De kerkbesturen van de Arnhemse Rooms-Katholieke parochies van St.-Walburgis, St.-Eusebius en St.-Martinus hebben in 1877 een deel van de voor de rooms-katholieken bestemde afdeling van de begraafplaats Moscowa aan de Apeldoornseweg gekocht. Deze afdeling was 2.68.60 hectare groot en de koopprijs bedroeg ƒ 31.560,60½.

In 1893 volgde de aankoop van het overige deel van deze afdeling. De eerste Rooms-Katholieke begrafenis op Moscowa vond op 18 augustus 1877 plaats. Na deze datum werd op de oude Rooms-Katholieke begraafplaats Onder de Linden aan de Hommelseweg, die sinds 1852 door de parochies was gebruikt, nog slechts een enkele keer begraven in eigen graven.

Het beheer over de Rooms-Katholieke afdeling op Moscowa berustte bij het bestuur van de Rooms-Katholieke begraafplaats, dat gekozen werd door de gezamenlijke pastoors van alle - in 1877 drie, later zeven - Rooms-Katholieke parochies. Dit bestuur zorgde voor de aanleg en het onderhoud van de begraafplaats en stelde grafruimte voor rooms-katholieken beschikbaar.

De lijkbezorging, vanouds een taak van de pastorieën, i.c. de kosters, werd opgedragen aan de Vereniging St.-Vincentius van Paulo. Deze vereniging richtte voor de uitvoering van deze taak de Rooms-Katholieke Begrafenisvereniging op, die administratief een onderdeel werd van de St.-Vincentiusvereniging.

De administratie werd aanvankelijk gevoerd door de St.-Walburgparochie, maar later kwam het secretariaat bij de Bijzondere Raad van de St.-Vincentiusvereniging te berusten.

De vaststelling van de begrafenistarieven viel onder de competentie van de pastoorsconferentie onder leiding van de deken.

Deze organisatiestructuur van het begrafeniswezen bleek op de lange duur niet bevredigend te zijn; het grote aantal bij het begrafeniswezen betrokken bestuurders werkte remmend op een snelle en adequate besluitvorming. Tevens was er sprake van een groeiend aantal klachten van de parochianen over het functioneren van de Rooms-Katholieke Begrafenisvereniging, hetgeen voor het bestuur van de Rooms-Katholieke begraafplaats aanleiding was om de verzorging van begrafenissen geheel in eigen hand te nemen. Dit leidde uiteraard tot verzet bij de St.-Vincentiusvereniging.

Om in deze ongewenste situatie verandering te brengen besloten beide partijen in oktober 1936 tot de oprichting van een onafhankelijk rechtspersoon, de Rooms-Katholieke Begrafenisstichting.