), 141-142.
Henricus, graaf van Kessel, verklaart dat hij aan het klooster Mariënweerd ten geschenke heeft overgedragen de hof te Baarlo en te Kovesdonck, een hoeve in het bos te Baarlo en een boomgaard bij de kerk te Kessel. Zijn echtgenote Othelende en zijn kinderen deden afstand van hun rechten. Hij draagt ook de hof te Oije over die de echtgenote en kinderen mogen terugkopen. Hij draagt de voogdij over deze goederen over aan Engelbertus, aartsbisschop van Keulen. Met Arnoldus, abt van Mariënweerd, is hij overeengekomen dat deze een priester zal aanwijzen om in de kapel en de begraafplaats van de (klooster?)zusters te Kessel de H. Mis op te dragen.
Getuigen: Gerardus, abt van Gladbach, Godefridus de Reyde, magister Petrus, Hermannus, heer Albertus de Kuyck, Gerardus de Horne, Henricus de Kessenich, Rutgerus de Brempt, zijn mannen, Godefridus de Eycke, Wilhelmus Holme, Gerardus de Baerlo, Godefridus schenker, Heistachius en Henricus de Sutersbeche.
Eenvoudige afschriften op papier, inv.nrs. 200, 1425.
De tekst is gedrukt in: L.A.J.W. Sloet, Oorkondenboek der graafschappen Gelre en Zutfen tot op den slag van Woeringen, 5 juni 1288, ’s-Gravenhage 1872-1876, nr. 457; J. de Fremery, Cartularium der abdij Mariënweerd, ’s-Gravenhage 1890, nr. 37; E. Slanghen, Bijdragen tot de geschiedenis van het land van Kessel, in: PSHAL 16 (1879), 141-142.
Datering:
1219 vóór oktober 18 “Anno incarnationis Domini nostri Jesu Christi 1219 indictione 14a regnante glorioso rege Romanorum Frederico venerabili archiepiscopo Engelberto sacrae Coloniensis ecclesiae praesidente”
Notabene:
De getuigenlijst is in beide afschriften onvolledig.
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 19-06-2017
laatste wijziging 15-08-2018
2.472 beschreven archiefstukken
263 gedigitaliseerd
totaal 22.808 bestanden
Bijlagen
laatste wijziging 15-08-2018
2.472 beschreven archiefstukken
263 gedigitaliseerd
totaal 22.808 bestanden
Kenmerken
Datering:
(1279) 1294-1773, (1561-) 1665-1802, 1794-1840
Auteur:
G.H.A. Venner
Inventaris:
Inventaris van het archief van de bisschop van Roermond (1561-) 1665-1802, van stukken van de voormalige bisschop van Roermond en apostolisch vicaris-generaal te Grave 1794-1840, en van het Begijnhof te Roermond (1279) 1294-1773
Uitgave:
Publicaties van het Regionaal Historisch Centrum Limburg nr. 6
Categorie:
laatste wijziging 15-08-2018
2.472 beschreven archiefstukken
263 gedigitaliseerd
totaal 22.808 bestanden