Vanaf 1900 heeft Gerard Marius Kam (1836-1922) in Nijmegen een grote particuliere verzameling bodemvondsten bijeengebracht, hoofdzakelijk afkomstig uit Nijmegen en directe omgeving. In 1920 gaf hij opdracht tot de bouw van een museum, dat hij eveneens uit eigen middelen bekostigde. Tevoren had hij in een schenkingsacte vastgelegd dat de collectie en het nieuw te bouwen museum aan het rijk zouden worden geschonken. Het Rijksmuseum G.M. Kam werd vervolgens op 17 mei 1922 geopend. Vijfenzestig jaar later, op 30 juni 1987, droeg het rijk het museum over aan de provincie Gelderland.
Het archief van het Rijksmuseum Kam betreft hoofdzakelijk de periode 1922-1987. Het bevat daarnaast enkele oudere stukken, die betrekking hebben op de voorgeschiedenis:
•op het particuliere Museum Kam in het koetshuis achter de woning van de heer Kam aan de Berg en Dalseweg 76 in Nijmegen (1903-1921);
•op het besluit van de heer Kam tot schenking van zijn collectie aan de Staat der Nederlanden (1904-1905, 1918-1919);
•op de nieuwbouw van het Museum Kam aan de Eleonorastraat in Nijmegen (1920);
•op het directoraat van de heer Kam van het in aanbouw zijnde Museum Kam (1919-1921).

De geschiedenis en voorgeschiedenis van het Museum Kam zijn beschreven in een aantal publicaties:
•F.J. Duparc, Een eeuw strijd voor Nederlands cultureel erfgoed, ’s-Gravenhage 1975, pp. 224-225, 316-319;
•P. Stuart, Het dilemma van G.M. Kam: Leiden of Nijmegen, Numaga 32, 1985, 5-11;
•L.J.F. Swinkels, Een prachtvol exemplaar. Vijfenzeventig jaar Museum G.M. Kam 1922-1997, Nijmegen 1997 (Vereniging van Vrienden van het Museum Kam, Museumstukken VII);
•W.J. Pantus/L.J.F. Swinkels, Een stenige weg. De wisselvallige betrekkingen tussen het Museum Kam en de gemeente Nijmegen. Een terugblik, Jaarboek Numaga 44, 1997, pp. 7-25;
•M.J.M. Daniels, Daniels. Archivaris, archeoloog, Nijmegenaar, Nijmegen 1998, pp. 109-119, 158-164, 202-205.
Jaarverslagen van het Rijksmuseum Kam werden jaarlijks gepubliceerd in:
•Verslagen omtrent ’s Rijks verzamelingen van geschiedenis en kunst 45 (1922) - 75 (1953)
•Verslagen der Rijksverzamelingen van geschiedenis en kunst 76 (1954) - 89 (1967)
•Nederlandse Rijksmusea 90 (1968) - 109 (1987).