2184 Evangelisch-Lutherse Kerk Arnhem, Kerkenraad ( Gelders Archief )
2184
Evangelisch-Lutherse Kerk Arnhem, Kerkenraad
Inleiding
3. Geschiedenis van de archiefvormer
3.7. Onderafdelingen van het Genootschap
N.B. De verenigingen die in de loop der tijd werden opgericht, beschouwde men als onderafdelingen van de afdeling Arnhem van het genootschap. De bestuursleden van deze onderafdelingen moesten lid zijn van het genootschap, wat voor de leden geen vereiste was. De onderafdelingen stelden een reglement samen dat de goedkeuring behoefde van het afdelingsbestuur. Sedert 1893 beschikte de afdeling over een gebouw waar de onderafdelingen konden samenkomen namelijk: "Ons Zendingshuis", gelegen aan de Tuinstraat; in 1930 werd het perceel Parkstraat 50 aangekocht. Zie inv.nr. 746.
De beide diaconessen bewoonden een gedeelte van "Ons Zendingshuis", evenals een echtpaar, waarvan de man dienst deed als conciƫrge.
N.B. De verenigingen die in de loop der tijd werden opgericht, beschouwde men als onderafdelingen van de afdeling Arnhem van het genootschap. De bestuursleden van deze onderafdelingen moesten lid zijn van het genootschap, wat voor de leden geen vereiste was. De onderafdelingen stelden een reglement samen dat de goedkeuring behoefde van het afdelingsbestuur. Sedert 1893 beschikte de afdeling over een gebouw waar de onderafdelingen konden samenkomen namelijk: "Ons Zendingshuis", gelegen aan de Tuinstraat; in 1930 werd het perceel Parkstraat 50 aangekocht. Zie inv.nr. 746.
De beide diaconessen bewoonden een gedeelte van "Ons Zendingshuis", evenals een echtpaar, waarvan de man dienst deed als conciƫrge.
3.7.1. Evangelisch-Lutherse Jongelingsvereniging "Martinus Luther"
2184 Evangelisch-Lutherse Kerk Arnhem, Kerkenraad
Inleiding
3. Geschiedenis van de archiefvormer
3.7. Onderafdelingen van het Genootschap
N.B. De verenigingen die in de loop der tijd werden opgericht, beschouwde men als onderafdelingen van de afdeling Arnhem van het genootschap. De bestuursleden van deze onderafdelingen moesten lid zijn van het genootschap, wat voor de leden geen vereiste was. De onderafdelingen stelden een reglement samen dat de goedkeuring behoefde van het afdelingsbestuur. Sedert 1893 beschikte de afdeling over een gebouw waar de onderafdelingen konden samenkomen namelijk: "Ons Zendingshuis", gelegen aan de Tuinstraat; in 1930 werd het perceel Parkstraat 50 aangekocht. Zie inv.nr. 746.
De beide diaconessen bewoonden een gedeelte van "Ons Zendingshuis", evenals een echtpaar, waarvan de man dienst deed als conciƫrge.
N.B. De verenigingen die in de loop der tijd werden opgericht, beschouwde men als onderafdelingen van de afdeling Arnhem van het genootschap. De bestuursleden van deze onderafdelingen moesten lid zijn van het genootschap, wat voor de leden geen vereiste was. De onderafdelingen stelden een reglement samen dat de goedkeuring behoefde van het afdelingsbestuur. Sedert 1893 beschikte de afdeling over een gebouw waar de onderafdelingen konden samenkomen namelijk: "Ons Zendingshuis", gelegen aan de Tuinstraat; in 1930 werd het perceel Parkstraat 50 aangekocht. Zie inv.nr. 746.
De beide diaconessen bewoonden een gedeelte van "Ons Zendingshuis", evenals een echtpaar, waarvan de man dienst deed als conciƫrge.
3.7.1.
Evangelisch-Lutherse Jongelingsvereniging "Martinus Luther"
Deze vereniging, die in 1899 was opgericht, werd vanaf 22 november 1934, na onenigheid met het bestuur van de afdeling, niet meer als een onderafdeling beschouwd, maar als een zelfstandige vereniging binnen de Evangelisch-Lutherse kerk. De jongelingsvereniging was aangesloten bij de "Nederlandsch Luthersche Jongelingsbond" te Amsterdam. Deze in 1887 opgerichte bond fungeerde als overkoepelend orgaan voor alle Lutherse jongelingsverenigingen in Nederland.
laatste wijziging 11-02-2021
761 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 11-02-2021
761 beschreven archiefstukken
Kenmerken
laatste wijziging 11-02-2021
761 beschreven archiefstukken