Uw zoekacties: Bickerspolder en Bikkerswaterschap

1927 Bickerspolder en Bikkerswaterschap ( Gelders Archief )

Archieftoegang

Hier vindt u de inventaris van een archieftoegang. Hierin staat beschreven welke stukken zich in dit archief bevinden. 
 
Het nummer dat voor de titel van het archief staat is het toegangsnummer van dit archief. Het nummer dat voor de beschrijving van een stuk staat is het inventarisnummer. 
  • Bij ‘Kenmerken’ vindt u algemene informatie over dit archief
  • Bij ‘Inleiding’ vindt u achtergrondinformatie over dit archief, denk hierbij aan de openbaarheid, de archiefvormer en de oorsprong en opbouw van het archief.
  • Bij ‘Inventaris’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden. 

Hoe zoekt u door een archieftoegang?

Klik op de zoekbalk links bovenin en voer uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’.
Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken uit dit archief waar deze term in voorkomt. Om te zien in welk deel van het archief deze stukken zitten klikt u op ‘Inventaris’. Dor telkens te klikken op het woord/de woorden die vetgedrukt worden weergegeven komt u uit bij de (met geel gemarkeerde) zoektermen. 

Welke archieftoegangen heeft het Gelders Archief?

Bekijk het Archievenoverzicht  om te zien welke archieven zich in het Gelders Archief bevinden. Deze zijn niet allemaal geïnventariseerd en beschikbaar voor inzage. Als er geen inventarislijst beschikbaar is, is dit archief helaas nog niet in te zien. 
 

 

beacon
 
 
Inleiding
1. Openbaarheid en citeren
2. Ligging
3. Reglementering
4. Bestuur en ambtenaren
1927 Bickerspolder en Bikkerswaterschap
Inleiding
4.
Bestuur en ambtenaren
Organisatie: Gelders Archief
De hof- of keurmeester en drie heemraden van Vossevangerssluis werden gekozen uit en door de geërfden op Petri dach (ad cathedram = 22 februari). Zij werden beëdigd door de schout of het gerecht van Bunschoten. De heemraden werden jaarlijks verkozen. De hofmeester kon door de geërfden voor het leven of voor een bepaalde termijn worden aangesteld. Hij beheerde ook de geldmiddelen, waarvan jaarlijks schriftelijk verantwoording moest worden gedaan op de vergadering van geërfden op Petri dach, alwaar dan besloten werd al dan niet tot het uitzetten van omslag.
Het bestuur van Bickerspolder, dat voor het eerst gekozen werd op Sinte Petersdach ad cathedram van 1641 door de geërfden vergaderd in de kerk van Bunschoten, bestond uit een hoofdman of keurmeester en vier heemraden. Ieder jaar werden twee nieuwe heemraden gekozen, zodat hun zittingstermijn twee jaar was. Zij mochten daarna niet langer aanblijven. De hoofdman had een ambtstermijn van drie jaar. Zijn opvolger werd gekozen door de drie aftredende bestuursleden, de twee aanblijvende en de twee nieuw gekozen heemraden tezamen (dus met zeven stemmen). Ook hij mocht niet gecontinueerd worden. De hoofdman of een door hem aangewezen plaatsvervanger trad op als rentmeester.
Rekening werd gedaan aan de geërfden, nadat de hoofdman daartoe een of twee weken tevoren was opgeroepen. De schout van Bunschoten nam de bestuursleden de eed af. Keurmeesters en heemraden werden beloond met de helft van de opbrengst van de schouwboeten. In 1721 werd bepaald, dat de schouwboeten geheel aan hoofdman en heemraden ten goede kwamen. Daarnaast ontving de hoofdman bij schouw en naschouw telkens drie gulden, en iedere heemraad ontving op elke schouwdag twee gulden.
In 1789 werd in deze regeling maar weinig verandering gebracht. Ook de hoofdman werd nu om de drie jaar door de geërfden gekozen. Hoofdman en heemraden moesten woonachtig zijn binnen het gerecht van Bunschoten en zij mochten hun verkiezing niet weigeren op verbeurte van tien zilveren ducatons.
Als beloning voor het schouwen ontvingen zij jaarlijks ieder vier gulden acht stuivers plus een deel van de schouwboeten en, indien aanbesteding nodig was, de derde penning (de helft van de kosten daarvan, die de nalatige extra moest betalen). Bij het uitzetten van de omslag kreeg ieder acht stuivers. De hoofdman trad op als rentmeester, waarvoor hij een stuiver van iedere geïnde gulden van de omslag ontving. Hij moest binnen een jaar na zijn aftreden rekening doen van zijn beheer ten overstaan van heemraden en geërfden op verbeurte van zes zilveren ducatons.
De samenstelling van het bestuur bleef ook na de vaststelling van het bijzonder reglement ongewijzigd. De vier heemraden werden toen voor zes jaar gekozen door de ingelanden. De hoofdman werd voor dezelfde termijn benoemd door Gedeputeerde Staten van Utrecht. Volgens de memorie van toelichting op het ontwerp-bijzonder reglement werden vóór 1858 hoofdman en heemraden gekozen door kiezers, die eerst door middel van het trekken van bonen daartoe waren aangewezen op de vergadering van ingelanden op 22 februari. Na die tijd werden de heemraden rechtstreeks gekozen door stemgerechtigde ingelanden.
De polder had vanaf 1827 een vaste penningmeester, benoemd door Gedeputeerde Staten *  . Vanaf 1859 trad deze op als secretaris-penningmeester. Verder waren er een bode en een sluiswachter.
5. Bronnen van inkomsten
6. Uitvoering van de taak
7. Het archief
8. Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1789-1928
Auteur:
M. Mijnssen-Dutilh