Uw zoekacties: Dijkstoel van het polderdistrict Wageningen en Bennekom

1963 Dijkstoel van het polderdistrict Wageningen en Bennekom ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Auteursrechten en andere rechten
2. Openbaarheid en citeren
3. Archiefvormer en archief
3.1. Het gebied
1963 Dijkstoel van het polderdistrict Wageningen en Bennekom
Inleiding
3. Archiefvormer en archief
3.1.
Het gebied
Organisatie: Gelders Archief
Veruit het grootste deel van het voormalige polderdistrict van Wageningen en Bennekom is aan de noordzijde begrensd door de Maanderdijk, ten oosten door de hoger gelegen oude woonkernen van Wageningen tot noordelijk van Bennekom, ten zuiden door de Rijnbandijk en aan westelijke zijde door de Zijdvang, de Haarwal, de Eemdijk en de meent van Bennekom. Alleen de achtste polder onder Wageningen, heden ten dage nog Oud Wageningen genoemd, is een exclave aan de oostzijde van de stadsgracht van Wageningen.
Het gebied omvat in totaal 23 polders; daarvan vormen de acht polders ten zuiden van het Nieuwe Kanaal-vroeger ook Nieuwe Vaart of Wageningsevaart genoemd, en in de 15e en 16e eeuw de Groote Weteringh of Broeckweteringh-de Nudepolders, de acht middelste polders de 1e t/m 8e polder van Wageningen en de zeven noordelijke polders de 1e t/m 7e polder van Bennekom. Deze laatste zeven maakten van 1811 t/m 1817 deel uit van de gemeente Bennekom, daarna van de gemeente Ede.
De Dijkgraaf, een watering die vanaf de Maanderdijk het water in zuidelijke richting afvoert naar de Wageningse stadsgracht, splitst het gebied in een oostelijke en een westelijke helft.
De stadsgracht loost het water vervolgens via de 'Witte Sluis' op de Benedenrijn. De hogergelegen polders die op deze wijze afwateren worden de Bovendijkgraafse landen genoemd. Zij omvatten de 5e t/m 8e polder van Wageningen, en de 5e t/m 7e polder van Bennekom. De lagergelegen polders, de Benedendijkgraafse landen, wateren af op de Grift.
Zij omvatten de Nudepolders, de 1e t/m 4e polder van Wageningen en de 1e t/m 4e polder onder Bennekom.
De acht Nudepolders zijn achtereenvolgens genoemd:
1. de Hoeveslagen
2. de Pasmaten
3.de Ungels
4.de Heymaten
5.de Haar
6.de Ossekampen
en 7 en 8 samen de Nieuwlanden. De vier eerstgenoemde vormen de Nude in engere zin.
De polders van Wageningen heten:
1.de Veenkampen
2.het Slag
3.de Voorburgten (noordelijk deel) en de Oorden (zuidelijk deel)
4.de Haverlanden (n) en de Maten (z)
5.de Bornse Weilanden (n) en de Hoeven (z)
6.heeft als geheel geen naam, maar omvat ondermeer Droevendaal en de Roghorst
7.de Bovenbuurtse Weilanden
en 8 is de reeds genoemde exclave Oud-Wageningen. De polders 1 t/m 7 vormen ongeveer het gebied dat wel met Binnenveld wordt aangeduid terwijl de eerste vier polders hiervan in de 16e en 17e eeuw samen het 'Wageninghsche Broeck' werden genoemd.
De polders onder Bennekom hebben geen naam, alhoewel de eerste vier vroeger wel eens met dezelfde namen aangeduid werden als de eerste vier Wageningse polders. De eerste polder maakte voorheen deel uit van de meent (= gemeenschappelijk land) van Bennekom, terwijl de zuidelijke gedeelten van de overige zes polders de Kraats vormen. De Kraats is een hogergelegen en zandachtig gebied met zeer oude bewoningskernen zoals Steenbergen, Nergena, Dickenes, Bruxvoort en Harselo.
Tot in de 17e eeuw geschiedde de afwatering van de Benedendijkgraafse landen via een tweetal sluisjes, de Broeksluis en de Haarsluis. De Broeksluis loosde het water van de 'Broeck-weteringh' oorspronkelijk op de Kromme Eem en later op een gegraven parallelwaterloop daarvan. Dit sluisje vormde de verbinding tussen de Eemwal en de Haarwal, iets ten zuiden van de Kromme Eem. De ligging blijkt duidelijk op de kaart van Nicolaas van Geelkercken van 1628/1651 *  . In 1654 werd nog een uitzetting gedaan ten behoeve van de reparatie van de Broeksluis *  , maar in later jaren komt de sluis niet meer in de archiefstukken voor. Wel staat de in 1753 nog resterende sluiskom getekend in de polderatlas *  . De polders die via de Broeksluis afwaterden waren de 1e t/m 4e polder van Wageningen en de 2e, 3e en 4e polder van Bennekom.
De Haarsluis lag op het punt waar de Zijdvang en de Haarwal samenkwamen. Ook van dit sluisje is de ligging duidelijk te zien op de bovengenoemde kaart van Van Geelkercken. In 1688 is sprake van 'alwaer de Haersluijs is geleegen geweest Ende noch ten deelen is liggende, ofte daer de groote ende cleijne weeteringh in malcanderen comen ende haer soo verder in de Grifft exonereren' *  . Met de grote en kleine wetering zijn bedoeld de watergangen aan weerszijden van de Haarwal, de eerste aan de noordkant, de tweede aan de zuidkant. De vervallen Haarsluis staat helaas niet afgebeeld in de polderatlas.
Naast deze beide sluizen bevond zich nog een waterlossing op de Kromme Eem en de Grift.
De hogergelegen dorpspolders Manen en Veldhuizen onder Ede waterden af door een gegraven sloot 'de Eem' die bij de Hoornskolk (in de polderatlas van 1753 foutief Haanskolk genoemd) uitmondde in de Grift. Het polderdistrict was van dit hogere water volledig afgeschermd door de Maanderdijk, de Eemwal, de Haarwal en de Zijdvang. Het graven van het rechte stuk Eem schuin door de eerste twee polders van Bennekom had wel tot gevolg dat delen van deze polders alsmede de meent van Bennekom afgesloten werden van uitwatering via de Broeksluis.
3.2. Beknopte geschiedenis
3.3. Organisatie en taakuitoefening
3.4. Het archief
3.5. Inventarisatie
3.6. Literatuur
3.7. Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1622-1952
Auteur:
F.J. Ebbens