Uw zoekacties: Waterschap 't Hogeland

1938 Waterschap 't Hogeland ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Ligging
3. Reglementering
1938 Waterschap 't Hogeland
Inleiding
3.
Reglementering
Organisatie: Gelders Archief
Het waterschap 't Hogeland werd in 1948 opgericht in het kader van de algehele reorganisatie van de waterschappen op Utrechts en Gelders gebied in de Gelderse Vallei. Opgeheven werden toen het heemraadschap de Rivier de Eem, beken en aankleve van dien, de Collegiën der Exonereerende Landen, het Veenraadschap der Geldersche en Stichtsche Veenen, de buitenpolder Maanen en Veldhuizen, het waterschap de Rhenensche Nude en Achterbergsche Hooilanden, het College ter Directie van den Slaperdijk en het polderdistrict Wageningen en Bennekom. Deze instellingen werden vervangen door de nieuwe waterschappen Barneveldse Beek, Heiligenbergerbeek, Lunterse Beek, Grebbe en Wageningen en Ede, alsmede door het dijkschap Grebbedijk.
Daarnaast werd het bijzonder reglement voor het waterschap Beoosten de Eem (dat tijdens de oorlog (in 1942) was samengevoegd met het hoogheemraadschap de Bunschoter Veen- en Veldendijk en met het Bekaaide Maatwaterschap) opnieuw regulier vastgesteld. 't Hogeland werd gevormd door opheffing en samenvoeging van de waterschappen de Malesluis, Coelhorst en de Drie Sluizen. De taakstelling was dezelfde als van de drie opgeheven waterschappen. In het bijzonder reglement was geen bepaling opgenomen, waarbij aan het bestuur werd opgedragen om binnen een jaar plannen voor verbetering van de waterlossing vast te stellen. Dergelijke bepalingen kwamen wel voor in de bijzondere reglementen voor de waterschappen Barneveldse Beek, Heiligenbergerbeek, Lunterse Beek en Grebbe. De gevolgen van de daar aangebrachte verbeteringen zouden na verloop van tijd in 't Hogeland duidelijk merkbaar worden.
In 1952 werd het bijzonder reglement voor 't Hogeland gewijzigd. In dat jaar werden de tot dan toe ongereglementeerde gronden van het Nijkerkerveen als afdeling toegevoegd aan het polderdistrict Arkemheen. Het Nijkerkerveen, circa 1100 hectare groot, waterde af op het IJsselmeer via de Laak. De nieuwe afdeling werd daarom belast met de kosten van beheer en onderhoud van de Laak, alsmede van reeds uitgevoerde werken tot verbetering van die watergang en van de ontwatering in het algemeen.
Omdat het merendeel van de landerijen tussen de Roovoetsteeg, Veenweg en Dwarse Veenweg gelegen binnen 't Hogeland ook afwateren op de Laak, werd in het bijzonder reglement een bepaling opgenomen dat het waterschap voor deze 40 hectare een jaarlijkse bijdrage aan het polderdistrict Arkemheen moest betalen ten bedrage van het veertigvoud van de voor één hectare in de afdeling Nijkerkerveen verschuldigde lasten, voortvloeiende uit de kosten van beheer en onderhoud van de Laak. Deze last werd aan 't Hogeland opgelegd zonder dat daartoe een bijzondere omslag mocht worden geheven van de betrokken 40 hectare, omdat het waterschap tot taak had zorg te dragen voor de goede afwatering van alle tot zijn gebied behorende gronden.
Na de grenswijziging tussen de provincies Gelderland en Utrecht moest het bijzonder reglement voor 't Hogeland in 1959 worden aangepast. Vier hectare van Arkemheen kwamen op Utrechts gebied in 't Hogeland te liggen, zodat nu een bijdrage voor 44 hectare verschuldigd was. Daartegenover gingen 94 hectare over naar Gelderland. Daar deze gronden wel voor afwatering op 't Hogeland waren aangewezen, werd dat een interprovinciaal waterschap. Het bleef evenwel vallen onder het Algemeen reglement voor de waterschappen in de provincie Utrecht. Bij de reglementswijziging van 1960/1961 werd het mogelijk een bijzondere omslag te heffen van de landerijen die afwateren naar de Laak, aangezien 't Hogeland sinds 1955 aan Arkemheen een aanmerkelijk hoger bedrag moest betalen voor de 40 (later 44) hectare dan het aan omslag van deze gronden ontving. Bovendien werd de grens met Beoosten de Eem ten westen van de Bunschoterstraat in overeenstemming gebracht met de in de loop der jaren gewijzigde waterstaatkundige toestand.
De grensomschrijving in artikel 1 van het bijzonder reglement werd in 1966/67 gewijzigd vanwege de ontpoldering van het uitbreidingsplan Liendert van de gemeente Amersfoort ten zuiden van de spoorlijn naar Apeldoorn. Ongeveer terzelfder tijd werd de Verordening waterverontreiniging Utrecht van toepassing verklaard op het binnen het waterschap in de provincie Utrecht gelegen open water. Na de totstandkoming van het Utrechts waterschapsreglement in 1970, dat het Algemeen reglement voor de waterschappen in de provincie Utrecht verving, was wederom aanpassing van het bijzonder reglement voor 't Hogeland nodig. De tekst van het gewijzigde bijzonder reglement werd in het provinciaal blad van Utrecht (nr 54/1971) opgenomen. Een jaar later besloten Provinciale Staten tot opheffing van het waterschap 't Hogeland en samenvoeging daarvan met Beoosten de Eem, Bewesten de Eem, de Melm en de Pijnenburgergrift tot het waterschap de Eem per 1 januari 1973 *  .
4. Bestuur
5. Ambtenaren
6. Bronnen van inkomsten
7. Uitvoering van de taak
8. Het archief
9. Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1945-1982
Auteur:
M. Mijnssen-Dutilh