Koos van den Akker (Den Haag, 16-3-1939 - New York, 3-2-2015) was een Nederlands modeontwerper. Hij volgde de opleiding tot modeontwerper aan de Koninklijke Academie van de Beeldende Kunsten in Den Haag. Na zijn studie verhuisde hij naar Parijs om als stoffenverkoper voor warenhuis Galerie Lafayette aan de slag te gaan. In de avonduren studeerde hij aan École Guerre-Lavin en liep hij drie jaar stage bij Dior. Terug in Nederland opende Van den Akker in 1965 een eigen zaak in Den Haag aan de Laan van Meerdervoort.
In 1968 emigreerde Koos van den Akker naar New York. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw beleefde Van den Akker de topjaren uit zijn carrière. Nadat de acteur Bill Cosby vanaf 1984 zijn patchworktruien ging dragen in de tv-serie Cosby show werd Van den Akker een beroemdheid in de Verenigde Staten. Hij opende een winkel op Madison Avenue in Manhattan, New York. Beroemdheden als Stevie Wonder, Brooke Shields, Elizabeth Taylor en Cher behoorden tot zijn klantenkring.
In 1991 overleed zijn levenspartner John Bell aan de gevolgen van aids. Ook zakelijk ging het niet goed. In 1993 bleek Koos een enorme belastingschuld te hebben. Zijn assistent Peter DeWilde nam het bedrijf over onder de naam Koos & DeWilde en Van den Akker werd werknemer. Toen in 1994 ook Peter DeWilde aan Aids overleed ging Van den Akker een partnerschap aan met Veronica Vickers.

In 1998 kreeg Van den Akker van het verkoopkanaal QVC een uur de tijd om zijn producten live op TV te verkopen. Het werd een groot succes en leidde tot de oprichting van het merk Koos Of Course. De samenwerking met QVC liep tot 2008.

In 2006 werd Puck Meunier eigenaar van het Koos van den Akker imperium. Vanaf die tijd verzorgde zij het rechtstreeks contact met de naaiers op het atelier en met de klanten en kon Van den Akker zich tot zijn overlijden wijden aan het ontwerpen van kleding.


Zie voor een uitgebreid levensverhaal en overzicht van zijn werk de monografie 'Koos van den Akker' door Hanka van der Voet, 2016.