Uw zoekacties: Heerlijkheid Meerlo, 1392-1794 (1809)

01.041A Heerlijkheid Meerlo, 1392-1794 (1809) ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
01.041A   Heerlijkheid Meerlo, 1392-1794 (1809)
Inleiding
laatste wijziging 11-10-2017
178 beschreven archiefstukken
Inventaris
Beleeningen der heerlijkheid
Overdrachten der heerlijkheid
01.041A Heerlijkheid Meerlo, 1392-1794 (1809)
Inventaris
Overdrachten der heerlijkheid
Organisatie: Historisch Centrum Limburg, te Maastricht
laatste wijziging 23-11-2015
19 Overdracht der heerlijkheid Myrlo en Thienrade met slot, huizing, molen enz. door Johanna Spede dochter van Kaerl zaliger voor mannen van leen te Gelre Johan van Eyll Tylmanszoon, Willem Vell van Wefelichaven, Johan van Eyll Swederssoen en Gaert Wijenhorst Wymmerssoen voor eene som gelds aan Kaerl van Velbruggen en Barbara zijn hiusvrouw en hun beider erven, met machtiging wat daarvan 'versat' en verkocht is wederom in te lossen, 1481 mei 22
20 Vidimus door Henrich van Zeelem enz., 1481 augustus 23
21 Bevestiging door Henrich van Zeelen Lottums enz. raad en stadhouder der lenen van den Hertog van Oostenrijk, Bourgondiën, Brabant en Gelre in dit laatste hertogdom 't graafschap Zutphen, het land Kuyck en van Kessel, van de overdracht der heerlijkheid Myrlo in voornoemd charter en beleening daarmede van Kaerll van Velbruggen in tegenwoordigheid der mannen van leen Henrich Kollart en Derick van Bronckhorst, 1481 augustus 23
22 Verklaring van Reynhart van Velbruggen, drossaard van Hulckraide en Christina van Broickhusen zijne vrouw, dat zij aan Symon van Veltbruggen hun neef en zwager die hun de heerlijkheid Meerlie heeft overgedragen uit bijzondere oorzaken en vriendschap met consent van Mery Millings zijne huisvrouw alle jaren zullen geven eene rente van 120 bescheiden enkele Rijnsche gulden in twee termijnen op St. Lambert (17 sept.) en Maria Lichtmis (2 sept.) zijn leven lang en nog één jaar na zijn dood aan hen die hij bevelen zou. Tot borg stellen zij Jaspar van Eyll hun 'eydom', 1526 maart 26
23 Verklaring van Karll van Velbruck, dat Symon zijn broeder hem de heerlijkheid Myrle had willen verkoopen, voor welken koop hij toen geen geld had, maar, dat hij, toen zijn broeder de heerlijkheid verkocht had, zijn recht had overgedragen aan zijn neven Herman en Luytken van Wynckelhuyssen, gebroeders en dat hij zijn broeder dien koop zou vergelden en daar niet tegen te handelen, 1526 december 31
24 Verklaring van hertog Karel van Gelder, dat hij aan Reyner van Velbruggen, heer te Myerlo, kwijtgescholden heeft, de schuld van zijn neef Symon van Velbruggen waardoor hij lijf en goed had verbeurd, voor welke kwijtschelding Reyner voornoemd aan der hertog overlgeleverd en kwijtgescholden een schuldbekentenis van zijn vader Adolf aan wijlen Sybert van Eyll van 1500 gouden Rijnsche gulden tegen een jaarlijkse rente van 90 gulden d.d. 1469 op den avond van S. Simon en Judas (oct. 27) welke schuld wegens de achterstallen bedroeg 6900 dergelijke guldens, dat Reyner dien brief, toen in bezit van den man van Reyners dochter, Jaspar van Eyll, aan zich had getrokken en de hertog kwijtgescholden. De hertog belooft hem te handhaven in het bezit der heerlijkheid Myerlo, tot dat deze som betaald is, 1530 december 20
25 Verdrag tussschen Herman en Luytgen van Winckelhausen gebroeders ten eenre en Reynhart van Veltbruckenm, drost te Hulkenraide, ten andere zijde, die lang samen geprocedeerd hadden, door tusschenkomst van Wilhelm graaf te Neuwenar en Moerss, heer te Bedbur en Ambrossie van Virmonden heer zu der Nersen (?) en ambtman in Urdingen, Johan Ghogreven, kanselier te Gulick en ambtman te Angermont en Dietherich van Eyckell, daartoe van beide zijden gekozen scheidsrechters zonder appel enz., over het bezit der heerlijkheid Mirloe.
Beide eerstgenoemde broders zouden tusschen datum van de uitspraak en half vasten te Neuyss bij een eenzaam raad of voor vijf geloofwaardige personen deponeren 2000 goudgulden, half aan goud en zwaar van gewicht, en de andere helft aan goed goud of andere munt, te Keulen gangbaar; waarvoor Reynhart aan eerstgenoemde broeders de heerlijkheid Mirloe zou overgeven. Daarbij zouden de gebroeders aan Symon van Veltbruggen en zijn huisvrouw hun lijftocht levenslang voldoen, volgens inhoud van den zegelbrief, die Reinhart aan Symon en zijn huisvrouw had verstrekt, zonder schade van Reynhart en zijne huisvrouw. Rheynhart zou aan de gebroeders de heerlijkheid overleveren met alle rechten en wat daarvan door den Hertog van Gelder was verbeurd verklaard en ook al de zegelbrieven, registers enz. op kosten van Van Velbruckenn, 14 dagen na het nederleggen der 2000 gulden, met behoud voor Reynhart van de 25 malder rogge jaarlijksche erfpacht, die hij van Adolf van Velbruggen heeft gekregen en dat Reinhart mocht invorderen alle restanten van pensioen en pachten vóór 1532.
