De Gemeentespaarbank te Arnhem werd in 1834 opgericht en was de opvolger van de Nutsspaarbank die van 1819 tot 1827 heeft bestaan. De bank had ten doel 'het sparen aan te kweken en te bevorderen door ieder gelegenheid te geven gelden voor korter of langer termijn rentegevend te beleggen'. Van 1834 tot 1856 ressorteerde de spaarbank onder het Algemeen Armbestuur, die ook het initiatief tot de oprichting had genomen. De spaarbank was in eerste instantie ook bedoeld als spaarinstelling voor minvermogenden.
Na de wijziging van de Armenwet in 1854, viel de bank onder het gemeentebestuur. De gemeente Arnhem zorgde voor onvoorwaardelijke waarborg van het gezamenlijk tegoed van de inleggers en stelde zich aansprakelijk voor de bewaring van de effecten, maar zonder het risico te dragen van waardeverlies door daling van koersen, uitloting, aflossing of waardeloos worden van de coupons. Het beheer werd onder toezicht van Burgemeester en Wethouders gevoerd.
Rond 1980 fuseerde de Stichting Gemeentespaarbank oftewel 'Bondsspaarbank' Arnhem met een aantal andere banken tot de Stichting Gelders-Utrechtse Spaarbank (GUS).