Uw zoekacties: Waterschap Coelhorst

1934 Waterschap Coelhorst ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Ligging
3. Reglementering
4. Bestuur en ambtenaren
5. Bronnen van inkomsten
6. Uitvoering van de taak
1934 Waterschap Coelhorst
Inleiding
6.
Uitvoering van de taak
Organisatie: Gelders Archief
Tot de taak van het bestuur behoorde de schouw over de tochtsloot vanaf de Bik aan de Coelhorsterlaan langs de Weerhorstersteeg door de landen genaamd de Weerhorsten tot aan de Coelhorstersluis en over de overige schouwsloten, heulen, dammen en bruggen. Ten laste van het waterschap kwam het onderhoud van de Coelhorstersluis en van de duiker in de schouwsloot onder de Coelhorsterlaan *  . De sluis werd vernieuwd in 1900/1901 *  . In 1917 was een grote reparatie nodig na de stormvloeden van dat jaar en het jaar daarvoor *  .
Enige geërfden van Coelhorst onder leiding van H.M. baron van Tuijll van Serooskerken, heer van Coelhorst en voorzitter van het waterschapsbestuur, hadden zich in 1863 gewend tot Gedeputeerde Staten met het verzoek, dat de Grebbeliniedijk tussen de Coelhorstersluis en de Hogerhorsteroverweg zo spoedig mogelijk mocht worden verhoogd. Zij stelden, dat de waterkering in zeer vervallen toestand verkeerde, omdat het vee dat erop weidde, de kanten aftrapte, en dat de dijk beschadigd was door de hoge waterstanden in december 1862 en december 1863. Volgens de hoofdinspecteur-directeur van de waterstaat in het 8e district en de kolonel-inspecteur in de 1e inspectie van fortificatiën was dat echter overdreven. Dit standpunt zal vermoedelijk mede zijn ingegeven door het feit, dat al lange tijd een controverse bestond over het verhogen van de Slaagse dijken, gelegen meer stroomafwaarts in het verlengde van de Grebbeliniedijk. Gedeputeerde Staten meenden, dat als de toestand van de dijk inderdaad zo ongunstig was, het waterschapsbestuur eerder iets had moeten doen om daarin verandering te brengen.
Bij de vaststelling van het bijzonder reglement in 1862 was de dijk conform de voordracht van het bestuur zelf buiten de grenzen van het waterschap gelaten. De dijk was rijkseigendom en de onderhoudslast rustte volgens de pachtvoorwaarden op de pachters, waarbij het tevens verboden was de dijk tussen Krachtwijk en de Drie Sluizen te beweiden. De pachtvoorwaarden gaven ook aan, dat de hoogte en breedte van de dijk moest worden bepaald bij keur van de daartoe gecommitteerde dijk- of heemraadschappen. Op grond daarvan had het waterschapsbestuur het recht van toezicht op de dijk, en scheen het wenselijk om die dijk alsnog binnen de grenzen van het waterschap te brengen *  .
Uit dit standpunt van Gedeputeerde Staten blijkt opnieuw, dat bij het provinciaal bestuur grote onduidelijkheid bestond voor de verdeling van bevoegdheden in waterstaatszaken op het Hoogland. Het schouwrecht over de dijk berustte niet bij de rechtsvoorgangers van het waterschap Coelhorst, de Vereenigde polderdirectiën van de Malesluis, de Coelhorstersluis en de Drie Sluizen of de Gecommitteerden uit de geërfden van 't Hogheland. Op grond van de schouwbrief van 1616 *  kwam het toe aan het heemraadschap van de Eem, beken en aankleve van dien. Tot een grenswijziging van het waterschap is het dan ook niet gekomen, maar ook niet tot een verhoging van de dijk.
De zaak kwam opnieuw aan de orde, nadat de Grebbeliniedijk tussen Coelhorst en de Malesluis bij de storm van 9 februari 1889 over een lengte van circa 50 m was overgelopen *  . Het gemeentebestuur van Hoogland wendde zich tot Gedeputeerde Staten om te wijzen op de onvoldoende toestand van de Grebbeliniedijk tussen Coelhorst en Hogerhorst.
Men vreesde, dat de dijk meer te lijden had vanwege de herstellingen, die in de jaren daarvóór waren uitgevoerd aan de Slaagse dijken. Het provinciaal bestuur wilde nu wel meewerken aan een verhoging, maar de vraag bleef wie de kosten moest dragen. Het bestuur van het waterschap De Malesluis excuseerde zich met het argument, dat bij overstroming slechts 1/8 deel van hun gebied daarvan last zou hebben, maar het waterschap Coelhorst en de gebouwde eigendommen, dus de gemeente, des te meer. Het meende, dat het Rijk als eigenaar van de dijk ook de onderhoudplichtige was. Het Departement van oorlog stelde zich op het standpunt, dat het niet gehouden was de dijk als waterkering tot op een bepaalde hoogte te onderhouden.
Tenslotte kwam men in 1894 tot de volgende constructie: op grond van zeer oude stukken had het waterschap Coelhorst vroeger het beheer over de dijk gehad *  . Hiermee werd bedoeld de akte van overeenkomst van 20 februari 1592 o.s. tussen de geërfden van Coelhorst en Coelhorster meendt betreffende schouw en onderhoud van de dijk en van de Malesluis *  . Daarbij was bepaald, dat het onderhoud van de dijk ten laste kwam van de bruikers of pachters van de aangrenzende landen.
Op grond hiervan moest het waterschapsbestuur van Coelhorst zich nu belasten met de uitvoering van de verhoging van de dijk onder toezicht van de eerstaanwezend ingenieur van de Genie te Amersfoort en van de dijkbode van het hoogheemraadschap van de Bunschoter Veen- en Veldendijk. Men ging hiermee akkoord, omdat het werk bekostigd werd door het hoogheemraadschap, de gemeente Hoogland en de eigenaresse van het buitengoed Coelhorst, baronesse van Tuijl van Serooskerken *  . De aanbesteding vond plaats op 29 oktober 1894.
De onderhoudslast van de Grebbeliniedijk kwam weer in het geding, toen de Genie in 1927 liet weten, dat het Departement van oorlog voortaan de waterschade aan de dijk tussen de Vudijk en de spoorbaan Amersfoort - Zwolle niet meer zou herstellen, indien en voor zover die herstelling niet door de belangen van het departement werd gevorderd *  . Op voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van de Bunschoter Veen- en Veldendijk sloten de waterschappen De Malesluis, Coelhorst en De Drie Sluizen in 1929 een overeenkomst met het hoogheemraadschap om gedurende vijf jaar gezamenlijk te zorgen voor het beheer en gewoon onderhoud van de dijk en de inkomsten (uit de verpachting) en uitgaven gelijkelijk te delen. Na die tijd zou men beter kunnen beoordelen wat voor gevolg de afsluiting van de Zuiderzee voor de waterschappen zou hebben. In 1935 haalden dijkgraaf en hoogheemraden de materialen voor het onderhoud van de dijk, die zij op Coelhorst hadden geborgen, weer terug wegens overbodigheid *  .
7. Het archief
8. Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1862-1948
Auteur:
M. Mijnssen-Dutilh