Uw zoekacties: Schepenbank Swolgen-Broekhuizenvorst en het kerspel Tienray,...

01.047 Schepenbank Swolgen-Broekhuizenvorst en het kerspel Tienray, (1431) 1604-1797 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
Inleiding
Historische inleiding
Geschiedenis van het archief
Verantwoording van de inventarisatie
01.047 Schepenbank Swolgen-Broekhuizenvorst en het kerspel Tienray, (1431) 1604-1797
Inleiding
Verantwoording van de inventarisatie
Het archief bestaat uit twee delen. Een deel is eigendom van het Rijksarchief in Limburg en een deel dat door het kerkbestuur van Swolgen in bewaring is gegeven aan het Rijksarchief. De totale omvang van het archief, inclusief het deel Tienray, bedraagt ongeveer 3,5 meter. Bij de overbrenging naar het Rijksarchief is door de beheerder van het kerkarchief al globaal een scheiding gemaakt in bescheiden die betrekking hebben op de rechterlijke taak en bescheiden die betrekking hebben op de bestuurlijke taak van de schepenbank. Bij de herordening van het archief bleek, dat desondanks de toestand van het archief chaotisch was. Veel procesdossiers lagen uit elkaar en waren in veel gevallen verspreid over meerdere portefeuilles. Met de bijlagen van de rekeningen was het niet beter gesteld. Een systeem van indeling is gevonden, bij gebrek aan oude orde, gebaseerd op de taken der archiefvormende instantie. *  Het reeds gesignaleerde onderscheid tussen de rechterlijke en bestuurlijke taak komt nu duidelijk naar voren. Bij het rechterlijk gedeelte van het archief was een indeling op grond van de oude orde heel goed mogelijk.
Met name de dorsale aantekeningen op de processtukken, alsmede enkele nog aanwezige inventarissen van procesdossiers vormden daarbij een belangrijke steun. In het begin van de 17de eeuw bestaan die dorsale aantekeningen uit lettercombinaties, later in combinatie met de data van het exhibitum. In het begin van de 18de eeuw blijft alleen de datum van het exhibitum over, die daarna geheel verdwijnt. In de protocollen van de rechtszittingen konden met behulp van deze gegevens de stukken geplaatst worden bij de procesdossiers waartoe ze behoorden. Veel van de procesdossiers konden worden hersteld, maar het overgrote deel ervan is nog maar fragmentarisch aanwezig. Een moeilijkheid hierbij vormde het ontbreken van de protocollen over de periode 1683-1707. Na de scheiding van de schepenbank Swolgen-Broekhuizenvorst in twee afzonderlijk banken voor Swolgen en Broekhuizenvorst omstreeks 1729 zien we, dat het aantal processen voor deze schepenbank sterk vermindert. Uit deze periode zijn nagenoeg geen procesdossiers bewaard gebleven. *  Ten aanzien van de stukken die betrekking hebben op de vrijwillige rechtspraak, moet worden opgemerkt dat de concepten, minuten en afschriften van de diverse akten chronologisch zijn geordend en bij elkaar gebracht in een inventarisnummer. Voorzover afschriften gebruikt zijn bij processen, zijn zij in het desbetreffende procesdossier geplaatst. De akten van openbare verkoop en de voogdijrekeningen werden verspreid over verschillende portefeuilles aangetroffen. Ze zijn bij elkaar gebracht en in twee aparte inventarisnummer beschreven. *  Dit geldt ook voor de verordeningen en circulaires die zijn geplaatst onder "Overige rechterlijke activiteiten", omdat het mede tot de rechterlijke taak van de schepenbank behoorde verordeningen af te kondigen
Bij de ordening van het archiefdeel dat betrekking heeft op de bestuurlijke taak van de schepenbank is een systematische indeling gebaseerd op de oude inrichting van het archief niet mogelijk. Hierbij moge worden aangehaald het rapport van de controleur van de rekeningen in 1717, *  waarin de toenmalige (wan)orde binnen dit archiefdeel wordt beschreven. Er is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de indeling naar taken. Onder de zorg voor het gemeentelijk vermogen treffen we alle stukken aan die betrekking hebben op het daadwerkelijk beheer van dit vermogen. Onder vermogen wordt