0124 Hof van Gelre en Zutphen ( Gelders Archief )

0124
Hof van Gelre en Zutphen
Inleiding
laatste wijziging 23-01-2025
21.034 beschreven archiefstukken
4.064 gedigitaliseerd
totaal 2.542.780 bestanden
Inventaris
III. Bescheiden van rechterlijke aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen, 1543-1795, het Hof van Justitie, 1795-1802 en het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811
A. Rechtspleging in eerste aanleg
2. Civiele zaken
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
a. Sententiën, procesdossiers en verdere bescheiden
Civiele procesdossiers, tweede reeks, 1545-1802.
N.B. In deze reeks zijn enige van de door W.A. baron van Spaen in zijn inventaris beschreven dossiers opgenomen, welke buiten de hoofdreeks werden gehouden (zie de noot bij inv, nos., 4907-5977). Bij de reeks bevinden zich voorts een paar niet door Van Spaen beschreven procesdossiers. Zie inv. Nos. 6040-6066.
N.B. In deze reeks zijn enige van de door W.A. baron van Spaen in zijn inventaris beschreven dossiers opgenomen, welke buiten de hoofdreeks werden gehouden (zie de noot bij inv, nos., 4907-5977). Bij de reeks bevinden zich voorts een paar niet door Van Spaen beschreven procesdossiers. Zie inv. Nos. 6040-6066.
5984 1758-1775 1 pak
0124 Hof van Gelre en Zutphen
Inventaris
III. Bescheiden van rechterlijke aard, herkomstig van het Hof van Gelre en Zutphen, 1543-1795, het Hof van Justitie, 1795-1802 en het Departementaal Gerechtshof, 1802-1811
A. Rechtspleging in eerste aanleg
2. Civiele zaken
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
N.B. Het civiele proces was een z.g. ordinaris proces een rechtsstrijd tussen de partijen in geschil. De aanlegger maakte een zaak aanhangig door middel van een request om citatie, een verzoekschrift tot dagvaarding van de tegenpartij. Voeging van een belanghebbende met een der procespartijen kwam geregeld voor. Er worde aan herinnerd, dat het Hof aan de beklaagde in een criminele zaak een ordinaris proces kon toestaan De momber trad hierbij op als eiser, de beklaagde als verweerder. Vergel. inv. nos. 4811a-4811c. Voor de bevoegdheden van het Hof in civiele zaken in eerste aanleg zie P. Nijhoff, Registers op het archief, afkomstig van het voormalig Hof..., 1856, het Voorbericht, en Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, III, Gelderland, Amst. 1740, blz. 160 vgl. Zie de Inleiding, hoofdstuk VII, 1 en 2, de kanselarij ordonnantie van 1547, artt. 6 24, en de kanselarij ordonnantie van 1622/1651, artt. 15-22, 24-32.
a. Sententiën, procesdossiers en verdere bescheiden
Civiele procesdossiers, tweede reeks, 1545-1802.
N.B. In deze reeks zijn enige van de door W.A. baron van Spaen in zijn inventaris beschreven dossiers opgenomen, welke buiten de hoofdreeks werden gehouden (zie de noot bij inv, nos., 4907-5977). Bij de reeks bevinden zich voorts een paar niet door Van Spaen beschreven procesdossiers. Zie inv. Nos. 6040-6066.
Civiele procesdossiers, tweede reeks, 1545-1802.
N.B. In deze reeks zijn enige van de door W.A. baron van Spaen in zijn inventaris beschreven dossiers opgenomen, welke buiten de hoofdreeks werden gehouden (zie de noot bij inv, nos., 4907-5977). Bij de reeks bevinden zich voorts een paar niet door Van Spaen beschreven procesdossiers. Zie inv. Nos. 6040-6066.
5984
1758-1775 1 pak
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 21-07-2020
1 gedigitaliseerd
totaal 840 bestanden
65. De ambtsjonkers van Nijkerk contra de heer van Hoevelaken over de nakoming van de conventiën nopens het maken van de weg door het Hoevelakense veen, 1758.
66. De landdrost van het graafschap Zutphen contra de magistraat van Doetinchem over het presidium van de geërfdendag in het richterambt, 1758.
67. Burgemeesters en schepenen van Gent contra de gildemeesters van St. Sebastiaansgild aldaar over de rechten en eigendommen van bedoeld gild, 1766.
68. De schout van Groesbeek contra de richter dier heerlijkheid wegens beweerde excessen door laatstgenoemde, 1775.
66. De landdrost van het graafschap Zutphen contra de magistraat van Doetinchem over het presidium van de geërfdendag in het richterambt, 1758.
67. Burgemeesters en schepenen van Gent contra de gildemeesters van St. Sebastiaansgild aldaar over de rechten en eigendommen van bedoeld gild, 1766.
68. De schout van Groesbeek contra de richter dier heerlijkheid wegens beweerde excessen door laatstgenoemde, 1775.
laatste wijziging 23-01-2025
21.034 beschreven archiefstukken
4.064 gedigitaliseerd
totaal 2.542.780 bestanden
Kenmerken
Datering:
(1425) 1543-1811 (1902)
Auteur:
A.J. Maris, H.L. Driessen/F. Keverling Buisman (Album advocatorum)/K.J.W. Peeneman
laatste wijziging 23-01-2025
21.034 beschreven archiefstukken
4.064 gedigitaliseerd
totaal 2.542.780 bestanden