08.037 Arrondissementsrechtbank Roermond, 1950-1959 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )
08.037
Arrondissementsrechtbank Roermond, 1950-1959
Inleiding
1. Organisatie van de rechterlijke macht en territoriale indeling
08.037 Arrondissementsrechtbank Roermond, 1950-1959
Inleiding
1. Organisatie van de rechterlijke macht en territoriale indeling
De grondslag voor de rechterlijke organisatie is de "Wet op de zanrenstelling der regterlijke magt en het beleid der justitie voor het Koninkrijk der Nederlanden van 1827", Stb.20 (afkorting: wet R.0.).
Deze wet heeft in de loop der tijden verschillende wijzigingen ondergaan.
Zij noemt de rechterlijke instellingen en bevoegdheden.
Ook geven afzonderlijke wetten rechterlijke instanties bevoegdheden.
Bij de wet R.O. behoorden vier reglementen van openbaar bestuur (1838 Stb. 36), regelende:
- de eedaflegging en de inwendige dienst.
- de titulatuur en het ambtskostuum.
- de orde en de discipline voor de advocaten en procureurs.
- de organisatie der deurwaarders en andere rechtsbedienden.
- de eedaflegging en de inwendige dienst.
- de titulatuur en het ambtskostuum.
- de orde en de discipline voor de advocaten en procureurs.
- de organisatie der deurwaarders en andere rechtsbedienden.
Voor wijzigingen in deze wet wordt verwezen naar het werkboek inventarisatie rechterlijke archieven van 1838-1939 van C.R. Huijbrecht.
Van belang voor de taak van de rechterlijke instellingen zijn voorts de wetboeken:
- burgerlijk wetboek (B.W.).
- wetboek van koophandel (W.v.K.).
- wetboek van burgerlijke rechtsvordering (R.V.).
- wetboek van strafvordering (S.V.).
- burgerlijk wetboek (B.W.).
- wetboek van koophandel (W.v.K.).
- wetboek van burgerlijke rechtsvordering (R.V.).
- wetboek van strafvordering (S.V.).
Deze wetboeken waren gereed om op 1 februari 1831 te worden ingevoerd, maar de strafrechtspleging bleef voorhands geregeld in de "Code Penal".
Wel was deze code al gewijzigd ondermeer bij soeverein besluit van december 1813, Stb. 10, waarbij de jury werd afgeschaft.
Hierna hebben diverse wijzigingen van rechtsgebieden, rechtsinstanties (waaronder de rechtbanken) en zetels plaats gehad. In het kader van dit bestek kan nog worden vermeld dat bij besluit van de secretaris-generaal van Justitie van 20 november 1940 nr. 236, de rechterlijke indeling geheel ondergeschikt werd gemaakt aan de provinciale indeling.
Dit besluit trad in werking op 15 januari 1941 en werd na de oorlog krachtens het besluit "Bezettingsmaatregelen" gecontinueerd .
Ter gedeeltelijke legalisering van het besluit van 20 november 1940 en tot herstel van de wetten van 17 november 1933 (opheffing rechtbanken en kantongerechten) in beide gevallen met het oog op de belangen van de justiabelen, werd vastgesteld de wet van 10 augustus 1951, Stb. 347, houdende nieuwe vaststellingen van het rechtsgebied en de zetels der rechtbanken en kantongerechten.
In principe werd hierbij uitgegaan van de provinciale grenzen, maar waar nodig voor een goede rechtsbedeling werd daarvan afgeweken. De wet trad in werking op 1 februari 1952 en sindsdien vonden slechts incidentele wijzigingen plaats tot en met 1963.
laatste wijziging 10-04-2021
316 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 10-04-2021
316 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1950-1959
Auteur:
A.P.H. Rijvers
Omvang m1:
31,2 meter
Inventaris:
Inventaris archiefbescheiden arrondissementsrechtbank te Roermond, 1950-1959 (Roermond 1998)
Openbaar:
Bescheiden betreffende nog levende personen zijn alleen
Categorie:
laatste wijziging 10-04-2021
316 beschreven archiefstukken