niet alleen begrepen het kapitaal waarover kon worden beschikt, maar ook de eigendommen van de gemeente, alsmede de gemene gronden. Onder de verantwoording van dit beheer wordt verstaan: de verantwoording in strikte zin. De rekeningen, alsmede de stukken betreffende het afhoren en controle zijn hier geplaatst. Ten aanzien van de rekeningen wordt opgemerkt, dat vóór de Pruisische tijd niet altijd het rekenjaar samenvalt met het kalenderjaar. In enkele gevallen heeft de rekening betrekking op bepaalde gedeelten van het jaar. De bijlagen van de rekeningen, voorzover nog aanwezig, van vóór de Pruisische periode zijn geplaatst op kalenderjaar. Tijdens de Pruisische tijd valt het rekeningjaar samen met het kalenderjaar. Soms worden de rekeningen van meerdere jaren op één datum afgehoord.
De serie rekeningen loopt evenwel verder door dan het jaar 1798. Wat Swolgen betreft tot het jaar 1806 en voor Tienray tot het jaar 1807. Deze series zijn gehandhaafd en niet verbroken op het jaar waarin de nieuwe gemeente Meerlo ontstaat. De werkzaamheden van de schepenen als beheerders van het vermogen van de voormalige kerspels zijn in deze overgangsperiode gecontinueerd. Dit heeft zeker geduurd tot 1819 resp. 1807. De stukken die betrekking hebben op de organisatie van de schepenbank zijn bij elkaar geplaatst in een aparte afdeling. In het hoofdstuk "Stukken waarvan het verband met dit archief niet blijkt", zijn die bescheiden geplaatst welke bij dit archief zijn aangetroffen maar waarvan het verband met dit archief noch met een ander archief is gebleken. Bij de ordening zijn nog enkele stukken aangetroffen die behoorden tot het kerkarchief van Swolgen. Deze stukken zijn teruggeplaatst in dit archief. Ten behoeve van de gebruiker zijn nog enkele bijlagen opgenomen. In bijlage I een tafel op de procesdossiers van de inventarisnummers 17-24, met aanduiding van het beginjaar van het proces, indien dit achterhaald kon worden, en in de andere gevallen de datum van het oudste aanwezige stuk, alsmede de namen van de procespartijen. Tevens is een summiere omschrijving van de geschilpunten gegeven, voor zover deze nog te achterhalen waren. In bijlage II is opgenomen een klapper op de procespartijen, waarmee men snel het beginjaar van het proces kan terugvinden. Dat jaar zoekt men op in bijlage I en tevens kijkt men bij de inventarisnummers 17-24 welk van die nummers men dient aan te vragen. Tevens is bij de inleiding een literatuurlijst gevoegd.
Ten aanzien van het archief van het kerspel Tienray wordt opgemerkt, dat dit enkel het archief van het kerspel is en dat de opbouw en de indeling van de inventaris analoog is aan die van het bestuurlijke gedeelte van het archief van de schepenbank. De opmerkingen, gemaakt over verschillende onderdelen van dit archiefdeel zijn hier ook van toepassing. Verder wordt nog opgemerkt, dat in de loop der jaren verschillende archiefbescheiden zijn verdwenen. Genoemd moeten worden de protocollen van rechtszittingen uit de periode 1683-1707 en de rekeningen van het kerspel Tienray uit 1651, 1652 en 1674, welke nog in 1889 aanwezig waren. *  De archivalia-eigendom van het Rijksarchief in Limburg zijn in deze inventaris opgenomen op de plaats waar ze behoren. Bij de desbetreffende inventarisnummers en in de tafel op de procesdossiers is dit kenbaar gemaakt door de vermelding van (RAL). Tot slot wordt nog vermeld dat de inventarisatie van deze archieven heeft plaatsgehad in de periode september 1979 tot en met augustus 1980.
Literatuurlijst

Kenmerken

Datering:
(1431) 1604-1797
Auteur:
J.P.G. Renkens
Omvang m1:
0,2 meter - 1 charter oorsronkelijke omvang voor overdracht aan Gemeentearchief Venray
Inventaris:
Inventaris van het archief van de schepenbank Swolgen-Broekhuizenvorst en van het kerspel Tienray. Inventarissenreeks RAL 23 (Maastricht 1981)
Opmerking:
De inv.nrs 27, 28, 40, 68, 69, 149, 320, 330 en 333 berusten bij het RHCL; de overige nummers zijn overgedragen aan het Gemeentearchief Venray