2184 Evangelisch-Lutherse Kerk Arnhem, Kerkenraad ( Gelders Archief )
2184
Evangelisch-Lutherse Kerk Arnhem, Kerkenraad
Inleiding
3. Geschiedenis van de archiefvormer
3.4. Weezenfonds
2184 Evangelisch-Lutherse Kerk Arnhem, Kerkenraad
Inleiding
3. Geschiedenis van de archiefvormer
3.4.
Weezenfonds
Het Weezenfonds van de Evangelisch-Lutherse gemeente te Arnhem werd in 1885 gesticht. Het had ten doel: "ouderloos geworden Luthersche kinderen uit den beschaafden burgerstand eene zooveel mogelijk voldoende opvoeding te verschaffen". * Het bestuur bestond uit negen leden, zeven mannelijke en twee vrouwelijke. Daarvan werden vier leden gekozen uit de kerkeraad en vier, van wie twee vrouwelijke uit de leden der gemeente; de predikant was ambtshalve lid van het bestuur. De inkomsten van het fonds werden verkregen uit de bezittingen der weeskinderen, die zij bij opname mochten hebben of gedurende hun verzorging door erfenis of verdiensten krijgen zouden; voorts uit legaten, schenkingen en uit de opbrengst van een jaarlijks op Eerste Paasdag in de kerk te houden collecte. Wanneer de inkomsten het toelieten, werden ook bijdragen verstrekt ten behoeve van een zogenaamde "halve weezen die hunnen vader verloren hebben, maar hunne moeder nog bezitten". * Door het bestuur werd een secretaris en een penningmeester gekozen; beide betrekkingen konden in één persoon verenigd zijn. Jaarljiks, in de maand februari, deed de penningmeester rekening en verantwoording van zijn gehouden beheer aan het bestuur. Na approbatie werden de stukken door het bestuur ondertekend en ter goedkeuring aan de grote kerkeraad voorgelegd. Het Weezenfonds is bij besluit van de kerkeraad op 21 februari 1969 opgeheven.
3.7. Onderafdelingen van het Genootschap
N.B. De verenigingen die in de loop der tijd werden opgericht, beschouwde men als onderafdelingen van de afdeling Arnhem van het genootschap. De bestuursleden van deze onderafdelingen moesten lid zijn van het genootschap, wat voor de leden geen vereiste was. De onderafdelingen stelden een reglement samen dat de goedkeuring behoefde van het afdelingsbestuur. Sedert 1893 beschikte de afdeling over een gebouw waar de onderafdelingen konden samenkomen namelijk: "Ons Zendingshuis", gelegen aan de Tuinstraat; in 1930 werd het perceel Parkstraat 50 aangekocht. Zie inv.nr. 746.
De beide diaconessen bewoonden een gedeelte van "Ons Zendingshuis", evenals een echtpaar, waarvan de man dienst deed als conciërge.
N.B. De verenigingen die in de loop der tijd werden opgericht, beschouwde men als onderafdelingen van de afdeling Arnhem van het genootschap. De bestuursleden van deze onderafdelingen moesten lid zijn van het genootschap, wat voor de leden geen vereiste was. De onderafdelingen stelden een reglement samen dat de goedkeuring behoefde van het afdelingsbestuur. Sedert 1893 beschikte de afdeling over een gebouw waar de onderafdelingen konden samenkomen namelijk: "Ons Zendingshuis", gelegen aan de Tuinstraat; in 1930 werd het perceel Parkstraat 50 aangekocht. Zie inv.nr. 746.
De beide diaconessen bewoonden een gedeelte van "Ons Zendingshuis", evenals een echtpaar, waarvan de man dienst deed als conciërge.
laatste wijziging 11-02-2021
761 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 11-02-2021
761 beschreven archiefstukken
Kenmerken
laatste wijziging 11-02-2021
761 beschreven archiefstukken