Aan deze bepalingen zou men zich houden op boete van 3000 goudgulden een derde voor den vorst van Gelder, een 2de derde voor den scheidsrechter en het laatste derde deel voor de partij, die zich aan het bestand hield. Beider partijen zouden elkaar een onderteekend afschrift toezenden. Te Neyss in 't Barvoeter klooster, 1532 december 1
26 Reversaal van bovengenoemde brief d.d. 1532 december 1
27 Verklaring van Johan van Meeckeren en Herman van Wije Diricksszoon dat zij als mannen van leen van Karel hertog van Gelder op verzoek van Reyner van Veldbruggen, in 't klooster der Observanten te Arnhem ten 8 uren namiddag in tegenwoordigheid van Herman Luytgen van Wynckelhuijsen gebroeders en Johan van Bairll, Reyner Broichuyzen en Mychell van Holt tegenwoordig geweest zijn bij het voorlezen en bekrachtigen van een verdrag tusschen Reyner van Veldbruggen voornoemd em voornoemde broeders door scheidsrechters gesloten te Nuyss Zondag na St. Andries 1532, en dat partijen verzocht hadden aan eenigen van den Raad van Gelder om den hertog te verzoeken de opdracht en overgave van Meyrloe door Reyner voornoemd te ontvangen en de voornoemde gebroeders daarmede te beleenen, 1533 april 4
28 Dergelijke verklaring van Arnt van den Gruythuyse der rechten licentiaat, dat in zijn huis binnen de stad Arnhem omstreeks 4 uur namiddag, de partijen in 't vorig charter genoemd, hebben doen voorlezen een verdrag omtrent de heerlijkheid Myerloe. Met verzoek den Hertog van Gelder te vragen die overdracht goed te keuren, waarop hij met twee missiven één van den hertog van Gelder met inliggend verzoek van Herman Quaid en één van den Burgen ridder hem door Ryner gegeven tot onderricht der zaak, naar den hertog is gegaan in den Gulden Spijcker die verklaart heeft zich tot Palmzondag te willen bedenken, 1533 april 4
29 Verklaring van schepen van Meirlar, dat Luytghen van Wynckelhuyssen, met consent van Karl van Veldbruggen en Elisabeth van Diepenbruck, op vrije straten en 'schoenen sonnen schien' heeft aangeboden ten behoeve van Reiner van Velbrugg zilveren en gouden munten, waarmede Wynckelhuyssen van wege Karl voornoemd en zijn huisvrouw als naaste bloedverwanten volgens het landrecht beschud heeft den koop dien Reiner voornoemd met Symon, gewezen heer tot Meirlar, wegens die heerlijkheid had gedaan. Insgelijks heeft Karl van Veldbruggen voor de leenmannen der heerlijkheid goud en zilvergeld aangeboden voor den koop der heerlijkheid Meirlar, daarmede te beschudden, welk getuigd wordt door Arnt Bachuys of Verbeeck en Jacob, zoon van de overleden anderen leenman Johan Reiners, welke met Arnt bij de aanbieding van het goud tegenwoordig waren geweest, 1551 maart 30
30 Verklaring van Geirhart van Flodrop, erfvoogd van Roermond en Loeff van Velbrugge als mannen van leen der Roomsche keizerlijke Majesteit (Karel V als hertog van Gelder), dat Herman van Wijnckelhausen, daar zijn lichaamskracht hem niet toeliet van Arnhem te reizen, aan zijn broeder Lutgen de heerlijkheid Mirloe, die deze voor hen beiden verheven had, had overgedragen met verzoek, dat de stadhouder der leenen te Arnhem deze overdracht zou bekrachtigen, 1553 augustus 12
31 Afstand van de heerlijkheid Mirlo ten overstaan van Adriann van Nuland zue Eggeradt, gouverneur van Düsseldorf, en Heinrick van Nulandt, Keizerlijke hoofdman, gebroeders, als leenmannen der mankamer van Gelderland, en van Caspar Caspars, schout van Düsseldorf, door Johan van Winckelhausen, heer te Mirloe en dom-scholaster te Paderborn, aan zijn broeder Willem, 1633 december 1
32 Octrooi van het hof van Gelder te Roermond voor Lutger vrijheer van Winckelhuissen, heer tot Calcum, om ten voordeele zijner onmondige kinderen, wat hij met de andere voogden had oorbaar bevonden, de heerlijkheid Meerlo, op hem gedevolveerd, te verkopen en het geld ten hunnen voordeele te besteden
Ordonnantiën en reglementen betreffende het leen Meerlo, de bijdragen en de belasting, jachtrecht enz.
Actieve leenen
Landdagszaken enz
Justitiewezen in de heerlijkheid
Administratie, belastingwezen der heerlijkheid
Kerkelijke aangelegenheden
Goederen der Heeren
Processen en verschillen der heeren met familieleden, den pastoor, den onderzaten en particulieren
Varia
Supplement
laatste wijziging 11-10-2017
178 beschreven archiefstukken
Zegels
laatste wijziging 11-10-2017
178 beschreven archiefstukken

Kenmerken

Datering:
1392-1794 (1809)
Inventaris:
Inventaris van de heerlijkheid Meerlo-Tienray ( Maastricht Z.D.)
Opmerking:
Overgenomen uit: VROA 37 (1914) deel 2, p. 420-453
Categorie:
laatste wijziging 11-10-2017
178 beschreven archiefstukken