Bij het openmaken van de pakken, waarin de bescheiden waren opgeborgen, bleek al gauw, dat de toestand, waarin de bescheiden verkeerden, volkomen chaotisch was. De onderdelen van één rekening werden in meerdere pakken teruggevonden! In de pakken bevonden zich ook nog bescheiden uit het gemeente-archief van na 1795, bescheiden uit familiearchief en bescheiden, uitgegaan van andere schepenbanken, waarvan het verband met dat van Nieuwstadt niet bleek. De stukken betreffende de rechterlijke taak konden gegroepeerd worden rond een aantal registers. Uit dorsale of marginale aantekeningen bleek, dat bescheiden inzake procesvoeringen oorspronkelijk waren samengevoegd tot dossiers. Deze dossiers werden, voor zover dat mogelijk was, hersteld. Was er bij de bescheiden betreffende de rechterlijke taak nog een oude orde te vinden, bij de bescheiden betreffende de bestuurlijke taak ontbrak die geheel. De bescheiden werden hier per rubriek gerangschikt. Bescheiden die nog overgebleven waren, konden geplaatst worden in een algemene afdeling.
Tenslotte nog enkele opmerkingen:

1. De bijlagen op de landschatsrekeningen. Ieder jaar worden er te Nieuwstadt drie schatcedulen uitgegeven namelijk een aan de peyburgemeester en twee aan de schatheffers. Ieder jaar moeten dus drie rekeningen met bijlagen worden overgelegd. De drie series bijlagen per jaar zijn soms van elkaar te onderscheiden, soms ook niet. Dit is de reden, waarom men in de inventaris bij de bijlagen serie twee, drie of zelfs vier nummers ziet voor de bijlagen van één jaar.

2. De rekeningen der gasthuis- en armenmeesters. Met de armen- en gasthuismeesters, oorspronkelijk verschillende personen, schijnen later in Nieuwstadt dezelfde mensen te zijn bedoeld. Redenen om dit aan te nemen zijn: a) de rekeningen van deze heren bevatten dezelfde inkomsten en uitgaven, b) de serie rekeningen van de armenmeesters en die van de gasthuismeesters overlappen elkaar niet, maar vullen elkaar aan, c) in een rekening, die is samengesteld door twee personen spreekt de een voortdurend over gasthuismeesters, terwijl de ander het telkens over de armenmeesters heeft. *  Om deze bovengenoemde redenen heb ik de gasthuis- en armenrekeningen tot een serie samengevoegd.

3. De bijlagen op deze inventaris. Op de dossiers van de procesvoeringen, welke niet afzonderlijk beschreven zijn, is een fichesysteem ontworpen. Ieder fiche vermeld het jaar waarin het eerste nog aanwezige stuk geproduceerd is, alsmede de namen van de partijen en de geschilpunten, wanneer deze uit de processtukken bleken. Dit fichesysteem vindt u in dit werkje afgedrukt als bijlage I. Bijlagen II en III zijn klappers respectievelijk op de aanklagers en de aangeklaagden in de onder bijlage I opgenomen procesvoeringen. De jaartallen in bijlage II en III corresponderen met die in bijlage I. Wil men dus een procesdossier tussen bepaalde partijen inzien, dan raadplege men eerst bijlage I of III, daarna bijlage I en vervolgens kijkt men welk inventarisnummer men dient aan te vragen. Voor degenen, die zich verder willen verdiepen in de geschiedenis van Nieuwstadt zijn onder bijlage IV een literatuurlijst en een aantal bronnen publicaties opgenomen.