Uw zoekacties: Heerlijkheid en schepenbank Meijel, 1630-1795 (1804)

01.007 Heerlijkheid en schepenbank Meijel, 1630-1795 (1804) ( Historisch Centrum Limburg, te Maastricht )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Het Peeldorp Meijel grensde tijdens het Ancien Régime aan het land van Weert, het land van Kessel (Helden), het graafschap Horn (Roggel en Heijthuijsen) en het hertogdom Brabant (Asten, Someren, Deurne) (zie inv.nr. 7). De heerlijkheid was met Gelre verbonden, waarschijnlijk niet als leen, maar als een vrije, allodiale heerlijkheid (zonneleen) via een persoonlijke feodale band van de heer met de hertog. Heren van Meijel, met hoge en lage jurisdictie, waren achtereenvolgens: Van Ghoor en Van Millendonk. De Van Millendonks voerden vanaf eind zestiende eeuw een aantal processen voor het Rijkskamergerecht tegen de heren van Horn wegens de inbreuk door diens onderdanen gemaakt op de landvrede in Meijel.
In het Barrièretractaat van 1715, aan het einde van de Spaanse Successieoorlog, werd Meijel bij het Oostenrijkse gedeelte van het Overkwartier van Gelder gevoegd, maar wordt in de archiefstukken consequent als “vrijheerlijkheid” aangeduid. In 1794 kwam een einde aan deze toestand, toen de Fransen de Zuidelijke Nederlanden grotendeels veroverden en deze inlijfden bij Frankrijk.
Het archief is slechts fragmentarisch overgeleverd, maar een zestal gerechtsprotocollen vanaf 1630 (inv.nrs. 5, 6 en 8 t/m 11) is gelukkig bewaard gebleven. Het bevat stukken van de schepenbank (genoemde protocollen), maar ook een aantal bescheiden die deel hebben uitgemaakt van het heerlijkheidsarchief, bijv. de deductie over de heerlijkheid (inv.nr. 7), het charter van koning Philips IV (inv.nr. 1000) en misschien zijn ook de stukken betreffende de parochie (inv.nrs. 2, 13 en 14) daaruit afkomstig.
De taak van de schepenbank was handhaving van het recht, ook bij misdaden en in halszaken (hoge jurisdictie). Onder voorzitterschap van de schout of scholtis, die tegelijkertijd ook opsporingsambtenaar was, spraken de schepenen recht. Die schout was altijd een functionaris van de heer. De (zeven) schepenen vertegenwoordigden de geërfden van het dorp en voerden in die hoedanigheid ook gemeentelijke taken uit. De schout liet zich ook wel vervangen door de eerste schepen als stadhouder (plaatsvervanger).
De vroegst voorkomende datum in het archief is 1630 (inv.nr. 5). De meest recente data vallen al in de Franse Tijd, met als jongste data 1803 en 1804 (inv.nrs. 4 en 15). In december 1795 waren de lage gerechten, waaronder de schepenbanken, weliswaar officieel opgeheven, maar dat wil niet zeggen dat deze verandering in de praktijk ook onmiddellijk van kracht ging.
Het archief zal deel hebben uitgemaakt van de in Roermond bewaarde Gelderse archieven die in 1894, 1895 en 1901 naar het rijksarchiefdepot in Maastricht werden overgebracht. Enkele stukken werden in 1945 vanuit het gemeentearchief overgedragen (de inv.nrs. 2 en 3).
In 2006 heeft Henk Willems een plaatsingslijst van de stukken gemaakt en heeft daar een aantal zeer uitgebreide nadere toegangen aan toegevoegd: ontsluiting van de inhoud van de stukken plus een volledige transcriptie van de Deductie betreffende limieten (inv.nr. 7). In de onderhavige digitale inventaris zijn de stukken opnieuw beschreven volgens de regels van de archivistiek en zijn ze in een meer systematische, logische volgorde geplaatst. Van hernummering is echter afgezien vanwege de vele verwijzingen in de toegangen van Henk Willems.
Inv.nr. 1 is vervallen. Dit stuk hoort niet bij Meijel maar bij Nederweert thuis en is daarom naar archief 01.008 verplaatst. Losse stukken die in de verschillende registers lagen zonder direct inhoudelijk verband hiermee, zijn, indien de moeite waard, apart beschreven (de rekeningen in inv.nrs. 12 t/m 14). Zo niet, dan zijn ze verzameld in inv.nr. 15.
Inventaris
12 Rekeningen van de gemeente, 1769-1770 en 1770-1771
01.007 Heerlijkheid en schepenbank Meijel, 1630-1795 (1804)
Inventaris
12
Rekeningen van de gemeente, 1769-1770 en 1770-1771
Datering:
1769-1770 en 1770-1771
Omvang:
1 omslag

Kenmerken

Datering:
1630-1795 (1804)
Omvang m1:
0,6 meter