Uw zoekacties: Gemeente en schepenbank Ooijen, 1621-1815

01.043 Gemeente en schepenbank Ooijen, 1621-1815 ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Institutionele geschiedenis
Geschiedenis van de archieven
Verantwoording van de inventaris
01.043 Gemeente en schepenbank Ooijen, 1621-1815
Inleiding
Verantwoording van de inventaris
Toen in 1983 het kerkbestuur van Broekhuizen zich bereid toonde om de achtergebleven stukken aan het Rijksarchief in bewaring te geven, bood zich de mogelijkheid aan de archieven van Broekhuizenvorst, Ooijen en Broekhuizen volledig en definitief te ordenen. De heer J.P.G. Renkens, als archiefambtenaar werkzaam in Venray, nam deze taak op zich. Voordien had hij reeds ervaring opgedaan met de inventarisatie van het archief van de schepenbank Swolgen en Broekhuizenvorst. Renkens vervaardigde eerst een lijst van het materiaal dat nog eigendom was van het kerkbestuur en vervolgens werden de archieven ter ordening overgebracht naar Venray. Assistentie bij ordening en beschrijving werd daar gegeven door heer M. Flokstra. Aangezien de werkzaamheden buiten de diensturen werden verricht, vorderde het project moeizaam. Volkomen onverwacht overleed Renkens in 1993. De archieven werden daarna weer teruggebracht naar Maastricht.
Renkens en Flokstra hadden de chaotisch door elkaar liggende archiefstukken uit het Rijksarchief stuk voor stuk (zéér voorlopig) beschreven. Aan het zoeken naar onderlinge samenhang was men nog niet toegekomen. De archivalia die eigendom waren van het kerkbestuur waren nog als eenheid intact gebleven en de daarvan eerder opgestelde lijst bleef hierop de toegang. Door het ontbreken van de samenhang tussen de beschreven stukken en door de verschillende nummeringen van de betrokken archieven was het praktisch resultaat van al dit werk voor de raadpleging van het archief gering. Om die reden werd in 1998 in het Rijksarchief besloten tot een definitieve ordening. De werkzaamheden aan de archieven van Broekhuizen, zowel heerlijkheid als schepenbank, werden uitgevoerd door J.Th. van Rensch, terwijl de bewerker van deze inventaris de schepenbanken en gemeenten van Broekhuizenvorst en Ooijen voor zijn rekening nam.
Ondanks het werk van Renkens en Flokstra dienden veel stukken opnieuw te worden bekeken. Na enige tijd werd er voor gekozen om de voorlopige beschrijvingen en ordening terzijde te schuiven, en van voor af aan opnieuw te beginnen.
De kern van het rechterlijk archief bestaat naast de rol van rechtszittingen en het register van overdrachten, vooral uit proces- en voogdijdossiers, en stukken betreffende de openbare verkoop van goederen. De eerste stap was het afzonderen van de bescheiden in verband met de uitoefening van de rechtspraak, van de bescheiden van bestuurlijke aard. Dit proces kende heel wat moeilijkheden daar met name de schepenbanken Broekhuizen en Broekhuizenvorst verward waren geraakt. Vervolgens werden de dossiers gereconstrueerd, want ook deze lagen chaotisch door elkaar. In sommige gevallen, maar lang niet altijd, brachten de gerechtsrol en registers meer duidelijkheid. Ook aantekeningen op de rugzijde van de stukken, vaak een letter of de exhibitum-datum (de dag waarop het stuk ter gerechtszitting is behandeld), konden aanwijzingen vormen. Als nadere ingangen op de uitoefening van de rechtspraak zijn achterin de inventaris, als bijlagen, lijsten opgenomen van de procesdossiers, de openbare verkoop van goederen en de voogdijdossiers. Ze verwijzen op basis van het beginjaar - voor zover dat achterhaald kon worden - achtereenvolgens naar de inventarisnummers 6-7, 10 en 11-12 (Archief Broekhuizenvorst) en nummer 2 (Archief Ooijen).
Betreffende de bestuurlijke taak bestaat het corpus uit het financieel beheer en de zorg voor het gemeentelijk vermogen. Alleen al uit het aantal nummers van de rekeningen met bijlagen in het archief van Broekhuizenvorst blijkt het belang van de verantwoording van het beheer. De aparte series rekeningen en bijlagen werden gevormd op grond van de oude orde die ten aanzien van de verantwoording moet hebben geheerst. Omdat lang niet alle bijlagen geliasseerd aangetroffen werden of gebundeld waren, was het een enorme taak om de rekeningen met de corresponderende bijlagen te doen overeenstemmen. Het hulpmiddel van op elkaar passende gaatjes ten aanzien van verbroken liassen bracht geen oplossing, aangezien het ongelijke formaat van de bijlagen. Van grotere waarde bij de reconstructie van een serie bijlagen over één bepaald jaar was het feit dat ze vaak genummerd waren en dat de nummers overeenstemden met de nummering van de betreffende posten in de rekening.
De overgebleven stukken van bestuurlijke aard werden geordend naar gelang de taak van de gemeente. Vooral contributies, foerages, geleverde diensten en inkwartieringen ten behoeve van militaire vorderingen kwamen veelvuldig voor. In de meeste gevallen konden deze louter chronologisch geordend worden.
De bescheiden gearchiveerd onder de inv.nrs. 9,25,37,38 en 44 zijn geheel of gedeeltelijk eigendom zijn van de R.K. parochie H. Nicolaas Broekhuizen.
Achteraan de inventaris van het archief van Broekhuizenvorst werden archiefstukken geplaatst die zonder twijfel toebehoren aan andere archieven. Ze zullen er dan ook ten gepaste tijde worden teruggeplaatst.
Aanwijzingen voor raadplegers
Bibliografie
Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1621-1815
Auteur:
E. Steegen
Omvang m1:
0,5 meter
Inventaris:
Inventaris van het archief van de gemeente en de schepenbank Ooijen, 1621-1808